Interview: Beitske Visser begint bij BMW aan nieuw hoofdstuk in carrière

Het is even stil geweest rond Visser. Na eind vorig jaar haar derde seizoen in de Formule 3.5 te hebben afgerond, was het de vraag wat de volgende stap zou worden in haar carrière. Vorige week kwam het verlossende woord. Visser is opgenomen in het BMW Motorsport Junior Programme, waar in het verleden onder andere Formule 1-kampioenen Sebastian Vettel en Nico Rosberg en tweevoudig DTM-kampioen Marco Wittmann deel van uitmaakten, en zal de switch maken van de formulewagens naar de GT’s en de toerwagens.

“Ik weet nog niet precies welke wedstrijden ik ga rijden, maar het is in ieder geval de bedoeling dat ik met de GT4 een aantal langeafstandsraces ga doen. Dat zijn dan wedstrijden van 12 en 24 uur”, zegt Visser, die in 2013 nog lid was van het Red Bull Junior Team, tegen Motorsport.com. Over hoe het programma bij BMW er verder uitziet, vertelt ze: “We zullen af en toe een bezoek aan de fabriek in München brengen om daar meer over het technische aspect van de auto te leren. Verder zullen we een paar keer naar Italië gaan om te trainen en zullen we wat testwerk doen.”

In zekere zin treedt Visser in de voetsporen van vader Klaas, die in het verleden toerwagencoureur is geweest voor BMW en tot enkele jaren geleden BMW-dealer was. “Het is niet zo dat connecties ervoor hebben gezorgd dat ik nu bij BMW zit”, benadrukt Visser. “In dat opzicht had het net zo goed een ander merk kunnen zijn. Maar het is wel leuk natuurlijk dat mijn vader vroeger ook voor BMW heeft geracet en een dealership heeft gehad, en dat ik daar nu ook ga racen. Mijn vader vindt dat natuurlijk ook erg leuk.”

Shoot-out

BMW organiseerde in april een shout-out en nodigde daar een viertal coureurs voor uit, waaronder Visser. De keuze van de bazen van BMW Motorsport viel uiteindelijk op de 22-jarige rijdster uit Sneek en de Duitser Dennis Marschall. Over hoe de shoot-out precies in zijn werk ging, laat Visser weten: "Ik ben eerst in Italië geweest voor een fitnesstest en daarna zijn we naar Zuid-Frankrijk gegaan, waar BMW een eigen baan heeft in Miramas. Daar hebben we met de GT4 gereden. Je krijgt dan eerst even de kans om aan de auto te wennen en de baan te leren kennen. Op een gegeven moment komen er nieuwe banden onder en dan doe je een kwalificatiesimulatie. Long runs zijn natuurlijk ook belangrijk in langeafstandswedstrijden, dus vervolgens moesten we een long run rijden. Dan kijken ze naar constantheid en letten ze erop dat je geen foutjes maakt, dat soort dingen.”

Volgens Visser, die overigens twee dagen na de testdag al een telefoontje kreeg dat ze opgenomen was in het BMW Motorsport Junior Programme, duurde het niet lang voordat ze gewend was aan de auto en ze verwacht dan ook een soepele transitie van de formule-auto’s naar het langeafstandsracen. “De auto rijdt natuurlijk wel even anders. Het is veel meer gewicht en de downforce is anders dan bij een formule-auto. Dus dat is even wennen. Een ander verschil is natuurlijk dat de races langer zijn. Maar in principe heb je niet veel tijd nodig om daaraan te wennen”, denkt Visser, die al een klein beetje ervaring heeft met het racen met een dichte auto.

In 2011 baarde ze opzien door als zestienjarige bij haar autsportdebuut tijdens een gastoptreden in de Dutch Supercar Challenge gelijk te winnen. Op het circuit van Assen reed ze een veld vol ervaren mannen op een hoop. Een jaar later kroop ze - compleet onvoorbereid - achter het stuur van een Porsche GT3 bij de Baku City Challenge, omdat een van de rijders eerder weg moest. Eigenlijk zou ze dat weekend alleen taxiritjes geven voor de organisatie, maar plots vond ze zichzelf aan de start van de finalerace. Visser over die twee races: “In de Supercar Challenge ging het natuurlijk supergoed en in Baku ging het eigenlijk ook niet verkeerd. Het is natuurlijk alweer een tijd geleden, dus ik denk daar niet zoveel meer aan terug. Maar dat het destijds goed is gegaan, geeft me wel het vertrouwen dat het nu ook goed kan gaan.”

Zorgen

Visser zegt dat ze zich wel even zorgen heeft gemaakt over hoe het verder moest met haar autosportcarrière, na twee seizoenen in de ADAC Formel Masters en drie jaar in de Formule 3.5. “Natuurlijk”, geeft ze eerlijk toe, alvorens duidelijk te maken dat er ook sponsorproblemen waren. “De sponsors die ik vorig jaar had, kwamen er vrij laat achter dat ze voor dit jaar niet door konden gaan doordat ze problemen hadden in het bedrijf. Dat was redelijk laat bekend. Gelukkig belde vrij snel daarna BMW”, aldus Visser.

In haar laatste seizoen in de 3.5 finishte Visser op drie races na in alle wedstrijden in de punten. Een vijfde plaats op het circuit van Jerez de la Frontera was haar beste resultaat. “Met gemengde gevoelens”, antwoordt ze op de vraag hoe ze terugkijkt op haar seizoen bij het Spaanse Teo Martin Motorsport. “We hebben aangetoond dat we heel snel kunnen zijn, maar we hebben ook best veel pech gehad. Dat ik bijvoorbeeld in de top-vijf reed en we vervolgens een technisch probleem kregen waardoor we de race niet uit konden rijden. Maar ik denk dat we wel hebben laten zien dat we snel waren.”

Het kampioenschap stond tot en met 2015 bekend als de World Series by Renault, maar moet het sinds vorig jaar doen zonder de steun van de Franse fabrikant, waarmee het wat aan prestige lijkt te hebben ingeboet. Volgens Visser is de Formule 3.5 echter nog altijd een zeer competitieve klasse. “Het veld was misschien iets minder groot dan de jaren ervoor, maar als je kijkt naar de coureurs vooraan, dan zijn die wel van topniveau. Iemand als Tom Dillmann, bijvoorbeeld, dat is gewoon een heel sterke rijder.”

Visser is alles bij elkaar tevreden over wat ze in de formulewagens heeft neergezet. “Ik denk dat ik het in de Formel Masters gewoon goed heb gedaan. In het eerste jaar heb ik natuurlijk niet alle wedstrijden gereden [als gevolg van een gebroken rugwervel aan het begin van het seizoen en een gebroken hand later in het jaar] en in het tweede seizoen had ik aan het begin wat pech, maar over het algemeen zaten we er altijd goed bij. De stap naar de 3.5 was natuurlijk enorm groot, dus we wisten dat we er in het begin niet bij zouden zitten, maar ik wel heel veel zou leren. Uiteindelijk waren we ook daar competitief, dus ik denk dat het voor het leertraject wel heel goed is geweest.”

‘DTM is zeker vet’

Mogelijkheden om door te gaan in de eenzitters waren er, maar Visser is blij met hoe alles is uitgepakt: “Ja, we hebben wel een paar kansen gehad, maar uiteindelijk denk ik dat we nu een hele goede stap hebben gemaakt.” Coureurs die van de formulewagens naar de GT's switchen, hopen daar doorgaans een lange carrière als autosportprofessional in op te kunnen bouwen. Dit geldt ook voor Visser, al wil ze niet te ver vooruit kijken. “In de autosport kun je eigenlijk niet op de lange termijn denken”, weet ze. “Je moet gewoon ieder jaar presteren om het volgende jaar weer aan de bak te komen. Dat is en dat blijft zo, dus ver vooruit kijken kun je nooit.”

Vorig jaar gaf ze in een interview met Motorsport.com aan dat de Formule 1 het einddoel was. Gevraagd of ze nu afscheid heeft genomen van die droom: “Voor de Formule 1 heb je heel veel geld nodig en dat heb ik gewoon niet. Dus dan wordt het sowieso een lastig verhaal.” Pascal Wehrlein heeft recentelijk echter laten zien dat het ook nog altijd mogelijk is om via de toerwagens naar de Formule 1 te komen. De Duitser werd na in 2015 kampioen te zijn geworden in de Deutsche Tourwagen Masters door Mercedes in de koningsklasse van de autosport ondergebracht en is dit jaar actief voor het Sauber Formule 1-team. Of dit een route kan zijn die Visser ook kan bewandelen? “Wie weet. Er zijn altijd wel openingen, maar ik focus me eerst op wat ik nu moet doen en ik zie dan wel wat de volgende stap is.” DTM lijkt haar in elk geval wel wat: “Zeker. Dat is het hoogste niveau binnen de toerwagensport, dus het is zeker vet als je daar kunt rijden.”