Van Buren blijft overeind in RoC: “Montoya moest wel lachen”

Rudy van Buren maakte een uitstekende indruk tijdens de Race of Champions en kon prima meekomen met enkele gerespecteerde routiniers. Het kwam hem op flink wat complimenten te staan.

Rudy van Buren

Foto door: Race of Champions

Rudy Van Buren en Tom Kristensen in de Ariel Atom Cup
Rudy Van Buren backstage
Enzo Bonito en Rudy Van Buren
Rudy Van Buren, Team Simracing All Stars in de Ariel Atom Cup

Ga er maar aan staan: acht jaar niet in een racewagen gezeten, een flinke naam opgebouwd in de simulator en dan deelnemen aan de Race of Champions. Natuurlijk werd er op de donderdag voor het evenement met argusogen naar Van Buren gekeken. “Je komt daar natuurlijk wel binnen met een flink stempel op je voorhoofd”, zei Van Buren tegen Motorsport.com. “En niemand wil verliezen van een simracer, dat had ik ook niet gewild. Ik had me ook niet echt kunnen voorbereiden op het evenement. Het was gewoon een kwestie van fit zijn, goed in m’n vel zitten en dan maar gewoon zien wat er gebeurde.”

Van Buren hoefde overigens niet te rekenen op een speciale behandeling. “Nee, ik ben echt als één van de coureurs behandeld. Niks voorkeur; jij wilde het zo? Dan krijg je hem ook zo [lacht], en volkomen terecht. Dus ik kreeg, net zoals de rest, een paar rondjes met elke auto om te kunnen wennen.” Dat ging niet van een leien dakje, want niet alle auto’s bleken altijd even betrouwbaar. “De eerste auto had gelijk een technisch probleem, dus daar ging al gelijk een groot deel van de voorbereiding. Uiteindelijk kwam ik tot een rondje of twaalf, voordat de race echt van start ging.”

De eerste rit was niet tegen de minste: negenvoudig Le Mans-winnaar Tom Kristensen in de NASCAR. “In de moeilijkste auto tegen de snelste vent”, verzuchtte Van Buren. “En ik had geen idee hoe ik in zo’n auto moest rijden. Van tevoren had ik Juan Pablo Montoya om advies gevraagd, of ik bijvoorbeeld moest koppelen. Hij schoot direct in de lach. ‘Nee joh, gewoon links remmen en dat ding in z’n versnelling rammen. Koppelen hoeft niet.’ Dus dat deed ik en dat ging helemaal niet slecht. Ik eindigde kort achter Kristensen en daar was ik natuurlijk wel blij mee.”

Vervolgens trad Van Buren aan tegen Lando Norris, de reservecoureur van McLaren. “Daar werd in Woking wel even naartoe geleefd”, zei hij. “Dat is teamstrijd en dan moet je er voor gaan. Dat ik hem vervolgens versloeg was natuurlijk wel lekker. Kijk, het is de Race of Champions dus je moet er niet teveel aan hangen, maar het is natuurlijk gaaf.” Ook de rit tegen Joel Eriksson werd gewonnen, toen de Zweed z’n buggy in de muur hing. “Ik kon de piepende banden over het geluid van mijn auto horen”, aldus Van Buren.

Op dag twee won Van Buren nog van Timo Bernhard, maar kwam hij niet tot aan de knock-out fase. Wat overblijft is vooral het gevoel dat hij zichzelf goed heeft laten zien en dat hij het respect van de profs heeft gekregen. “In het begin was iedereen heel behulpzaam, maar natuurlijk ook sceptisch. Niemand wil verliezen van een simracer. Na de race tegen Kristensen stond iedereen te klappen, kreeg ik schouderklopjes, dat voelde heel goed. Het zijn natuurlijk allemaal wel echt mannetjes en als je daar dan de credits van krijgt, moet je gewoon blij zijn.”

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Coulthard verslaat Solberg voor zijn tweede Race of Champions-eindzege
Volgend artikel Motorsport Network verwerft Duke Video Motorsport archief

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland