Jarno Opmeer: van 4-jarige karter tot fulltime coureur

Op de Hungaroring is dit weekend het vijfde raceweekend van het seizoen in de Eurocup Formule Renault. Twee jonge Nederlanders, allebei verbonden aan een Formule 1-team, zetten dit jaar in deze klasse hun volgende stap op de autosportladder. Red Bull-talent Richard Verschoor pakt steevast zijn puntjes en staat negende in het klassement, bij Jarno Opmeer gaat het moeizamer. GPUpdate.net sprak met het talent uit de Renault Sport Academy. Over Renault, racen en het begin: als 4-jarige jochie in een kart op een parkeerplaats.

Door de autosporthype in Nederland, ontstaan op de golf van enthousiasme over de prestaties van Max Verstappen, stonden ze afgelopen winter ineens in het middelpunt van de belangstelling: Richard Verschoor en Jarno Opmeer. De 16-jarige talenten waren eerste en tweede geworden in de Noord-Europese Formule 4, de één was opgepikt door het Red Bull Junior Team en de ander kreeg een plekje in het talentenprogramma van Renault. De coureurs van het Nederlandse MP Motorsport werden, nu het land in de ban van de sport raakte, neergezet als nieuwe sterren aan het firmament. Als het 'Jong Oranje' van de Nederlandse autosportopleiding.

De twee willen niets liever dan ooit in de voetsporen van Verstappen treden en de Formule 1 halen. Wat twee jaar geleden nog een (uit de hand gelopen) hobby was, is nu een fulltime baan. Vanuit de karts kwamen Verschoor en Opmeer in 2016 in de eenzitters terecht, de Formule 4, afgelopen winter volgde de stap naar de Formule Renault 2.0. En allebei zijn ze dus opgenomen in een opleidingsprogramma van een Formule 1-team. "In twee jaar tijd heb ik aardig wat overstappen gemaakt en het is nu allemaal veel professioneler geworden", zegt Opmeer glimlachend. "Van het karting naar de Formule 4, toen gelijk de Formule Renault. Best een grote verandering. Even wennen allemaal, maar het maakt je alleen maar sterker als je op jonge leeftijd blijft leren."

"Eerste sponsor toen ik 2 jaar was"

Het leren op jonge leeftijd begon bij Opmeer al heel vroeg. Waar zijn teamgenoot Verschoor min of meer per toeval op de kartbaan belandde, zat Opmeer eerder in een kart dan op de kleuterschool. "Mijn oom, opa en vader kartten allemaal. Mijn oom deed dat op hoog niveau, hij heeft nog tegen Jarno Trulli en Giancarlo Fisichella gereden. Best grappig." De jonge Jarno rolde zodoende op extreem jonge leeftijd in de autosport. "Toen ik twee jaar was kwam mijn vader iemand tegen die mij wilde sponsoren. Mijn vader vond me daar toen nog veel te jong voor. Maar toen ik vier was zijn we begonnen."

Op de kartbaan van Strijen, bij Dordrecht, zette de 4-jarige Opmeer voor het eerst zijn voet op het gaspedaal. "Veel kan ik me daar niet meer van herinneren. Alleen weet ik nog wel dat we eerst even op de parkeerplaats naast de kartbaan gingen rijden, om te zien of ik het wel kon." Dat bleek het geval en dus reed er ineens een piepjonge Jarno op de kartbaan. "Ik reed toen rondjes van 1.30, terwijl de snelste coureurs iets van 33 seconden over een rondje deden. Super langzaam dus, maar dat is misschien niet zo gek als je vier jaar bent", grinnikt hij.

Van Strijen naar Enstone

Twaalf jaar na zijn eerste rondje over de kartbaan in Strijen vond Opmeer zichzelf terug in Enstone, bij Renault. Na zijn eerste seizoen bij de eenzitters, waarin hij zeven overwinningen boekte en achter teamgenoot Verschoor tweede werd in de Noord-Europese Formule 4, werd hij opgepikt door de opleiders van het Franse team. "Ik ben nu juniorrijder en ze willen me zo goed maken dat ik uiteindelijk in de Formule 1 kan komen", weet hij. Tussen de races door brengt hij veel tijd door bij Renault, met name voor fysieke en soms ook mentale trainingen. Ook worden logboeken van de raceweekenden in de Formule Renault, die Opmeer samen met zijn engineer bij MP opstelt, naar het Franse team gestuurd en geëvalueerd.

Racen is nu niet meer een hobby, maar zijn beroep. "Sinds ik bij Renault zit, ben ik misschien één keer een hele week op school geweest", zegt Opmeer, die zijn opleiding deze zomer afrondt, bijna verontschuldigend. "Ik ben heel veel weg. Voor de races en tests uiteraard, en tussendoor ben ik dan bij Renault in Engeland." Tijdens de trainingsweken in Enstone zit hij in een hotel samen met de andere talenten van Renault, Jack Aitken, Sue Yue Yang, Max Fewtrell, Marta Garcia en Christian Lundgaard.  "Dat is best gezellig. En inderdaad: als je dan even bedenkt waar ik twee jaar geleden stond, en wat ik toen aan het doen was, is het heel snel gegaan."

Presteren in de Formule Renault

Het woord is nu, op de baan, aan Opmeer: hij moet laten zien dat het in hem gestelde vertrouwen van Renault terecht is. Tot dusver verloopt het seizoen in de Formule Renault 2.0 moeizaam: punten wist hij nog niet te behalen. "De auto is heel anders dan de Formule 4. Het niveau ligt ook een stuk hoger. Het gaat steeds beter, maar we zijn nog niet constant genoeg. De snelheid in de race is goed, maar de kwalificaties zijn minder. Daar wint Richard (Verschoor) het ook op, ten opzichte van mij."

De komende maanden moeten de prestaties in de Formule Renault 2.0 beter, weet Opmeer. Daar ligt ook de focus op: plannen om binnen Renault tests of simulaties uit te voeren met andere auto's zijn er voorlopig niet. "Nee, ze willen dat ik me richt op mijn eigen ding. Dit jaar moeten we goed doorkomen, daarna zien we verder. Er is ook geen plan uitgestippeld, of gezegd dat ik dit of dat moet presteren. Aan het eind van het jaar gaan we evalueren en bekijken wat we het jaar erna gaan doen." Zeker is dat dit eerste jaar als fulltime coureur voor de jonge Opmeer naar meer smaakt: "Dit hoop ik nog jaren te kunnen doen, in welke raceklasse dan ook."

Door: Roland Mather

[photo,305030,left,]