De veelbesproken cockpitbescherming werd dit jaar verplicht gesteld in de Formule 1 en de Formule 2. In beide kampioenschappen werd het nut al in het eerste seizoen bewezen. Eerder deze week bleek uit FIA-onderzoek dat de halo bij de startcrash op Spa-Francorchamps voorkomen had dat de helm van Charles Leclerc geraakt zou zijn door de vliegende wagen van Fernando Alonso.

Wolff liet aan het begin van het seizoen nog weten niet erg te spreken te zijn over de halo en grapte dat hij het systeem weg zou halen als hij een kettingzaag kon vinden. Inmiddels is hij een stuk milder: “Ja, ik ben van mening veranderd”, zei de Oostenrijker tijdens het FIA-gala in Rusland toen Motorsport.com hem vroeg naar de resultaten van het onderzoek naar het incident van Leclerc. “Esthetisch gezien vind ik het nog steeds niks en ik hoop dat we in de toekomst een oplossing vinden die er goed uitziet. Maar ik vind Charles een leuke vent. Hij is een jonge, aanstormende coureur die het verdient om in de Formule 1 te rijden. Ik had mezelf nooit vergeven als we tegen de halo hadden gestemd, het systeem niet geïntroduceerd zou zijn en we een zwaar ongeluk met mogelijk catastrofale gevolgen hadden gehad. Dus hoewel het esthetisch gezien niet geweldig is, is het een super initiatief dat zijn waarde nu al heeft bewezen. Ik ben blij dat Jean [Todt, FIA-president] het er doorheen heeft geduwd en dat ze me begin dit jaar geen kettingzaag hebben gegeven.”

Veiligheidsvoordelen van de halo in de Formule 1

De halo blijft de komende jaren zeker op de wagens zitten, maar het lijkt er meer en meer op dat de tijd dat de Formule 1 met open cockpits rijdt het einde nadert. “We moeten de juiste balans vinden tussen esthetiek en veiligheid”, zei Wolff op de vraag of hij vindt dat de F1 met open auto’s moet blijven racen. “Persoonlijk vind ik de gesloten cockpits zoals van straaljagers wel wat. De teams, de FIA en de commercieel rechtenhouder moeten proactief en op een constructieve wijze samenwerken om oplossingen te bedenken die er geweldig uitzien en die levens redden.”

Met medewerking van Yaroslav Zagorets