Preview F2-seizoen: Groots duel tussen De Vries en Schumacher in de maak?

We geven het niet graag toe, maar qua spanning en spektakel zijn de hogere opstapklassen vaak nog vermakelijker dan de Formule 1 zelf. Het concept is eigenlijk even simpel als doeltreffend. Zet twintig gretige talenten bij elkaar, geef ze identieke auto’s en succes lijkt wel zo’n beetje gegarandeerd. Dat geldt ook zonder meer voor het aanstaande Formule 2-seizoen, aangezien fans en volgers zich weer kunnen verheugen op een aansprekend deelnemersveld.

Jaar van de waarheid voor Nyck de Vries

De drie voornaamste pionnen van vorig jaar – George Russell, Lando Norris en Alexander Albon – zijn allemaal gepromoveerd naar de Formule 1 en dus niet meer van de partij. Het wekt misschien de suggestie dat het algehele niveau dit jaar weleens lager zou kunnen liggen. Maar wie een korte blik op deelnemerslijst werpt, ziet al snel dat dat niet het geval is. Ook dit jaar bulkt de grid weer van het aanstormend talent en vooral van jongens waarvoor dit hét jaar van de waarheid moet worden.

Eén van die coureurs is Nyck de Vries. Vorig jaar werd het seizoen van de McLaren-junior al als cruciaal bestempeld, maar ditmaal lijken dergelijke bewoordingen pas echt hout te snijden. De Vries stapte namelijk van het ene topteam Prema over naar het andere – nog meer ervaren – ART Grand Prix. Het is zo’n beetje de laatst mogelijke stap voor De Vries om alle randvoorwaarden optimaal te krijgen. Aangezien dit nu het geval lijkt, is de tijd om te oogsten echt aangebroken. Om zichzelf bij de Formule 1-teams op de kaart te zetten, volstaat eigenlijk niets minder dan het veroveren van de titel.

Mick Schumacher als uithangbord en uitdager

Het vertrek van de voornaamste drie plaaggeesten uit 2018 lijkt hem in de kaart te spelen, al verschijnen er zoals het de F2 betaamt meteen weer nieuwe uitdagers op het toneel. De meest in het oog springende tegenstrever is dit jaar zonder enige twijfel Mick Schumacher. De ‘zoon van’ kwam in de vorige opstapklassen wat moeizaam op gang, maar timmert nu in rap tempo aan de weg. Met een sublieme tweede seizoenshelft kroonde hij zichzelf tot Europees Formule 3-kampioen, waarna alle deuren meteen wagenwijd opengingen.

Schumacher trad toe tot de Ferrari Driver Academy, kreeg meteen een zitje bij Prema in de schoot geworpen en mag binnenkort ook al zijn eerste Formule 1-meters maken. Zijn achternaam helpt natuurlijk mee bij al deze kansen, al heeft de jongeling ook al meermaals laten zien uit het juiste racehout te zijn gesneden. Het meest recente voorbeeld daarvan is zijn F2-test in Jerez, waarin hij zichzelf bovenaan de tijdenlijst zette. De Vries begint vanwege zijn omgeving en ervaring weliswaar als favoriet, maar Mick Schumacher kan zeker als de voornaamste uitdager de boeken in.

Onder het kopje uitdagers mogen we ongetwijfeld ook Sergio Sette Camara scharen. De Braziliaan maakt net als De Vries onderdeel uit van het McLaren-juniorenprogramma en is vastberaden zich in de kijker te rijden bij de stal uit Woking. Bij het gebrek aan een Braziliaanse Formule 1-coureur weet Sette Camara bovendien de druk van een compleet racegekke natie op zijn schouders. Om die druk nog iets verder op te voeren, heeft Felipe Massa alvast laten optekenen dat de DAMS-coureur kampioen moet worden. Vorig jaar kon hij bij Carlin nog niet uit de schaduw van Norris stappen, waardoor voor hem hetzelfde geldt als voor De Vries: in 2019 moet er worden geleverd om de F1-droom levend te houden.

Sette Camara zat er bij de wintertesten in ieder geval goed bij en lijkt dus op de afspraak te zijn voor de seizoensopener. Dit geldt ook voor één van zijn opvolgers bij Carlin: Louis Delétraz. De Zwitser heeft met Haas ook een link naar de Formule 1 en wil zich na een leerjaar bij Charouz nu echt tonen aan het grote publiek. De voortekenen zijn niet onaardig, al is het lastig in te schatten of hij de positieve uitschieters van 2018 nu echt tot zijn basisniveau kan maken. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Luca Ghiotto. Aan pure snelheid ontbreekt het bij de Italiaan sowieso niet, maar aan constantheid nog wel.

Als we tot slot nog een blik op de rookies – waartoe Schumacher overigens ook gewoon behoort – werpen, komen we al snel bij enkele GP3-promovendi uit. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de top-drie van dat kampioenschap uit 2018: Anthoine Hubert, Nikita Mazepin en Callum Ilott. Het drietal reed vorig jaar in hetzelfde team (ART) en legde elkaar in die hoedanigheid al geregeld het vuur aan de schenen.

Alhoewel Hubert zich tot kampioen kroonde en Ilott misschien wel de steilste leercurve doormaakt, lijkt Mazepin voor aankomend jaar toch de man om nog het meest in de gaten te houden. De Rus mag namelijk meteen bij het topteam van ART instappen voor zijn eerste F2-campagne en kan daarin opboksen tegen favoriet en teamgenoot De Vries. Enerzijds is het een zware opgave, maar anderzijds juist buitengewoon interessant om te zien hoe deze strijd zich ontwikkelt naarmate Mazepin meer ervaring opdoet.

Dat kunnen we vanaf aankomend weekend allemaal aanschouwen, als het seizoen begint met de eerste races in Bahrein. Daarna mogen deze acteurs nog ten tonele verschijnen in Baku, Barcelona, Monaco, Paul Ricard, Spielberg, Silverstone, Boedapest, Spa, Monza, Sochi en Abu Dhabi. Naast de hoofdrace (25 punten) en sprintrace (15 punten) kunnen de matadoren ook steevast punten verdienen met de snelste raceronde (twee stuks) en het veroveren van pole-position voor de hoofdrace (vier punten). Voor alle coureurs dus kansen genoeg om zich in de kijker te rijden en een ticket voor de koningsklasse te bemachtigen. Al maakt de Formule 2 met al haar spektakel vaak één ding duidelijk: de weg ernaartoe is – qua ‘close racing’ en vermaak – vaak nog mooier dan de bestemming zelf.