Moeizaam weekend voor De Jong: "Het komt er nog niet helemaal uit"

Vanaf de oefensessie op vrijdag ging het eigenlijk stroef, zo vertelde De Jong zondag in de GP2-paddock aan Motorsport.com. “In de training had ik voornamelijk heel veel moeite met de achterkant. In de laatste bocht had ik veel overstuur. Mijn teamgenoot had er ook last van. Hij had nog een andere verandering aan de auto gedaan dan ik, die volgens hem de wagen wel beter maakte. Voor de kwalificatie hebben we de verandering die Oliver [Rowland] in de training had gedaan, ook op mijn auto toegepast. Ik moet zeggen dat het een stuk beter ging. Maar op een of andere manier is de kwalificatie nog steeds een dingetje bij mij. Ik had dit keer echter wel het gevoel dat er iets meer in zat. Alleen kwam het er nog niet helemaal uit.”

De Jong moest zodoende als achttiende aan de hoofdrace op zaterdag beginnen. “De start zelf was goed”, sprak de coureur van MP Motorsport. “Daarna was ik heel sterk bij het aanremmen voor de bochten, maar had ik uitkomen bocht weer wat moeite, waardoor ik dan weer iemand inhaalde en vervolgens weer een plekje verloor.” Een korte eerst stint op de zachte band duurde iets korter dan de bedoeling was vanwege een vlakke plek op een van de banden. De Jong: “Omdat ik mijn linker voorband had geblokkeerd bij een inhaalactie kwam ik iets eerder naar binnen voor mijn pitstop. Op de hardere band ging het daarna best goed. Vervolgens was er een safety car en daarna ging het ineens een stuk minder. Ik kreeg een bak onderstuur, maar ik was niet de enige die worstelde: iedereen had het vanaf dat moment moeilijk. Ik weet niet wat daar de reden voor was. Het was heel raar. Ik kreeg het daarna wel wat zwaarder, maar doordat degenen voor me er ook last van hadden, bleef ik ongeveer op dezelfde plek.” De rijder uit Westmaas werd uiteindelijk zestiende in de eerste race.

Pech bij de start

De sprintrace was eveneens geen succes door een probleem bij de start. De Jong: “Voor de tweede race heb ik een grote verandering aan de auto laten doen, die mijn teamgenoot voor de eerste race had gedaan om beter de bochten uit te komen. Er was meer tractie en dat heb ik waarschijnlijk een beetje onderschat bij de start, waardoor de auto afsloeg. We hebben daarna nog wel gewoon gereden."

De Jong had door de afgeslagen motor meteen bijna een ronde achterstand te pakken. "De top-drie zat achter mij en ik kreeg een blauwe vlag, maar ik bleef pushen omdat ik wilde zien hoe groot het verschil was met de eerste race. Dat viel op zich nog wel mee. Ik moest ze daarop wel voorbij laten, waarna ik weer ben gaan pushen. De jongens vooraan waren iets sneller, maar het was ook weer niet zo dat ze gemakkelijk bij me wegreden. Daarna kwam de rest eraan, waarvoor ik heel vroeg een blauwe vlag kreeg, maar in de spiegels kwamen ze niet echt dichterbij. Daarom liet ik ze ook niet voorbij. Op een gegeven moment zei mijn engineer dat ik maar een gat moest laten vallen en proberen dat weer dicht te rijden om te kijken hoe goed de snelheid was. Ik gebruikte deze kans dus gewoon maar om me te meten met de rest.”

Het tempo op zondag leek prima te zijn bij De Jong. “Ik hoorde na de race dat ik met mijn rondetijden bij de beste tien zat. Dan zie je maar weer: het zit er wel in. Alleen draait het in de GP2 heel erg om het hebben van een goede kwalificatie", beseft De Jong. "Ik heb nu drie weken de tijd om daar verder aan te werken en me voor te bereiden. Dan gaan we het in Maleisië en Abu Dhabi weer proberen."