Thrillers in Le Mans 2/5: Lammers redt Jaguar in 1988
Op 12 juni 1988 won Jan Lammers op legendarische wijze de 24 uur van Le Mans. De winst van de Nederlander kwam zeker niet zonder slag of stoot tot stand.
#2 Jaguar XJR-9LM Advanced: Jan Lammers, Johnny Dumfries, Andy Wallace
Rainer W. Schlegelmilch
Lammers reed dat jaar met de Tom Walkinshaw Racing Jaguar XJR-9LM op La Sarthe en deelde de wagen met Andy Wallace en Johnny Dumfries. Lange tijd was er weinig aan de hand, maar toen het einde naderde ontstond een versnellingsbakprobleem. De laatste uren raakte Lammers de pook niet meer aan en volbracht ronde na ronde in de vierde versnelling. Ook na de laatste pitstop reed hij weg in de vierde versnelling. Door de koppeling flink te laten slippen kwam hij van zijn plaats: “Ik had die koppeling toch niet meer nodig”, blikte de Nederlander terug op de iconische wedstrijd.
De ervaren coureur wist dat een foutje kon resulteren in een enorm drama: “Ik accelereerde heel langzaam en ik probeerde een constante druk in de versnellingsbak te houden wanneer ik van mijn gas ging. Ik was bang dat het hele ding uit elkaar zou vallen als ik te snel zou accelereren of remmen.” Waarschijnlijk had Lammers gelijk: de hoofdas was gespleten op een punt waar een olieleiding zat. Op wonderbaarlijke wijze haalde de Jaguar de finish. Rod Benoist, hoofdmonteur van de #2, zei na afloop: “De kans dat Lammers een andere versnelling had kunnen selecteren zonder grote problemen was absoluut nul. We vroegen ons echt af hoe de as het had kunnen houden.” Alastair Macquen, hoofdengineer van het Jaguar Groep C-programma, voegde toe: “Zijn rol in deze overwinning wordt enorm ondergewaardeerd. Hij was briljant.”
Ten eerste zag de Nederlander in wat het probleem was, en zorgde er vervolgens voor dat hij door kon rijden zonder al te veel tijd te verliezen. Dat laatste was van cruciaal belang want de fabrieks Porsche 962C van Derek Bell, Hans-Joachim Stuck en Klaus Ludwig was in aantocht. Daarnaast was er nog een ander probleem. De Groep C-reglementen schreven voor dat een wagen maximaal 2.550 liter brandstof mocht gebruiken. Aan de meet had Jaguar nog twee liter over.
Ondertussen was op de pitmuur al aan een Plan B gewerkt. De drie XJR-9LM’s zochten elkaar in de slotfase op. Niet alleen voor de mooie plaatjes, maar daar zat een gedachte achter: “Als de auto in de laatste ronde was stilgevallen, was het idee dat een van de anderen de neus in de versnellingsbak van de wagen van Jan zou duwen en zo over de streep zou duwen”, legde Macqueen uit. “Ik weet niet hoe, het was niet iets dat we geoefend hadden!”
Uiteindelijk was dat niet nodig, met - enorm veel - dank aan de stuurmanskunsten van Jan Lammers.
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties