IndyCar gaat begin 2022 voor het eerst testen met hybridemotoren

Acht jaar na de Formule 1 breekt begin 2022 ook het hybridetijdperk van diens Amerikaanse tegenhanger aan. IndyCar-motorleveranciers Chevrolet en Honda zullen begin volgend jaar voor het eerst gaan testen met de 2.4-liter hybridemotoren die een jaar later hun racedebuut moeten maken.

Rinus VeeKay, Ed Carpenter Racing Chevrolet

Foto door: Jake Galstad / Motorsport Images

In de IndyCar Series wordt er al sinds 2012 met 2.2-liter twin-turbo V6-motoren gereden, die zo’n 700 pk aan vermogen leveren. Vanaf 2023 zullen de IndyCar-coureurs wat meer pk’s ter beschikking krijgen, wanneer ook de Amerikaanse raceklasse overstapt op hybridemotoren. Er wordt voor de 2.4-liters gemikt op een basisvermogen van zo’n 800 pk, maar daar zal dankzij een KERS-systeem nog eens 100 pk aan elektrisch vermogen bijkomen.

“In het eerste kwartaal van 2022 zal er gestart worden met het testen van de nieuwe motoren”, vertelt IndyCar-president Jay Frye aan Motorsport.com. “We hebben dit al een aantal keren uitgesteld, maar we hebben nu een goed gevoel over waar we staan, dus in het eerste kwartaal van volgend jaar zullen we de baan op gaan.”

”We zijn de procedure nog een beetje aan het uitvogelen, maar ik zie het voor me dat het testen min of meer op dezelfde manier zal gebeuren als hoe we de aerokits hebben getest. De fabrikanten zullen een grote invloed hebben op de teams die tegelijkertijd met de twee motoren zullen testen. Het was tijdens het testen van de aerokit bijzonder nuttig dat we coureurs – zoals Juan [Pablo Montoya] en Oriol [Servia] – in konden zetten die wel nog actief waren in de sport, maar niet fulltime deelnamen aan het seizoen. Zo zien we het ook voor ons met de nieuwe motoren. Maar zover zijn we nog niet. Tot die tijd kunnen Honda en Chevrolet de motoren alleen op de testbank laten lopen.”

Meer IndyCar-nieuws:

Hoewel de nieuwe motoren naar verwachting wel in het huidige chassis passen, vereist het hybridesysteem wel onder andere extra koeling, bekabeling en een accu. Engineers verwachten dat het gewicht van de auto’s daarmee met zo’n 45 kilo zal toenemen. “Zoiets heeft altijd wel gevolgen toch?”, vervolgt Frye. “Of het nu koeling, het ontwerp van de engine-cover, het algehele gewicht of de verdeling daarvan is. Al die details zullen we managen voordat we iets aankondigen over de leverancier van de hybride-unit.”

IndyCar blijft hoopvol over derde motorleverancier

Voorlopig blijft de IndyCar afhankelijk van Chevrolet en Honda als motorleveranciers, maar Frye laat weten dat er nog altijd gesproken wordt met andere fabrikanten: “We hebben goede hoop. Mocht je nou denken: 'Ja, dat hebben we eerder gehoord', dan begrijp ik dat. Het komt niet door een gebrek aan inzet dat we nog geen derde fabrikant hebben kunnen bevestigen. Een deel van het probleem zit hem in de timing. Met een aantal van hen zaten we in een vrij vergevorderd stadium met de gesprekken, maar het had voor hen geen zin om geld te spenderen aan iets dat geen enkele vorm van elektrificatie heeft. Dus dat werd hem niet. Dat deel van de som proberen we nu op te lossen en we blijven met verschillende kandidaten in gesprek. We hebben goede hoop.”

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Palou baalt van tweede plaats, maar prijst Castroneves
Volgend artikel IndyCar blijft tot en met 2026 in St. Petersburg racen

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland