Bandenprobleem oorzaak matige kwalificatierace Norris

De McLaren F1-reserve kwam terug tot de vijfde plaats na een slechte start voor hij in de slotfase terugviel naar de zevende plaats. Zowel Norris als polesitter Joel Eriksson kozen voor een low-downforce afstelling tijdens de race en beiden hadden problemen met het hoge tempo in de slotfase van de race. Terwijl racewinnaar Callum Ilott ronden in de 2.13 bleef rijden, vielen Eriksson en Norris terug naar de ronden 2.14 en 2.16.

“Het lag aan de banden”, zei Norris in gesprek met Motorsport.com. “Het tempo was goed aan het begin, misschien wel te goed, en daarna werd het tegen het eind van de race een stuk minder. Ik denk dat het lag aan de low downforce. Het heeft meer invloed gehad dan we dachten. Callum reed met medium downforce en je kon zien dat hij veel beter was in de laatste twee bochten. Het nadeel op de rechte stukken had niet echt invloed. We hebben de data bekeken en zullen die afstelling meer aanhouden.”

Eriksson schreef zijn problemen toe aan dezelfde oorzaak. “Alleen ik en Lando reden met low downforce en alleen wij hadden problemen tegen het einde”, zei Eriksson. “Mijn start was echt goed en het voelde goed om aan de leiding te rijden. Ik voelde wel meteen dat de banden aan de achterkant te snel minder werden en ik moest het managen. Ook was er iets mechanisch wat niet helemaal goed ging, dus de tweede plaats was best aardig onder deze omstandigheden. We hebben nog wat werk te doen voor morgen.”

Norris verklaarde ook waarom hij een tegenvallende start kende: “Voor de eerste keer dit jaar heb ik een excuus! Ik denk dat de koppeling te warm is geworden, maar gelukkig had ik genoeg snelheid zodat de koppeling het bleef doen. Toen Maxi [Günther] mijn passeerde bij Reservoir kon ik niet anders dan uit de slipstream gaan waardoor iedereen meer voordeel had dan mij.”

Met medewerking van Marcus Simmons