Bleekemolen voor elfde keer in Le Mans: "Hier is alles anders"

Nog geen etmaal na de IMSA-race in Detroit, waarin hij met de Dodge Viper van Riley Motorsports een overwinning boekte in de GT Daytona-klasse, kwam Bleekemolen bijna twee weken geleden aan in Le Mans voor de officiële testdag. “Dat was vorig jaar ook. Dat is natuurlijk best wel apart”, vertelt hij in de hospitality van Murphy Prototypes, het team waarvoor hij dit keer meedoet. “Dit jaar was het nog wel aparter omdat we gewonnen hadden in Detroit. Dan heb je het podium en dan moet je nog naar de persconferentie en daarna gauw je spullen pakken en naar het vliegtuig. Dan ga je even slapen in het vliegtuig en dan word je hier wakker en staat de race-auto al klaar. Dat is een hele rare gewaarwording.“

Volgens Bleekemolen kleeft er geen risico aan het feit om na zo’n lange reis gelijk weer acht het stuur te kruipen. “Nee, we hebben allemaal veel ervaring. Je weet wat je doet. Natuurlijk, je bent wat vermoeider, maar als dat een belemmering is, dan zou je in de race ook niet mogen rijden, want dan ben je aan het einde ook verschrikkelijk moe. Dus wat dat betreft maakt het niet uit. Maar een optimale voorbereiding is het niet. Zeker niet”, erkent Bleekemolen. Om naar Le Mans af te reizen met een overwinning op zak, was natuurlijk wel goed voor de energie: “Dat is altijd leuk. Dan zit je nog vol vertrouwen van die race. Maar hier begint het weer helemaal opnieuw, want dit is een heel ander spelletje. Ander circuit, andere auto, andere competitie, andere snelheden. Alles is anders. Je moet jezelf dan wel even resetten.”

Zes jaar oude auto

Bleekemolen was aanvankelijk van plan om net als vorig jaar met het Viper-team deel te nemen aan Le Mans, maar dat kwam tot zijn grote teleurstelling op de zevende plek op de reservelijst terecht. Via Bill Riley van Riley Motorsports vonden hij en zijn teamgenoot Ben Keating al snel onderdak bij Murphy Prototypes, dat wel een startbewijs kreeg maar nog geen coureurs had.

Voor de prijzen meedoen wordt lastig met de ORECA 03R van de Ierse formatie, weet Bleekemolen: "We komen iets tekort ten opzichte van de nieuwere auto’s. Deze wagen is al zes jaar oud, dat maakt het moeilijk om mee te komen. De auto is op alle gebieden gewoon wat minder. De nieuwe wagens hebben echt meer downforce of minder drag. Dus ze kunnen op het rechte stuk net zo hard maar ze hebben meer downforce waardoor ze later kunnen remmen en sneller door de snelle bochten kunnen. Maar ook de mechanische grip is gewoon iets meer.”

Het raceweekend in Le Mans kende geen geweldige start voor Murphy. In de training waren er technische problemen en een spin van Keating, die door een piepschuimen blok met Total-reclame ging. The Bleek: “We hadden in het begin veel problemen. Eerst deed onze GPS het niet. Het is verplicht om die te hebben, zodat de organisatie kan zien waar je rijdt en hoe hard je rijdt. Dus die moesten we maken. Dat kostte veel tijd. Verder hadden we nieuwe schokdempers die beter moesten zijn, maar het gevoel was echt heel slecht. Na een paar dingen proberen, hebben we die er uiteindelijk maar afgehaald en zijn we teruggegaan naar de schokdempers van de test. Dat heeft eigenlijk de hele vrije training gekost. Het wisselvallige weer hielp ook niet.”

Zodoende werd er tijdens de eerste kwalificatie op woensdag nog aan de afstelling gewerkt. "We hebben dus niet met weinig benzine en nieuwe banden gereden. Dat had ons misschien een paar plekken opgeleverd op de startopstelling, maar die drie, vier of vijf posities wegen niet op tegen een betere set-up voor een race van 24 uur", licht Bleekemolen toe. Regen tijdens de kwalificaties op donderdag betekende dat er uiteindelijk niet meer in zat dan een 25e startpositie voor Bleekemolen en zijn team.

Elfde Le Mans-deelname

De in Monaco woonachtige coureur doet voor het elfde achtereenvolgende jaar mee aan de beroemdste langeafstandsrace ter wereld. Hoogtepunt van de afgelopen tien deelnames was natuurlijk de overwinning die hij in 2008 samen met Jos Verstappen en Peter van Merksteijn in de Porsche RS Spyder boekte bij de LMP2’s. “Dat was een hele mooie prestatie. Le Mans winnen in je klasse is natuurlijk altijd iets gaafs. Een zege in het algemeen klassement is natuurlijk nog tien stappen mooier, maar het was echt fantastisch om die race te winnen", blikt Bleekemolen terug. "Maar ik heb ook hele goede herinneringen aan 2011 met Rebellion, toen we ook overall erg goed meededen en zesde werden in het algemeen klassement, achter de vijf diesels van Audi en Peugeot. Dat was gewoon gaaf. Ik ben die race gestart om met die jongens de eerste chicane in te duiken en hard tegen ze te racen. Er was ook nog contact in de eerste bocht. Het was wel mooi om midden in dat gevecht te zitten.”

“In 2008 hebben we eigenlijk vrij gemakkelijk gewonnen, omdat die auto gewoon verschrikkelijk goed was”, aldus de 34-jarige Bleekemolen. “Er was nog zo’n wagen dus die moesten we verslaan, maar met een foutloze race zouden we hem gewoon winnen. Dus op sportief vlak was die race misschien iets minder uitdagend dan 2011, want dat was echt knokken. In 2008 lagen we ver voor en was het meer een kwestie van uitrijden. Maar aan beide races bewaar ik hele mooie herinneringen.”