Le Mans winnen was voor Bleekemolen, Ben Keating en Felipe Fraga natuurlijk het hoofddoel, maar de dramatische manier waarop maakte het alleen maar mooier voor het IMSA-team. De wagen van Keating werd een uur voor het einde binnengeroepen voor een verplichte neuswissel. Bij het uitrijden kreeg Keating ook nog een straf omdat hij uit de box vertrok met wielspin. Zo verdween een voorsprong van drie minuten op de Team Project 1 Porsche als sneeuw voor de zon en kwam de snelle Porsche-routinier Jörg Bergmeister net achter de 47-jarige amateur te liggen.
Na de drie snelste ronden van zijn leven gaf Keating de stok door aan Bleekemolen, die de klus afmaakte tijdens een spannende slotstint. Bleekemolen heeft in zijn loopbaan al heel wat meegemaakt, maar ging met heel wat emoties de wagen in. "Het gaat om een zege in Le Mans, de belangrijkste race is die er is. Als je de kans hebt om te winnen en je moet er echt nog voor gaan, dan is dat heel bijzonder”, vertelt Bleekemolen na de podiumceremonie aan Motorsport.com. "Ik wist ook niet zo goed hoe ik me moest voelen voor ik de auto inging. Ik was best wel zenuwachtig, maar ik was ook kwaad over hoe het gelopen was. Er reden heel veel auto’s rond met schade en wij hadden de schade al van het eerste uur, toen er een brokstuk tegen onze auto vloog. We hebben zo 22 uur gereden en op het einde moesten we er opeens wat aan doen. Het had ook wel eerder mogen komen…”
Uiteindelijk waren die problemen niet beslissend en kwam voor teameigenaar Ben Keating een droom uit. De Texaan komt uit een echte Ford-familie. ZIjn grootvader was een Ford-dealer, Keating zelf en drie van zijn broers ook. Die band met Ford geldt ook voor teammanager Bill Riley, de zoon van Bob Riley die in 1967 Dan Gurney en A.J. Foyt mee aan de zege hielp met de Ford GT40. Bill werkt al jaren samen met Ford en het team van Chip Ganassi, dat het fabrieksteam runt.
Wanneer we Keating vragen hoe hij zich voelt na het winnen van Le Mans in de eerste privé-Ford GT, krijgt de anders vlot pratende Amerikaan het erg moeilijk: “Ik weet niet wat ik moet zeggen, ik kom niet meer uit mijn woorden … Dit is ongelooflijk. Bill Ford stond bij ons in de garage aan de finish. Bill Riley, de jongens van Ganassi, iedereen heeft ons zo veel geholpen. Of ik ervan gedroomd had? Natuurlijk wel, ik maak deze investering niet als ik niet zou denken dat we kunnen winnen. Jeroen, Felipe en ik hebben het uitstekend gedaan. Dit is zo speciaal.”
Volgens Bleekemolen was de steun van fabrieksteam Ganassi, dat de vier garages naast Keating bewoonde, cruciaal. "Het hele plaatje klopte gewoon", legt hij uit. "Die jongens van Ganassi hebben ons ongelooflijk geholpen. Zij hebben de neus zelfs vervangen. Onze jongens hadden daar ook wel op geoefend, maar zij hebben het heel vaak gedaan. Ik was echt verbaasd hoe goed ze het hebben gedaan. Normaal ben je het buitenbeentje, maar ze kwamen elke keer langs bij ons. Ze deden er alles aan om ons te helpen winnen, oprecht en gemeend. We hadden ook een engineer van Ford bij ons. Die ondersteuning heeft ons heel erg geholpen, we reden eigenlijk als fabrieksauto’s.”
Ford trekt zich als fabrieksteam terug uit het WEC en de 24 uur van Le Mans, maar volgens Bleekemolen zien we de prachtige paarse bolide met de Wynn’s-sponsoring nog terug: “De auto is van Ben en we hebben vandaag een ticket afgedwongen voor volgend jaar, dus de kans dat we hier volgend jaar weer staan met de Ford is best wel groot. Ben moet er rustig over nadenken. Wie weet wil hij de wagen nu in een museum zetten, maar hij is een racer, dus ik denk dat hij zich volgend jaar weer wil inschrijven."
Bekijk de emoties bij Bill Riley (links) en Ben Keating (centraal) wanneer Jeroen Bleekemolen over de finish komt.
Beste reacties