Norris gebruikt McLaren F1-sim om zich voor te bereiden op F2-debuut

De Brit maakt dit jaar zijn debuut in de opstapklasse richting de Formule 1. Veel ogen zijn op hem gericht maar het ontbreekt hem aan belangrijke ervaring in de F2-bolides. Bovendien kent hij niet alle circuits waarop hij in 2018 actief zal zijn. Daar heeft Norris een slimme oplossing voor bedacht: “Ik heb een aantal dagen doorgebracht in de sim, waarvan ik ongeveer een vijfde van de dag heb gebruikt om het aankomende circuit te leren”, zei Norris in een video op social media. “Ik ben nog nooit in Bahrein geweest. Nu weet ik in elk geval waar ik kan pushen en waar ik de banden kan sparen. Ik heb zo veel mogelijk informatie vergaard.”

De talentvolle Brit werd afgelopen seizoen kampioen in het Europees kampioenschap Formule 3 en hoopt in 2018 hoge ogen te gooien in de Formule 2. Hij erkent dat de verschillen tussen beide klassen aanzienlijk zijn: “De F2-wagen is wat zwaarder, heeft veel meer downforce en veel meer vermogen. Dat zijn de voornaamste veranderingen, maar daarna komen de banden waarmee we rijden. We racen met Pirelli’s in plaats van Hankooks. Je moet leren hoe je de band in het juiste window krijgt om de grip tijdens een vliegende ronde in de kwalificatie te maximaliseren. In de race moet je alles totaal anders aanpakken: je moet leren hoe je op een specifieke manier kunt rijden om de banden te sparen voor de race over 45 minuten. En dat is dan nog maar de sprintrace.” 

Rol bij McLaren

Naast zijn eigen carrière verricht Norris achter de schermen nuttig werk voor het Formule 1-team van McLaren. In de simulator helpt hij de MCL33 te ontwikkelen: “Wanneer ik zelf geen raceweekend heb, bied ik het team wat ondersteuning voor de races. Ik zit in de sim en geef feedback wanneer zij rijden, in een poging het team gedurende het weekend te helpen. Er komen belangrijke dagen aan als test- en reserverijder. Net als vorig jaar doe ik wat testdagen, de rookietests. Ik krijg de kans om meer met de F1-wagen te rijden. Daar kijk ik natuurlijk erg naar uit.”