Gymnasium in Leiden levert enige Nederlandse team aan F1 in Schools

De dertiende editie van F1 in Schools wordt eind september gehouden in Maleisië. Het Go-1 Racing Team bestaat uit vier jonge studenten van zestien en zeventien jaar oud. Zij gaan in Kuala Lumpur de uitdaging aan om te racen met een 21 centimeter lange F1-schaalmodel die zij zelf ontwerpen en vervaardigen. Voortgestuwd door een boost van samengeperste lucht legt het voertuig in ongeveer een seconde een baan van twintig meter af.

“De auto bestaat uit een aantal delen, waaronder de houten body, de banden en de voor- en achtervleugels. De belangrijkste uitdaging is de aerodynamica. Alle wagens hebben namelijk hetzelfde afschietsysteem, dus de aerodynamica is het enige waar je het verschil kan maken”, vertelt teammanager Koen Prud’homme van Reine aan Motorsport.com. “Het is dus belangrijk dat we een zo laag mogelijke luchtweerstand hebben, terwijl de wagen wel op het circuit blijft staan.”

Voor het ontwerpen en het bouwen van het kleine voertuig worden de nieuwste technieken ingezet. “De voor- en achtervleugels willen we 3D-printen en de body bestaat uit balsahout, dat we moeten frasen. De eerste stap voor het ontwerpen is het maken van een basismodel, dat we dan met behulp van een virtuele windtunnel kunnen analyseren. Hierna kunnen we gaan doorontwikkelen, waarbij ieder een deel van de auto speciaal bekijkt. Dan leggen we elkaar onze ideeën voor en dan verwerken we de ideeën die we hebben op het model”, legt Prud’homme van Reine uit.

Prud’homme van Reine leidt het project in goede banen terwijl Hans Domburg [Development Manager] en Herman de Bruin [Car Design] zorgdragen voor het ontwerp en de ontwikkeling van de wagen. Joram de Vries houdt ondertussen de contacten met de sponsors warm.

Uitdagingen

De deelnemende teams zijn niet alleen zelf verantwoordelijk voor het realiseren van het schaalmodel, maar moeten ook zorgdragen voor de sponsors, het vervoer en de materialen. “Hierdoor leren we een heleboel belangrijke vaardigheden die ons later van pas komen, zoals organiseren, het omgaan met budget, een netwerk aanleggen en technische vaardigheden ontwikkelen”, beseft Prud’homme van Reine zich. “Daarnaast levert het ons natuurlijk ook ervaringen op in het buitenland.”

Veel teams hebben in eigen land deelgenomen aan voorrondes, maar dat bestaat in Nederland niet. De Vries beseft dat de uitdaging groot is. “We hebben een achterstand op de concurrentie omdat wij geen nationale finales hebben gehad om onze auto te testen. Daarom is de uitdaging extra groot”, zegt hij.

“We nemen het op tegen de beste teams van over de hele wereld. En dat is een enorme uitdaging”, voegt De Bruin toe. “Universiteiten van over heel de wereld hebben interesse in dit evenement. Dus op dit podium kunnen wij laten zien wat we in huis hebben. Alle kennis kunnen we hier toepassen. Dit is onze grote kans.”

Ambities

De scholieren hopen later na hun studie graag aan de slag te gaan in de autosport of auto-industrie. “Het liefst zou ik werken in de racewereld, zoals de Formule 1. Een rol in het management lijkt me dan supergaaf, maar ook de technische kant spreekt mij heel erg aan”, vertelt Prud’homme van Reine, die tijdens de Jumbo Racedagen op Circuit Zandvoort Formule 1-coureur Max Verstappen ontmoette.

“Ik wil graag aan de slag gaan met engineering, iets wat dus ook zeker in dit project terugkomt”, vertelt De Vries. “Een bedrijf als Rolls Royce of Boeing lijkt me heel gaaf. Of iets op het gebied van aerospace of electrical engineering waarmee we in dit project ook te maken krijgen.”

Domburg vindt techniek het belangrijkste, net als De Bruin. “Mijn interesses liggen ontzettend breed. Eerlijk gezegd heb ik niet zoveel met Formule 1, maar daarentegen vind ik techniek ontzettend leuk”, zegt Domburg. “Wat mij vooral drijft is om een doel voor ogen te hebben. Dit kan groot of klein zijn, maar ik zou later zeker iets willen doen waarvan je ook daadwerkelijk het resultaat ziet.” 

“De techniek achter dit project interesseert mij echt”, overtuigt De Bruin. “Later wil ik dan ook iets richting mechanica doen. Onderzoek in een bedrijf lijkt mij dan ook leuk en hoop ik later verbeteringen in apparatuur aan te brengen.”

Budget

Ondanks alle kennis en kunde van het team, hebben de scholieren nog één ding nodig: geld. Zo moet er voor de inschrijf- en verblijfkosten al gauw 7500 euro opgehoest worden. “Naast de reis- en verblijfkosten moeten we de auto nog maken, maar dit zouden wij ook via bedrijven kunnen regelen en zijn we hier eventueel niet veel geld aan kwijt”, licht Prud’homme van Reine toe. “We zijn op dit moment hard op zoek naar sponsors, vooral op financieel gebied. Natuurlijk komen zij op onze pitmuur te staan en eventueel ook op onze auto of teamkleding.”

Het team streeft ernaar om een totaalbedrag van 25.000 euro bij elkaar te krijgen. 

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Joram de Vries of via Facebook.