Autosport op de Olympische Spelen: waarom niet eigenlijk?

In Tokio zijn na een jaar uitstel dan toch de Olympische Spelen officieel van start gegaan. Twee weken lang is de Japanse hoofdstad het centrum van de internationale sportwereld. Nieuwe sporten op het programma zijn onder andere skateboarden en klimmen. Zeker nu ‘we’ met Max Verstappen een kans zouden hebben op een medaille, dringt de vraag zich op: Waarom staat autosport niet op het programma?

Ferrari fans met de Olympische ringen

Foto door: XPB Images

Het is niet alsof er nooit gemotoriseerde sporten op de rol hebben gestaan bij de Olympische Spelen. De Spelen van 1900 in Parijs waren gekoppeld aan de Wereldtentoonstelling die dat jaar eveneens in de Franse hoofdstad werd georganiseerd en in dat kader werd er in veertien verschillende disciplines (waaronder lichte en zwaardere auto’s, maar ook bestelwagens, taxi's en brandweerwagens) geracet.

Internationale Olympia Automobile Sternfahrt

Een officiële status kreeg de autosport echter niet en dus werden ook de olympische rally's die in 1936 en in 1972 werden verreden, niet opgenomen in de annalen van de Olympische Spelen. In 1936 waren de Spelen in Berlijn, op het programma stond de Olympia Automobil-Sternfahrt, een evenement van acht dagen met startpunt in verschillende Europese landen. Winnares(!) werd de Britse Betty Haig die samen met haar co-piloot Joyce Lambert ook daadwerkelijk een speciale gouden medaille in ontvangst mochten nemen. Overigens gingen die gouden medailles als warme broodjes over de toonbank, want ook de Australische deelnemer Paul Abt kreeg er één.

Ook in 1972 stond er tijdens de Olympische Spelen van München een autorace op het programma. Dit keer betrof het de Olympia Rally van München naar Kiel aan de Duitse Oostzeekust, waar het olympische zeilprogramma werd afgewerkt. De race was onderdeel van het Europees kampioenschap rally. Winnaar werd de Franse rallyrijder Jean-Pierre Nicolas in een Alpine A110. Zijn co-piloot was niemand minder dan Jean Todt…

Olympische erkenning voor de autosport

Onder leiding van diezelfde Jean Todt werd de FIA in 2012 officieel door het Internationaal Olympisch Comité erkend als internationale sportfederatie. Cruciaal voor de toetreding van de FIA was het tekenen van het Olympisch manifest waarin onder andere zaken als anti-dopingwetgeving en inspraak van de atleten (in dit geval dus de coureurs) waren geregeld.

Toch betekende deze stap niet dat er ook maar een moment is overwogen om autosport (en F1 in het bijzonder) aan het olympische programma toe te voegen. Tijdens een bezoek aan de Grand Prix van Engeland in 2012, liet toenmalig IOC-president Jacques Rogge duidelijk weten geen heil te zien in dat idee: “We streven allebei excellentie na”, zei Rogge. “Er is veel dat we kunnen leren van de Formule 1. We hebben veel overeenkomsten, het is een sport met geweldige deelnemers die zich enorm goed voorbereiden. Maar om eerlijk te zijn draait het concept van de Spelen om competitie tussen atleten, niet tussen materialen. Daarom, hoewel ik veel respect heb, zal de sport niet worden toegevoegd aan het olympisch programma.”

Die uitspraak van Rogge was natuurlijk onzin: in veel andere olympische sporten kan het gebruikte materiaal ook de doorslag geven, denk aan baanwielrennen, boogschieten of schaatsen (de klapschaats!). Het argument van Rogge dat de Olympische Spelen puur en alleen draaien om de strijd van atleet tegen atleet houdt dus geen stand en datzelfde geldt voor een tweede argument: dat de Spelen niet bedoeld zijn voor professionals. Dat idee kan – met de goedbetaalde profs uit het tennis, honkbal en voetbal – al jaren van tafel worden geveegd.

Een derde argument tegen het toevoegen van autosport aan de Olympische Spelen is de bouw van nog eens een extra (en vooral prijzige) locatie, namelijk een circuit. Maar dat hoeft natuurlijk niet direct: de olympische autorace zou dit jaar prima op het Fuji Speedway gehouden kunnen worden. In Parijs kan men over drie jaar terecht op het circuit van Le Mans of Magny-Cours (drie uur rijden verderop) en in Los Angeles (2028) zou men het stratencircuit van Long Beach kunnen gebruiken. En mochten de Spelen ooit naar Nederland komen (in 2036 is Max Verstappen pas 38 jaar oud) dan mag Zandvoort natuurlijk niet ontbreken.

Hoe zou het dan moeten werken? 

Is er dus met terugwerkende kracht alsnog een kans voor de Formule 1 om een olympische status te krijgen? Vermoedelijk niet. Die sport heeft de Olympische Spelen uit het oogpunt van exposure helemaal niet nodig en het is ook maar de vraag of de teams er mee zouden instemmen. De meeste teams zijn gewoon bedrijven en het IOC zal er een hard hoofd in hebben om de F1 te gaan betalen voor hun aanwezigheid. Mogelijk is er wel ruimte voor een eenheidsklasse zoals de A1GP, een competitie met standaardwagens (chassis' van Lola en motoren van Ferrari) en landenteams. Het is het overwegen waard.

Waarom Bernie Ecclestone medailles wilde invoeren in de Formule 1

In 2008 lanceerde voormalig F1-baas Bernie Ecclestone om het puntensysteem te vervangen door een systeem met medailles. De coureur met de meeste gouden medailles aan het einde van het seizoen, zou wereldkampioen worden. De excentrieke Brit hoopte zo het inhalen te stimuleren.

"Als jij leidt en ik rijd tweede, ga ik niet het risico lopen om van de baan te gaan of terug te vallen en maar twee punten te scoren. Maar als ik moet winnen om een gouden medaille te krijgen, omdat de rijder met de meeste gouden medailles wereldkampioen wordt, verandert de situatie. Dan ga ik ervoor. Dan ga ik je inhalen.”

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Nürburgring langer uitvalsbasis voor hulpdiensten, races afgelast
Volgend artikel This Week with Will Buxton: Bekijk de tweede aflevering

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland