Ducati ziet niets in 'onnatuurlijke' beperkingen voor beste MotoGP-motoren

Alle MotoGP-fabrikanten stemden eind 2023 in met een nieuw concessiesysteem dat de slechtst presterende merken de kans moet geven om de weg omhoog weer te vinden. Ook Ducati keurde de nieuwe regels goed, maar algemeen directeur Gigi Dall'Igna stelt dat de MotoGP nooit moet overwegen om het speelveld gelijker te maken door de motoren van de beste fabrikanten beperkingen op te leggen.

Francesco Bagnaia, Ducati Team

De MotoGP begint in 2024 aan een nieuw tijdperk met concessies. Eind 2023 stemden alle fabrikanten in met een grondige herziening van de bestaande concessieregels, die technische voordelen en extra testmogelijkheden boden aan merken die minimaal één jaar niet op het podium waren geëindigd. Daar was in 2023 geen sprake van, want alle fabrikanten behaalden minimaal een podiumplaats. Toch liepen met name Honda en Yamaha afgelopen jaar behoorlijk achter de feiten aan, al zouden ze op basis van de oude regels dus geen aanspraak maken op concessies. Onder de nieuwe regels is dat wel het geval.

De fabrikanten worden in het nieuwe concessiesysteem verdeeld over vier groepen. Het aantal gescoorde punten in het constructeurskampioenschap is daarbij leidend. Doordat Honda en Yamaha minder dan 35 procent van het maximale puntentotaal scoorden, behoren ze tot groep D en krijgen ze de meeste vrijheden met betrekking tot testwerk, de ontwikkeling van het motorblok en de inzet van wildcards. Ducati scoorde juist meer dan 85 procent van het maximale puntentotaal en behoort zodoende tot groep A. Dat houdt in dat de Italiaanse fabrikant te maken krijgt met enkele nadelen omtrent tests, een bevriezing van het motorblok en geen mogelijkheden om wildcards in te zetten.

Een systeem als de Balance of Performance, zoals in diverse autosportklassen gebruikt wordt, komt niet voor in de plannen van de MotoGP. In het WK Superbikes is dat in zekere zin wel aan de orde, want voor alle motoren wordt een maximaal toerental van de motorblokken bepaald en regelmatig herzien. Moet de MotoGP ook zoiets invoeren? Gigi Dall'Igna vindt van niet. De algemeen directeur van Ducati Corse begrijpt dat het WK Superbikes dit toepast, omdat het een kampioenschap voor productiemotoren betreft en de motoren daardoor een totaal ander ontwerp kunnen hebben. In de MotoGP worden de motoren echter ontworpen binnen de door de reglementen bepaalde kaders, waardoor zo'n ingreep in zijn ogen niet past.

"Dat is denk ik niet de doelstelling van de organisatoren van het wereldkampioenschap en van de federatie", zegt Dall'Igna. "In het WK Superbikes racen we met productiemotoren en het is duidelijk dat dit met opzet is gedaan om de snelheid en prestaties van de productiemotoren te laten zien. Er kunnen echter verschillen tussen de fabrikanten zitten. Hier heeft iedereen dezelfde regels en dezelfde kansen. Als iemand hier wil racen, weten ze heel goed dat ze hard moeten werken om alles zo goed mogelijk te doen. Ik begrijp het niet, maar ik kan het in Superbikes wel accepteren. In de MotoGP zou het eerlijk gezegd heel onnatuurlijk zijn."

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Overzicht: Wanneer zijn de MotoGP-teampresentaties van 2024?
Volgend artikel Voorlopig geen WK Superbikes voor Aprilia: "B-kampioenschap van MotoGP"

Beste reacties

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Editie

Nederland Nederland