RW Racing beraadt zich op toekomst na zwaar Silverstone-weekend

Afgezien van de eerste paar races van dit Moto2-seizoen hebben rijders Bo Bendsneyder en Steven Odendaal amper indruk kunnen maken, ondanks de hoge verwachtingen die er voorafgaand aan het jaar waren. Odendaal is zijn zitje voor 2020 al kwijt, Motorsport.com heeft vernomen dat de Zuid-Afrikaan volgend seizoen naar de WSBK-paddock trekt. Bendsneyder tekende eind vorig jaar een tweejarige deal bij RW, maar in die overeenkomst staat echter wel dat het team de mogelijkheid heeft een coureur aan de kant te schuiven als de prestaties niet op een bepaald niveau liggen.

Nu de rijderscarrousel in de Moto2 op volle toeren draait, moeten er ook bij RW Racing knopen doorgehakt worden. Hoewel de Rotterdammer ons liet weten zich geen zorgen te maken over zijn toekomst, lijken er toch twijfels te bestaan over de samenwerking. Gevraagd of het een serieuze optie is om de samenwerking met Bendsneyder na dit seizoen te beëindigen, zei Janssen in gesprek met Motorsport.com: “Dat er dingen gaan veranderen binnen de structuur is 100 procent zeker.” Hij voegde toe: “Dat ik op dit moment vanuit Japan bepaalde druk ervaar is ook gewoon zeker. Een rijder moet met druk om kunnen gaan, dat moet een team ook kunnen. We zullen daar ook naar moeten handelen. We staan op een belangrijk punt met het oog op de toekomst en we willen graag met NTS verder. Dan zullen er op een bepaald moment ook beslissingen genomen moeten worden om iedereen aan boord te houden.”

Tijdens de Britse GP moest Bendsneyder vanaf de 22ste startplaats vertrekken en liep bij de start weer averij op. Uiteindelijk kwam hij niet in de buurt van de punten, datzelfde gold ook voor Odendaal. Terugkijkend op het weekend in Silverstone en vooruitblikkend naar de rest van het seizoen, zei Janssen dat de formatie op dit moment niet tot de uitslagen komt waar het wel toe in staat geacht werd. “We zitten echt in een heel moeilijk jaar”, verklaarde hij. “Ten eerste omdat we niet de beoogde resultaten halen die nodig zijn, maar waar we ook capabel genoeg voor zijn. Dan zie je het ook in zo’n race, in de Moto2 wordt gewoon voluit gereden en als je dan te veel plekken verliest aan het begin van de race… Het tempo is wel te volgen, dat zie je ook wel aan de rondetijden, maar iedereen rijdt zo hard en dan is het gewoon heel moeilijk om plekken goed te maken.”

Competitief veld

Janssen erkent dat het voor een kleine fabrikant als NTS moeilijk is om zichtbare vooruitgang te boeken in het competitieve Moto2-veld, zeker als je maar twee rijders op de grid hebt. “Het is moeilijk om ons te vergelijken met Kalex. Als je nu een paar motoren meer zou hebben van een bepaald niveau, kun je dat vergelijken en dan is het voor de rijders ook een stimulans zodat ze weten dat er rijders met hetzelfde materiaal zijn die harder gaan. Dat is moeilijk, maar dat weten we. We werken hard aan verbetering. Maar het gat is ook niet heel erg groot. Er rijden op dit moment zeventien Kalex-fietsen in het veld en er staan er ook genoeg onder ons. Dat is ook heel belangrijk om te begrijpen voor de jongens. Een Kalex geeft ook geen garantie op podiumplekken.”

Toch stagneert de progressie van de beide rijders. Bendsneyder opende het seizoen met twee puntenfinishes op rij, maar moest toen tot Oostenrijk wachten voor hij weer een schamel punt bij mocht schrijven. “Het veld is ontzettend sterk dit jaar, je ziet het ook aan jongens die de ene race op het podium eindigen en de race erna moeite hebben om überhaupt in de punten te komen. Ik denk ook wel dat we niet alles op het materiaal af moeten schuiven, maar dat we ook gewoon in de spiegel naar onszelf moeten kijken. Wil je op dit niveau presteren, dan moet je op sommige momenten zelf ook dat stapje extra zetten. Dat is natuurlijk heel erg lastig en de jongens doen zonder meer hun uiterste best, maar soms is je best doen niet goed genoeg.”