Interview

Ratel: “Toekomst autosport elektrisch en met meer privateers”

De ontwikkelingen die de afgelopen jaren ingezet werden in de autosport zullen naar aanleiding van de coronacrisis in een stroomversnelling terechtkomen. Dat verwacht Stephane Ratel van SRO, organisator van de GT World Challenge. De Fransman sprak in het kader van de #thinkingforward-reeks exclusief met Motorsport.com.

Stéphane Ratel, CEO SRO

Stéphane Ratel, CEO SRO

Gruppe C GmbH

Thinking Forward

Thought leadership series

Ratel verwacht dat de urgentie om de motorsport te veranderen alleen nog maar groter gaat worden na de crisis. Daarbij speelt niet alleen het financiële aspect een grote rol, ook op ecologisch vlak zullen fabrikanten hun betrokkenheid in de motorische sporten heroverwegen. In de GT World Challenge heeft Ratel de afgelopen jaren al verschillende maatregelen genomen om de betrokkenheid van fabrikanten terug te dringen, het GT3-kampioenschap floreert anno 2020 dankzij de vele actieve privéteams. Deze trend gaat ook in andere kampioenschappen steeds prominenter worden, verwacht Ratel.  

“Ik heb gezegd dat we over tien jaar alleen nog maar elektrische raceklassen en privateers hebben”, verklaarde hij. “Het lijkt erop dat deze crisis voor een stroomversnelling in dat proces kan zorgen. We hebben recent meer geïnvesteerd in privateers. Het lijkt er daarom op dat wij met ons kampioenschap in een gunstigere positie zitten dan andere kampioenschappen. Onze teams leunen echter ook op steun van fabrikanten, dat is de afgelopen jaren teruggelopen, het is niet iets waar we gisteren pas mee begonnen zijn. Het is duidelijk dat alle motorsportprogramma’s in zekere zin afhankelijk zijn van fabrikanten. De directe betrokkenheid en investeringen komen door deze crisis onder druk te staan. Alleen de elektrische racerij lijkt buiten schot te blijven. Ik denk dat dit een effect is van wat we de afgelopen maanden gezien hebben. Klimaatverandering gaat op de lange termijn invloed hebben op mensen en milieutechnische vraagstukken. Dat gaat een nog grotere rol spelen.”

Fabrikanten zullen de komende periode gebruiken om hun activiteiten te heroverwegen. Volgens Ratel is het daarom essentieel om op ieder vlak te kijken naar bezuinigingen. “Het is op dit moment erg essentieel dat we een routemap opstellen voor kostenbesparingen. Dat geldt voor elk onderdeel van elke sector. We moeten ook zorgen voor een routekaart op het gebied van milieu, dat gaat nog belangrijker worden. Als we daar een combinatie van kunnen maken is er zeker een goede manier. Het zal [voor fabrikanten] altijd interessant blijven om promotie te hebben, zeker ook sportieve promotie. Het is ook belangrijk om te bedenken dat deze fabrikanten allemaal jaren aan ervaring en geschiedenis hebben in de autosport. Het is belangrijk dat ze dat in hun product vertalen. Zelfs als je elektrisch gaat met alle nieuwe technologie, kun je niet vergeten wat een merk in het verleden gepresteerd heeft. Dat mag niet vergeten worden. Het is belangrijk dat fabrikanten dat vertalen naar de nieuwe producten, om die reden denk ik ook dat autosport relevant blijft.”

Op sportief vlak stonden de kampioenschappen onder de SRO-vlag er behoorlijk goed voor totdat de crisis begon. Ratel had een nieuwe sponsor binnengehaald na het vertrek van Blancpain, bovendien stond er een groot aantal teams ingeschreven voor het kampioenschap dit jaar. “Zelfs al zou de crisis ons raken denk ik dat we een redelijk goede positie hebben”, vervolgt Ratel. “Op de korte termijn dan toch, we gaan hierdoor een flinke economische crisis tegemoet. Wat kunnen onze teams en mensen in de toekomst nog doen om een team te financieren als de fabrikanten minder betrokkenheid tonen? Dat is een belangrijke vraag.”

Ratel hoopt op de korte termijn zijn kampioenschappen weer op gang te brengen, maar dat blijkt nog geen sinecure te zijn. Ondanks dat men recent een nieuwe kalender – met daarop ook Zandvoort – presenteerde, zijn er nog altijd vraagtekens. “Het is een ding om in een zorgelijke situatie dergelijke zaken te plannen, maar we werken nu al een tijdje in dit milieu. Voor een ronde van de GT World Challenge hebben we, samen met alle supportklassen, zo’n 2.000 tot 2.500 mensen op locatie. Dan gaat het om 200 tot 300 wagens met coureurs, met monteurs, de productie voor televisie. Je hebt het over veel mensen. Voor ons is het belangrijk om te weten met hoeveel mensen we actief kunnen zijn op de betreffende locatie. We bekijken het scenario dagelijks om te kijken of een start in de zomer realistisch is, maar op dit moment ben ik daar redelijk optimistisch over.”

Met medewerking van James Allen

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Wachten op vaccin? Assen houdt hoop voor DTM en Gamma Racing Day
Volgend artikel Aston Martin haalt AMG-topman Moers als opvolger CEO Palmer

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland