Massa wil karting in 2024 op Olympische Spelen hebben

Massa werd vorig jaar na zijn vertrek uit de Formule 1 als president benoemd van de internationale kartfederatie CIK-FIA en heeft grootse plannen met de sport die geldt als leerschool van de autosport. Elektrisch karting wordt dit jaar voor het eerst als demonstratiesport toegevoegd op de Jeugd Olympische Spelen in Buenos Aires.

Massa heeft nu onthuld dat hij de nieuwe technologie wil gebruiken om karting onderdeel te maken van de Olympische Spelen. “We hebben goede plannen”, zei Massa in de Braziliaanse TV-show Conversa com Bial. “Er komt een evenement in Argentinië, aan het eind van het jaar, tijdens de Olympische Spelen. Het idee is om met elektrische karts te gaan races tijdens de Spelen van 2024 in Parijs.”

De autosport is nooit Olympisch geweest, maar de FIA is lid van het Internationaal Olympisch Comité en is zodoende als internationaal sportfederatie erkent. De opkomst van de elektrische auto- en motorsport is rap gegroeid in de afgelopen jaren met de Formule E als voorloper en recent de introductie van enkele toerwagen- en rallycross-projecten. Tegelijkertijd zijn er ook diverse initiatieven om elektrische karts te produceren en Massa gelooft dat het snel een serieuze discipline kan worden.

“We staan nog aan het begin”, vervolgde hij. “Er zijn veel dingen die we nog moeten ontwikkelen zoals het lichter maken van de batterijen, die zijn nu nogal zwaar. Vooral bij kinderen is dat belangrijk wanneer ze crashen of een rol maken, het gewicht van de karts maakt een groot verschil. Het gaat echter weinig tijd kosten, de ontwikkeling gaat razendsnel.”

Elfvoudig Grand Prix-winnaar Massa, die komend seizoen de helm weer opzet in de Formule E, is van mening dat hij met veel nieuwe energie is begonnen aan zijn nieuwe rol bij CIK-FIA. “Ik heb in mijn carrière zoveel meer bereikt dan ik me ooit had kunnen voorstellen, meer dan ik droomde”, voegde hij toe. “Ik denk dat het de moeite waard is om iets terug te doen voor de sport, vooral voor de jonge talenten, de kinderen.”

Met medewerking van Bruno Ferreira en Scott Mitchell