Analyse: Vijf conclusies na de MotoGP Grand Prix van Italië

Danilo Petrucci pakte afgelopen weekend zijn eerste MotoGP-overwinning na een bijzonder mooie race op Mugello. Er was weer genoeg om over na te praten. Motorsport.com trekt vijf conclusies na de Grand Prix van Italië.

Danilo Petrucci, Ducati Team, Andrea Dovizioso, Ducati Team, Marc Marquez, Repsol Honda Team

Danilo Petrucci, Ducati Team, Andrea Dovizioso, Ducati Team, Marc Marquez, Repsol Honda Team

Ducati Corse

Mugello had zich met Petrucci geen mooiere winnaar kunnen wensen

Voor het derde jaar op rij won er een Ducati-rijder tijdens de Grand Prix van Italië. Na Andrea Dovizioso in 2017 en vorig jaar Jorge Lorenzo was het nu de 28-jarige Danilo Petrucci die aan het langste eind trok na de tot nu toe mooiste Grand Prix van het jaar. Voor de laatste overwinning van Petrucci moeten we terug naar het seizoen 2011, toen hij de laatste race van het Europese kampioenschap Superstock 1000 op zijn naam schreef. Direct daarna maakte hij de overstap naar de MotoGP, eerst bij Suter en later bij Pramac Ducati. Dit jaar debuteerde de coureur als fabrieksrijder bij de Desmosedici en had hij een doel: een race winnen. Hoewel de resultaten aan het begin van het seizoen niet denderend waren, presteerde Petrucci heel constant en liet hij zien om de prijzen mee te kunnen draaien. Het podium in Le Mans kwam als een opluchting, de overwinning op het eigen Mugello was een droom die waarheid werd. En dan hebben we het nog niet gehad over de manier waarop hij won. Zondagavond was er in de paddock niemand te bekennen die Petrucci deze zege niet gunde. Nu de eerste doelstelling volbracht is, kan de blik op de volgende doelstelling gericht worden: het helpen van Dovizioso in de jacht op het wereldkampioenschap.

 
Een gelukzalige Danilo Petrucci viert zijn eerste MotoGP-zege met zijn team

Een gelukzalige Danilo Petrucci viert zijn eerste MotoGP-zege met zijn team

Photo by: Ducati Corse

Marquez werd toch weer de schaduwwinnaar in Mugello

En dat kon nog wel eens de moeilijkste opgave van dit seizoen worden. Als Dovizioso ergens uit had moeten pakken tegen de vooralsnog zeer dominant rijdende Marquez, was het wel in Mugello. Op het moment dat Petrucci zijn machine aan het begin van de laatste ronde bij San Donato aan de binnenkant zette, was Dovizioso verslagen. Hij kreeg geen kans meer om zich te herstellen en Marquez wist op zijn beurt wat hem te doen stond. De tweede plek verdedigen en zo zijn voorsprong weer uitbreiden met enkele punten. Marquez heeft voor het vierde seizoen op rij niet gewonnen in Mugello, maar kwam in tegenstelling tot bijvoorbeeld vorig jaar wel weer als winnaar uit de bus. Over twee weken staat de volgende zware klus op het programma, dan in Barcelona, waar Marquez sinds 2014 ook al niet meer won.

Danilo Petrucci op het rechte stuk met teamgenoot Andrea Dovizioso en Honda-coureur Marc Marquez achter zich

Danilo Petrucci op het rechte stuk met teamgenoot Andrea Dovizioso en Honda-coureur Marc Marquez achter zich

Photo by: Ducati Corse

Miller lijkt strijd om Ducati-fabriekszitje 'verloren' te hebben

Met de overwinning van Petrucci en een nieuwe crash voor Jack Miller lijkt de strijd om het fabriekszitje voor 2020 wel beslist. Hoewel Ducati absoluut geen haast heeft met het maken van een beslissing, die naar verwachting aan het eind van deze maand komt, lijkt er toch geen twijfel over te bestaan dat Petrucci in 2020 in de kleuren van de renstal uit Borgo Panigale zal rijden. Wat Miller wacht is een periode van onzekerheid. De nog jonge Australiër beschikt over uitstekende kwaliteiten en is zeker iemand die op de lange termijn mee kan doen om wereldtitels, maar voor volgend jaar moet hij zich waarschijnlijk nog schikken in een rol bij Pramac Ducati. Dat merk moet dan wel de beschikking krijgen over twee versies van de GP20. Tot nu toe staat in het klantencontract vastgelegd dat het team de beschikking krijgt over een exemplaar van de nieuwe machine en die is volgens contract voor Francesco Bagnaia. Miller lijkt zichzelf niet heel veel zorgen te maken over zijn toekomst en zegt blij te zijn als hij nog een jaar bij Pramac mag rijden. Of je in dat geval kunt spreken van 'verliezen', valt te bezien.

Rossi geeft niet op na rampweekend

“Twee maanden geleden deed ik nog mee om de overwinning en was ik erg blij, maar nu gaat het heel lastig allemaal”, zei Valentino Rossi zondagavond na een teleurstellend weekend. Hij refereerde daarmee aan de race in Austin waar hij in de laatste ronden verslagen werd door Alex Rins. “Ik geef niet op, we proberen het zo goed mogelijk te doen en niemand hoeft zich er zorgen over te maken dat ik stop.” Het geeft wel aan hoe groot de desillusie bij Rossi zelf was na de race waarin hij als achttiende moest vertrekken en uiteindelijk al voor halfweg crashte in Arrebbiata. Een pijnlijk gegeven is dat Rossi gedurende het hele weekend nooit lekker op de motor heeft gezeten en ook van de ‘Sunday Magic’ was maar heel weinig te merken. Hoewel het seizoen nog lang is, zijn dit soort races over het algemeen heel bepalend in het uiteindelijke verloop van het wereldkampioenschap. Over een eventueel afscheid mag voorlopig nog niet gespeculeerd worden, Rossi geeft niet op.

Valentino Rossi moet door de grindbak na een touché met Joan Mir. Niet veel later gaat het opnieuw mis.

Valentino Rossi moet door de grindbak na een touché met Joan Mir. Niet veel later gaat het opnieuw mis.

Photo by: Gold and Goose / LAT Images

Aprilia is definitief in de achterhoede verzeild geraakt

Waar het ene Italiaanse merk excelleerde in Mugello, werd voor de andere formatie nog maar eens pijnlijk duidelijk dat het geen echte stappen vooruit geboekt heeft dit seizoen. Aprilia-rijders Aleix Espargaro en Andrea Iannone reden een onopvallende wedstrijd en eindigden beiden buiten de top-tien. Iannone lijkt zich neergelegd te hebben bij een goed resultaat dit seizoen en focust zich volledig op het ontwikkelen van de machine, maar Espargaro kan de laatste races ook weinig bereiken. De situatie is nog altijd zoals die was in 2017, men heeft dezelfde problemen en kan maar geen verbetering vinden. Ondertussen hollen de andere teams flink door wat betreft de ontwikkeling. Met de elfde plaats eindigde de coureur namelijk twee plekken achter zijn broer Pol Espargaro, die in dienst rijdt van KTM. Dat Oostenrijkse merk lijkt juist enorme stappen gezet te hebben tijdens de recente testweken. Of Aleix jaloers is op de situatie van zijn broer? “Dat niet. Ik weet hoe hard hij ervoor werkt en hij moet trots zijn op de stappen die ze maken. Aan het eind van 2017 was Aprilia een stuk sterker dan KTM, maar ze hebben ons nu ingehaald.”

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Quartararo ondergaat operatie in Barcelona
Volgend artikel Zarco nam bandengok om te kunnen vechten in Mugello

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland