Special feature

Retro: Wheldon wint tweede Indy 500 na zinderende ontknoping

Precies tien jaar geleden kende de 95ste editie van de Indianapolis 500 een krankzinnige ontknoping, waarbij de zege onverwacht bij Dan Wheldon terecht kwam. Het bleek de laatste zege van de sympathieke Brit, die later in 2011 om het leven kwam bij een race-ongeval in Las Vegas. Motorsport.com blikt terug op die bijzondere race.

Victory circle: race winnaar Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport with Curb / Agajanian

Foto door: Eric Gilbert

J.R. Hildebrand, Panther Racing wordt ingehaald door Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport met Curb/Aga
Fotoshoot: Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport with Curb / Agajanian signeert handtekeningen
Fotoshoot: de winnende wagen van Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport with Curb / Agajanian
Fotoshoot: Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport with Curb / Agajanian met de Borg-Warner Trophy

Dan Wheldon was sinds 2003 een vaste waarde in de IndyCar Series, nadat hij eind 2002 debuteerde op Chicagoland Speedway. Succesvol was hij ook, getuige het winnen van de titel in 2005. Datzelfde jaar zegevierde de Brit namens Andretti Green Racing, het huidige Andretti Autosport, ook bij de Indy 500. Dat was de meest prestigieuze van zijn zes overwinningen dat jaar. Via drie seizoenen bij Chip Ganassi Racing kwam Wheldon in 2009 weer bij Panther Racing terecht, het team waarmee hij in 2002 debuteerde. Daar zou hij twee seizoenen blijven, alvorens hij vanwege een gebrek aan sponsoring aan het eind van 2010 vertrok.

Kans bij voormalig teamgenoot Bryan Herta

Voor 2011 slaagde Wheldon er echter niet in om een vaste plek te vinden in de IndyCar en zo stond hij de eerste vier races van het nieuwe seizoen, de laatste met het verouderde Dallara IR-05 chassis en de atmosferische V8-motor van Honda. In de achtergrond gaf de destijds 32-jarige coureur de zoektocht naar een zitje niet op. Hij sprak met meerdere teams, waaronder Dreyer & Reinbold Racing. De keuze viel uiteindelijk op Bryan Herta Autosport van voormalig Andretti-teamgenoot Bryan Herta, dat de auto met startnummer 98 voor hem prepareerde voor de Indianapolis 500.

Tekst gaat verder onder foto

Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport

Dan Wheldon, Bryan Herta Autosport

Foto: IndyCar Series

De voorbereidingen op de Indy 500, die in 2011 honderd jaar bestond, begonnen op zaterdag 14 mei. Wheldon liet daarbij verstek gaan en doordat de tweede training op zondag verregende, reed Wheldon pas op maandag 16 mei zijn eerste ronden op de Indianapolis Motor Speedway. Hij opende met de 32ste tijd, om vervolgens op donderdag al op te klimmen naar de veertiende positie en de vrijdag zelfs binnen de top-tien af te sluiten. Daarmee leek Wheldon op tijd in vorm te raken voor de kwalificatie, die op zaterdag 21 mei plaatsvond.

Prima kwalificatie, maar Ganassi ijzersterk in race

Na de afsluitende vrije training op zaterdagochtend werd er ’s middags gekwalificeerd op de Indianapolis Motor Speedway. Wheldon maakte in het eerste deel van de kwalificatie een sterke indruk en hij slaagde erin om zich bij de negen snelste rijders te plaatsen, waarmee hij zich verzekerde van aansluitende de Fast Nine Shootout. Die sessie werd vanwege regenval kortstondig uitgesteld, maar kon later op zaterdag alsnog verreden worden. De pole-position ging naar Alex Tagliani en Sam Schmidt Motorsports, vlak voor Scott Dixon en Oriol Servià. Wheldon haalde het tempo van het trio op de eerste rij niet, maar desondanks bracht hij zichzelf met de zesde startpositie in een goede uitgangspositie voor de race, die op zondag 29 mei verreden zou worden.

Ondanks zijn zesde startplek leek Wheldon lange tijd geen serieuze gooi te doen naar de overwinning tijdens de 95ste editie van de Indy 500. Met name Chip Ganassi Racing maakte een sterke indruk tijdens de race, met zowel Dario Franchitti als Dixon nadrukkelijk in de voorhoede aanwezig. Ook Tagliani en Servià meldden zich in de eerste helft van de 200 ronden tellende race aan het front. De crash van Ryan Briscoe en Townsend Bell in ronde 158 was echter het startschot van een zinderende slotfase.

Tekst gaat verder onder foto

Dan Wheldon (midden) achter Townsend Bell (links) en voor Dario Franchitti

Dan Wheldon (midden) achter Townsend Bell (links) en voor Dario Franchitti

Foto: Covy Moore

Tijdens de neutralisatie die volgde na dat ongeval, maakten een handvol coureurs een pitstop voor extra brandstof in de hoop dat zij de race vervolgens uit zouden kunnen rijden. Franchitti en J.R. Hildebrand waren de voornaamste rijders die dit deden, evenals de Belg Bertrand Baguette. Zij gokten op een nieuwe caution later in de race, die uiteindelijk niet zou komen. Daardoor kwam de koppositie in de zinderende slotfase bij meerdere coureurs terecht. Zo reed Graham Rahal voor het eerst in zijn loopbaan aan de leiding in de Indy 500, maar na zes ronden moest hij een pitstop maken. Hetzelfde overkwam Tony Kanaan en Danica Patrick, die ook aasden op hun eerste zege op de Brickyard. Het groepje met Franchitti, Baguette en Hildebrand kwam hierdoor weer aan het front, met daarachter de reeds gestopte Wheldon en Dixon.

Hildebrand geeft zege pijnlijk uit handen

Baguette greep de koppositie, terwijl Franchitti veel brandstof bespaarde en terugviel tot achter Hildebrand. Pas drie ronden voor het einde kwam de Belg voor het laatst naar de pits en dat bracht debutant Hildebrand aan de leiding. In tegenstelling tot Baguette had de coureur van Panther Racing wél voldoende brandstof om de finish te bereiken en dus leek er voor het eerst sinds Helio Castroneves in 2001 een debutant de Indy 500 te gaan winnen. Toch zou de droom van Hildebrand uiteen spatten en dat gebeurde op het voor hem meest pijnlijke moment dat zoiets kan gebeuren.

Tekst gaat verder onder foto

Het wrak van J.R. Hildebrand glijdt over de finish

Het wrak van J.R. Hildebrand glijdt over de finish

Foto: Michael L. Levitt / Motorsport Images

De 23-jarige rookie begon als leider aan de laatste ronde en leek gemakkelijk op de zege af te koersen, tot hij in de laatste bocht van de race achterblijver Charlie Kimball buitenom wilde passeren. Daarbij ging Hildebrand van de ideale lijn, kwam op de marbles en gleed pardoes met de rechterflank van zijn bolide de muur in. Langs de muur schurend reed de Amerikaan op de finish af, maar in het zicht van de haven ging Wheldon voorbij aan de man die hem verving bij Panther Racing. Zo pakte de Brit zijn tweede zege in de Indianapolis 500, ditmaal als gastrijder van het kleine Bryan Herta Autosport. En passant zette Wheldon daarbij ook een record voor het laagste aantal ronden dat de winnaar aan de leiding ging: slechts één, maar dus wel de belangrijkste.

Noodlot slaat toe tijdens invalbeurt in Las Vegas

Wheldon leek lang op weg naar zijn derde tweede plaats op rij tijdens de Indy 500, maar uiteindelijk werd het dus een tweede zege. Niet slecht voor een coureur die op dat moment geen contract had voor de rest van het seizoen. “Ik denk dat het contract middernacht afloopt”, zei hij destijds kort na de race. Dat was ook het geval, want in de eerstvolgende elf races stond Wheldon niet op de startopstelling van de IndyCar-races. Hij hield zich bezig met de tests van het nieuwe IndyCar-chassis van Dallara, dat in 2012 geïntroduceerd zou worden. Pas in de laatste twee races van 2011 zou de inmiddels 33 jaar geworden Brit weer meedoen, ditmaal als vervanger van Tagliani bij Sam Schmidt Motorsports. De eerste van die races, op de oval van Kentucky, sloot hij af op P14.

Tijdens de slotrace van het IndyCar-seizoen 2011 in Las Vegas werd duidelijk dat Wheldons zege op Indianapolis ook de laatste zou zijn van zijn carrière. In de elfde ronde raakte hij betrokken bij een massale crash met vijftien auto’s, waarbij zijn bolide de lucht in ging en meters langs het hekwerk rond het circuit schaafde. De rollbar van de auto met startnummer 77 brak hierdoor af en dat had tot gevolg dat Wheldon met zijn hoofd in aanraking kwam met een paal. Die klap werd hem fataal, waardoor Lionheart op 33-jarige leeftijd om het leven kwam.

De naam van Wheldon leeft nog altijd voort in de IndyCar. Chassisbouwer Dallara besloot hem na zijn overlijden te eren door het nieuwe chassis, waarvoor de Brit zoveel testwerk had verricht, naar hem te vernoemen. Die kreeg hierdoor de naam DW12. Het chassis vormt anno 2021 nog altijd de basis van de IndyCar-bolides, die in 2018 wel werden uitgerust met een geheel nieuwe aerokit.

Video: De hoogtepunten van de Indy 500 van 2011

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Carpenter over toekomstig kampioen VeeKay: “Mist alleen ervaring”
Volgend artikel VIDEO: De volledige startopstelling voor de 105de Indianapolis 500

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland