Analyse: Vijf conclusies na het MotoGP-seizoen 2023
Het MotoGP-seizoen 2023 werd opnieuw het jaar van Francesco Bagnaia, van de eerste sprintraces in het kampioenschap, de moeilijkheden bij Honda en Yamaha en natuurlijk de veelbesproken overstap van Marc Marquez. Motorsport.com blikt op tweede kerstdag terug op het afgelopen seizoen door vijf conclusies te trekken.
Nieuw sprintformat leidt tot meer blessureleed
Het format van de MotoGP onderging in 2023 de grootste verandering ooit en dat was te danken aan de introductie van de sprintraces. In een poging om meer toeschouwers naar de circuits én meer televisiekijkers te trekken, besloot het kampioenschap om tijdens ieder raceweekend ook een korte zaterdagse race af te werken. Alleen in Australië gebeurde dat uiteindelijk niet. Op Phillip Island werd besloten om de Grand Prix al op zaterdag te houden en de sprintrace naar zondag te verplaatsen, waarna de sprintrace wegens het slechte weer niet door kon gaan.
De komst van de sprintraces heeft echter wel enkele gevolgen gehad. Zo is de vrijdag in het nieuwe format nog belangrijker geworden, want de tien snelste rijders van de dag kunnen zich al plaatsen voor Q2. Op zaterdag staan er met de kwalificatie en de sprintrace nu twee belangrijke sessies op het programma, terwijl de zondag onaangetast is gebleven. Al met al zijn er nu meer momenten die ertoe doen en dat heeft zo zijn weerslag op de rijders, die daardoor vanaf het eerste moment moeten pushen om hun kansen op goede resultaten te maximaliseren.
Om de druk ietwat te verlichten, werd halverwege het seizoen besloten om alleen VT2 mee te laten tellen voor directe plaatsing voor Q2. Desondanks was er in 2023 een toename van het aantal crashes in vergelijking met het voorgaande jaar. Nog vervelender is het feit dat er afgelopen seizoen meer blessureleed was dan in 2022. Daar waar er in 2022 zeven gevallen waren waarin rijders geblesseerd raakten en daardoor races moesten laten schieten, gebeurde dat in 2023 maar liefst veertien keer. In vijf gevallen blesseerde een rijder zich tijdens een sprintrace. Ook zonder sprintraces meegeteld was er dus een toename, al valt niet uit te sluiten dat dit voorkomt uit de toegenomen druk op de rijders doordat dat bijna alle sessies er nu toe doen.
Ducati behoudt ijzeren greep op MotoGP
De afgelopen jaren is Ducati uitgegroeid tot de toonaangevende fabrikant in de MotoGP. Hoewel Francesco Bagnaia in 2022 pas de eerste rijderstitel van het merk sinds 2007 behaalde, werd men sinds 2020 ieder jaar kampioen bij de constructeurs en werd in 2021 en 2022 het kampioenschap voor teams veiliggesteld door het fabrieksteam. Zodoende begon Ducati ook als de torenhoge favoriet aan het afgelopen MotoGP-seizoen en die verwachtingen heeft de fabrikant uit Borgo Panigale ook ruimschoots waargemaakt.
De dominantie van Ducati komt in alle drie de kampioenschappen duidelijk tot uiting. Bij de rijders streden fabrieksrijder Bagnaia en Jorge Martin van satellietteam Pramac tot de laatste race om de wereldtitel, een strijd die uiteindelijk door de regerend wereldkampioen werd gewonnen. Met VR46-rijder Marco Bezzecchi op P3 bezette Ducati de gehele top-drie in de titelstrijd, terwijl Johann Zarco als vijfde eindigde. In totaal eindigden zes van de acht Ducati-rijders in de top-tien van het kampioenschap, wat de dominantie extra kracht bij zet.
Het is dan ook geen verrassing dat Ducati er ook goed voor stond in het kampioenschap voor teams. Pramac Racing werd het eerste satellietteam ooit dat de wereldtitel pakte, terwijl het fabrieksteam en VR46 ervoor zorgden dat ook hier de gehele top-drie voor Ducati-teams was. Bij de constructeurs was de overmacht van Ducati misschien nog wel het grootst. Er waren slechts drie sprintraces en drie Grands Prix die niet door het merk werden gewonnen, waardoor men 700 van de 728 beschikbare punten pakte. Naaste achtervolgers KTM en Aprilia scoorden gezamenlijk één punt minder...
Japanse fabrikanten in moeilijkheden - maar krijgen hulplijn
Daar waar Ducati opnieuw met alle wereldtitels aan de haal ging, zag de wereld voor Honda en Yamaha er compleet anders uit. Na het vertrek van Suzuki eind 2022 bleven ze als de enige twee Japanse fabrikanten over in de MotoGP, maar een mooi jaar werd het allerminst. De neerwaartse spiraal van de afgelopen jaren werd voortgezet en dat leidde ertoe dat de Aziatische merken een kleurloze strijd voerden om de voorlaatste en laatste plaats in het kampioenschap voor fabrikanten. Honda won slechts eenmaal en stond daarnaast één keer op het podium, terwijl Yamaha het met drie podiumplaatsen moest doen.
In een tijdperk waarin de aerodynamische ontwikkeling van levensbelang is geworden in de MotoGP, hobbelen Honda en Yamaha achter de feiten aan. Nieuwe ontwikkelingen voor de motorfietsen sijpelen slechts langzaam door en afgaande op het commentaar van Marc Marquez en Fabio Quartararo zijn lang niet alle nieuwe onderdelen van toegevoegde waarde. Dat heeft voor Honda inmiddels al verregaande gevolgen gehad - waarover later meer - terwijl Yamaha in 2024 in een vergelijkbare situatie kan belanden als de Japanse concurrent.
Desondanks gloort er hoop aan het einde van de tunnel, want Honda en Yamaha krijgen handvaten aangereikt om de achterstand op de Europese fabrikanten te verkleinen. Dat gebeurt door middel van de terugkeer van de concessies, het systeem dat eerder Ducati, KTM en Aprilia weer in het zadel hielp. De MotoGP wil koste wat kost voorkomen dat Yamaha en Honda de sport verlaten wegens een uitzichtloze situatie en dus krijgen de merken meer vrijheid op het gebied van ontwikkeling van zowel aerodynamica als de motorblokken, maar ook meer testgelegenheden waarbij ook de fabrieksrijders ingezet mogen worden.
Marquez krijgt zijn zin met overstap naar Gresini
Met zes MotoGP-titels en acht wereldtitels in totaal is Marc Marquez nog altijd de succesvolste rijder op de grid, maar zijn seizoen 2023 was er eentje met twee gezichten. Op het sportieve vlak was het een lastig jaar voor de 30-jarige rijder uit Cervera, die in de Grand Prix van Portugal geblesseerd raakte en daarna drie weekenden ontbrak. Na nog meer blessureleed in Duitsland en Nederland en een uitvalbeurt in Groot-Brittannië kwam hij in Oostenrijk voor het eerst aan de finish van een Grand Prix. Daarna zou Marquez vaker wel dan niet de finish halen, maar tot tevredenheid stemde het allemaal niet.
Al in een vroeg stadium had Marquez duidelijk gemaakt dat hij niet tevreden was met de ontwikkeling van Honda. Zelf beschikte hij over een tot eind 2024 doorlopend contract bij de Japanse fabrikant, waar hij sinds zijn MotoGP-debuut in 2013 al voor uitkomt. Tegelijkertijd liet Marquez lange tijd in het midden of hij dat contract zou uitdienen. De test in Misano werd een belangrijk meetmoment en toen de ontwikkelingen van Honda aldaar weinig indruk op hem maakten, bewoog hij steeds meer in de richting van een vroegtijdig vertrek.
De bevestiging van dat nieuws kwam na de Japanse Grand Prix, waarin Marquez zijn enige podiumplek van het seizoen pakte. Het was vervolgens een publiek geheim dat hij zijn loopbaan zou voortzetten bij Gresini Racing, maar de bevestiging van de overstap zou enkele weken later alsnog komen. Bij de Italiaanse formatie wordt hij herenigd met broertje Alex Marquez, die in 2020 ook al even zijn teamgenoot was. Bovendien krijgt Marquez aldaar de beschikking over de Ducati die dit jaar de wereldtitel won. Zelf benadrukte de Spanjaard vooral dat hij met de overstap hoopt om het plezier in het racen terug te vinden, maar het staat buiten kijf dat hij met deze transfer ook hoopt terug te keren aan het front.
Espargaro verliezer én winnaar van rijderssoap KTM
Een andere rode draad door het MotoGP-seizoen 2023 was de soap rond de invulling van de vier KTM-zitjes in 2024. De Oostenrijkers begonnen met een grotendeels nieuwe line-up aan het afgelopen jaar: Brad Binder bleef en kreeg bij het fabrieksteam gezelschap van de van Ducati overgekomen Jack Miller, terwijl voormalig Honda-rijder Pol Espargaro met debutant Augusto Fernandez het rijdersduo vormde van satellietteam GasGas Tech3. Voor 2024 stond echter ook al een verandering vast, want KTM hield alvast een plekje vrij voor toptalent Pedro Acosta.
Toch was het lang de vraag of de Moto2-kampioen van 2023 wel een plekje zou krijgen. Binder beschikte over een doorlopend contract voor 2024 en verlengde die deal later zelfs tot en met 2026, terwijl Espargaro en Miller met tweejarige deals werden aangetrokken en zodoende ook een contract voor 2024 hadden. Aanvankelijk leek Augusto Fernandez dus het kind van de rekening te worden, maar de Spanjaard - de Moto2-kampioen van 2022 - tekende afgelopen zomer eveneens een contract voor 2024. Daardoor leek er alsnog geen plek te zijn voor Acosta, ondanks de goede reclame die hij in zijn kampioensjaar in de Moto2 maakte.
Uiteindelijk vond KTM toch een oplossing, waarbij Espargaro de grote verliezer werd. De 32-jarige rijder uit Granollers kende al een vervelend seizoen door in de tweede training in Portugal zwaar geblesseerd te raken, waardoor hij pas na de zomerstop zijn eerste races reed. Uiteindelijk besloot de fabrikant uit Mattighofen in overleg met Espargaro om Acosta zijn plek bij GasGas Tech3 te geven, terwijl de ervaren rijder onderdeel wordt van het testteam van het merk. Zelf heeft Espargaro echter aangegeven dat hij daar wel vrede mee heeft, ook doordat hij fysiek nog altijd kampt met naweeën van het ongeluk in Portimão.
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Beste reacties
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.