Interview

Bastianini: “Ik voel me niet minder dan de fabrieksrijders van Ducati”

Enea Bastianini is op papier de zesde rijder van Ducati in de MotoGP. De jonge Italiaan heeft echter al twee overwinningen achter zijn naam staan en heeft ook al aan de leiding van het wereldkampioenschap gestaan. In Jerez kreeg Motorsport.com de kans om ‘El Bestia’ eens aan de tand te voelen.

Enea Bastianini, Gresini Racing MotoGP

Foto door: MotoGP

Na een paar onzichtbare maanden in zijn eerste MotoGP-jaar, kwam Enea Bastianini in de tweede helft van vorig seizoen helemaal bovendrijven. Hij behaalde met de 2019-versie van de Ducati twee podiums voor Avintia Racing, dat bezig was aan haar laatste jaar in de MotoGP. Dat bleek niet genoeg om Ducati ervan te overtuigen hem dit jaar het nieuwste materiaal te geven. Bastianini ging van Avintia over naar Gresini, waar hij dit seizoen een Ducati GP21 tot zijn beschikking heeft. Hij is daarmee op papier de zesde rijder van het merk.

In de eerste zes races van dit seizoen heeft Bastianini de gevestigde orde echter aan het wankelen gebracht. Hij won de Grand Prix van Qatar op een schitterende wijze en zegevierde vervolgens op dominante wijze in de Amerikaanse Grand Prix. Tot afgelopen zondag was hij de enige Ducati-coureur die een overwinning geboekt had, inmiddels is ook Francesco Bagnaia van de nul af. Het is duidelijk dat Bastianini in de eerste maanden van dit jaar voordeel had van een volwassen GP21, maar hoelang gaat dat voordeel nog bestaan?

“Ik weet het niet, de fabrieksmotoren zullen gedurende het seizoen zeker nog evolueren, maar op dit moment doet mijn motor niets onder voor die van 2022”, zegt Bastianini in gesprek met Motorsport.com. “Het scheelt in het bochtenwerk misschien een beetje vanwege de nieuwe fairings, maar verder zijn ze echt gelijkwaardig. Ik voel me wat dat betreft helemaal niet minder dan de coureurs van het fabrieksteam.” Bastianini heeft momenteel het voordeel van een volledig ontwikkelde machine, eentje waarvoor al een bulk aan data verzameld is. “Het hangt af van mijn resultaten en de positieve feedback van de fabrieksrijders”, reageert hij op de vraag of hij nog updates kan verwachten. “De onderdelen moeten ook aangepast kunnen worden op mijn motor, maar ik weet niet hoe dat gaat lopen.”

Na een moeizame beginfase heeft Ducati nu eindelijk de smaak te pakken. In de Grand Prix van Spanje behaalde Francesco Bagnaia de eerste overwinning met de nieuwe GP22. “Het moet zeker niet makkelijk zijn als een rijder van een nieuw satellietteam beter presteert dan de fabrieksrijders”, verplaatst Bastianini zich in de situatie van zijn merkgenoten. “Maar ik zie mezelf als een Ducati-rijder binnen Gresini en ik denk niet dat ze ontevreden zijn over mijn prestaties. Ik voel dat ik de volledige steun heb van de fabriek.”

Officieel pakket voor 2023 veiliggesteld

Met het aantrekken van Bastianini en Jorge Martin bij Pramac sloeg Ducati vorig seizoen duidelijk een andere weg in. De tijd dat het miljoenen uitgaf aan gevestigde rijders zoals Andrea Dovizioso en Jorge Lorenzo is verleden tijd. Het betekent wel dat de verrichtingen van Bastianini en Martin constant onder een vergrootglas liggen en ook met elkaar vergeleken worden. Een van de beide coureurs gaat waarschijnlijk vanaf 2023 voor het fabrieksteam rijden, waar Jack Miller op de schopstoel zit. “Ik probeer gewoon te winnen en de beste resultaten te halen”, zegt Bastianini. “Wat betreft de toekomst is het natuurlijk een doel om naar het fabrieksteam te gaan. Dat hangt van vele factoren af, maar in eerste instantie van de uitslagen die ik rijd. Op dit moment ben ik daar vooral mee bezig.”

Duidelijk is in ieder geval dat Bastianini volgend seizoen de beschikking krijgt over een fabriekspakket. De enige vraag is: bij welk team? “Dat is een moeilijke vraag”, erkent Bastianini. “Het hangt af van wat Ducati wil doen, uiteindelijk nemen zij natuurlijk de beslissing. Ik heb in ieder geval een officieel pakket en dan zullen we zien waar ik ga rijden.” De Italiaan ziet in ieder geval een toekomst bij Ducati voor zichzelf: “Ik zie mezelf wel als een Ducati-rijder, als het merk aan bepaalde voorwaarden voldoet, dan blijf ik gewoon.”

Zondag verschijnt op deze site het uitgebreide interview met Enea Bastianini. We vragen hem dan onder meer waarom hij - ondanks een aanbod van Valentino Rossi - nooit aangesloten is bij de VR46-opleiding.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Moto3-team Leopard zeer geïnteresseerd in MotoGP na vertrek Suzuki
Volgend artikel Dovizioso is de wanhoop nabij: “Loop elke sessie tegen een muur”

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland