Ducati heeft 'drie goede kandidaten' voor MotoGP-zitje in 2020

Danilo Petrucci maakte deze winter promotie van Pramac Racing naar het fabrieksteam en werd de vervanger van Jorge Lorenzo. In tegenstelling tot iedere andere fabrieksrijder heeft Petrucci echter maar een eenjarige deal gekregen. Om zijn zitje ook na 2019 te behouden moet de Italiaan de strijd aangaan met Jack Miller, die de beschikking krijgt over een fabrieksmachine bij Pramac. Ook debutant Francesco Bagnaia is kandidaat voor het fabriekszitje in 2020.

“De resultaten van Petrucci, Jack en Pecco gaan aan het eind van dit seizoen bepalen wie de rijder van het officiële team wordt in 2020”, vertelde Ciabatti aan Motorsport.com. “We hebben drie goede kandidaten die voor die positie in aanmerking komen in 2020.”

Bagnaia, de 21-jarige Valentino Rossi protegé die afgelopen seizoen wereldkampioen werd in de Moto2, maakte indruk tijdens zijn MotoGP-debuut tijdens de testdagen in Valencia en Jerez. Ducati bood hem al een MotoGP-deal voor hij begon aan het afgelopen seizoen. “Pecco reed een geweldig seizoen in de Moto2”, zei Ciabatti. “We hebben hem in januari ingehuurd, het was wel een gokje. We hebben met de toekomst in gedachten een contract aangeboden en nu weten we dat het de juiste beslissing was. Volgend jaar rijdt hij op een 2018 Desmosedici en we hebben gezien dat het een hele competitieve motor is. Ik verwacht dat de 2019-versie nog competitiever gaat zijn. Het is altijd moeilijk om te debuteren in de MotoGP, maar ik denk dat hij een snelle leerling is. Bovendien heeft hij Jack als referentie.”

Ciabatti gaat dit seizoen eerst de prestaties van Petrucci bekijken. De coureur, die al vier keer een tweede plaats scoorde, moet bewijzen dat hij races kan winnen. De sportief directeur heeft echter gesteld dat hij niet de druk moet voelen om Dovizioso direct te verslaan. “Danilo krijgt dit seizoen veel druk, wij verwachten niet dat hij Dovizioso direct zal verslaan. Dat is geen doelstelling, maar het is prima als het wel lukt. Het idee is dat hij vertrouwen krijgt op de motor.”

Met medewerking van Oriol Puigdemont en Valentin Khorounzhiy