ACO maakt belofte: LMP1-klasse wordt spannender in Le Mans

Toyota was afgelopen jaar enige grote fabrikant in de hoogste divisie op Le Mans en pakte de overwinning met grote overmacht. De non-hybride concurrentie werd verslagen met een marge van maar liefst 12 ronden. Sindsdien zijn de ACO en FIA bezig geweest om het verschil tussen de Toyota’s en de privateers kleiner te maken. Dit is echter tot op heden nauwelijks gelukt. Tijdens de voorbije 6 uur van Spa scoorde Toyota voor het eerst geen een-twee, maar het is nog niet voorgekomen dat een van de privéteams in dezelfde ronde is gefinisht als de TS050 Hybrid.

ACO-president Pierre Fillon heeft tijdens een persconferentie gezegd dat het grote gat tussen de dominante Toyota’s en de andere LMP1’s voor de 2019-editie van de race ‘gecorrigeerd’ wordt. “Het is een feit dat de Toyota tegenwoordig een van de meest geavanceerde raceauto’s heeft”, zei Fillon. “Het is voor de privateers niet eenvoudig om dat niveau te evenaren. De technische teams [van de ACO en FIA] hebben berekeningen gemaakt, ze hebben alle races bekeken. Vorig jaar was het gat te groot en dat is iets wat we dit jaar moeten corrigeren. Toyota blijft als fabrieksteam natuurlijk favoriet, ze hebben de middelen en in de pits zijn ze misschien efficiënter. Wat betreft de pure prestaties van de wagens ligt het dichter bij elkaar. Bij het kleinste foutje lig je op achterstand.”

Toch kan niet alles opgelost worden met de zogenaamde Equivalence of Technology [EoT], vindt sportief directeur Vincent Beaumesnil. “De gaten zijn al een stuk kleiner geworden”, meent hij. “Ik denk dat Rebellion en SMP [het team van Stoffel Vandoorne] al veel werk verzet hebben het afgelopen jaar. Zij hebben te horen gekregen dat we niet alles met de EoT op konden lossen en ze hebben vooruitgang geboekt. Op dit moment zijn ze een serieuze bedreiging en kan Toyota zich geen fouten veroorloven. Dat is het resultaat van hard werken.”

Met medewerking van Basile Davoine en Jamie Klein