Werken in de Formule 1 als… Cameraman bij Ziggo Sport

Mijn baan houdt in:

“Ik ben cameraman voor Ziggo Sport op locatie bij de Formule 1. Ik doe de helft van de races. De andere helft doet mijn collega Wouter. We doen het een beetje om en om. Alles wat je thuis aan beeld vanaf het circuit voorbij ziet komen en niet uit de officiële feed van de FOM afkomstig is, komt bij ons vandaan. Zo filmen wij de interviews met de coureurs en schieten we beelden voor het nieuwsblokje.”

“Ons werkterrein beslaat voornamelijk de paddock en pitstraat. Op zondag mogen we voor de race ook even op de startgrid rondlopen, wat natuurlijk altijd heel erg leuk is. Dan film ik hoe Max aan komt rijden, zijn auto op de startopstelling parkeert en uitstapt, waarna we altijd nog even een interview met Max hebben voordat hij aan zijn race begint. Dat is altijd wel kicken hoor. Sinds dit jaar hebben we een liveverbinding, waardoor we dingen rechtstreeks naar Nederland kunnen stralen. Dan hoor je in je oortje wat er in de studio in Nederland gebeurt en vervolgens een regisseur aftellen, waarna we een paar minuten live in de uitzending zitten. Dat is wel cool. Het moet allemaal in één keer goed gaan natuurlijk, terwijl het ondertussen behoorlijk hectisch kan zijn op de grid. De auto’s worden naar de startplekken gerold, er zijn monteurs aan het werk en er lopen een heleboel andere tv-ploegen rond."

Cameraploegen verzamelen zich achter de Red Bull Racing-garage

Foto: Sutton Motorsport Images

“Ik doe dit werk sinds 2007. Ik heb het een aantal jaren voor RTL gedaan. Vervolgens raakte RTL de rechten kwijt en ging de Formule 1 naar Sport1. Ik ben er toen drie jaar niet bij geweest omdat er om verschillende redenen geen cameraman meeging naar de races. Dus alles bij elkaar doe ik het nu een jaar of acht.”

Mijn werkschema tijdens een raceweekend:

“Op de donderdag hebben de coureurs wat meer tijd en kun je dus wat langere interviews doen. Zo hadden we bij de Grand Prix van Spanje een één op één met Daniel Ricciardo. Dan is er geen andere pers bij, dan zijn het echt even onze vijf of zes minuten met die coureur. Die dag is er om 15.00 uur ook de officiële persconferentie, waarbij we dingen mogen draaien. Tijdens de twee vrije trainingen op vrijdag verzamelen we beeldmateriaal dat we bijvoorbeeld bij het interview met Ricciardo kunnen gebruiken. Je wil Daniel tijdens het item namelijk niet alleen zien praten, je wil hem ook door de paddock zien wandelen, met mensen zien babbelen en handtekeningen zien uitdelen."

"Elke ochtend hebben we een vergadering waarbij we bespreken wat er die dag gedraaid moet worden. Dan maken we een soort van boodschappenlijstje met shots die we nodig hebben. Olav [Mol, commentator voor Ziggo Sport] heeft voor het nieuwsblokje altijd bepaalde beelden nodig. Van een aangepaste vleugel of een nieuw stuurtje of iets dergelijks. Vervolgens moet je er gedurende de dag scherp op zijn dat je die dingen gedraaid krijgt. Op vrijdag hebben we na de tweede training ook altijd nog een één op één met Max. Dan hebben we hem dus vijf minuten voor onszelf. Dan kun je even rustig met hem zitten en net even wat langer met elkaar praten dan wanneer je voor een perswandje zou staan.”

Max Verstappen in 'het vierkantje' bij de camera van Ziggo Sport.

Foto: Sutton Motorsport Images

“De derde training op zaterdagochtend is voor mij de laatste kans om de dingen te draaien die we nodig hebben, want tijdens de kwalificatie en race mogen we niet meer in de pitstraat komen. Tijdens de kwalificatie staan we voornamelijk bij het vierkantje te wachten tot de afvallers zich daar melden om hun verhaal te doen. Die beelden gaan gelijk naar Nederland. Vroeger ging alles nog op een disc en moest je als een gek naar de TV-compound rennen om het beeld naar Nederland te kunnen versturen. Nu is de camera voorzien van een zender, waardoor alles direct naar Nederland gaat. Dat scheelt voor ons een hoop heen en weer lopen, kan ik je zeggen! En als we Max voor de camera krijgen, dan kunnen we dat meteen doorgeven aan de regie in Nederland, waarna Rob [Kamphues, de studiopresentator van Ziggo Sport] het kan aankondigen en we vervolgens rechtstreeks in de uitzending komen.”

“Zondag is natuurlijk de dag. Ervan uitgaande dat de race om 14.00 uur is, komen we rond een uurtje of acht, negen op het circuit aan. De voorbeschouwing begint een uur voor de race. Daarin zit een aantal momenten in die we live vanaf het circuit doen. Van 13.30 tot 13.45 uur ben ik bijvoorbeeld met Jack [Plooij, de pitreporter van Ziggo Sport] op de startgrid. Dan pakken we dus de aankomst van Max en het moment dat hij uit de auto stapt. Dan proberen we hem ter plekke nog twee vragen te stellen. Er staan tegenwoordig echter heel veel ploegen om hem heen, dus het is soms een beetje duwen en trekken. Er is een vaste groep tv-mensen en die gunnen elkaar altijd wel de ruimte. Zo gaat Lewis Hamilton in het vierkantje ook eerst naar de Engelse televisiezenders en Sebastian Vettel eerst naar de Duitsers. Maar dat lijkt me ook niet meer dan logisch. Max Verstappen komt in principe altijd eerst naar ons toe, waarna hij door de persman van Red Bull verder door het vierkantje wordt rondgeleid.”

“Het is vaak wachten tijdens een raceweekend, maar daartegenover staan pieken waarop er ineens heel veel moet gebeuren. Na de tweede training hebben alle teams bijvoorbeeld persmomentjes. Die houden natuurlijk geen rekening met ons door alles netjes achter elkaar te plannen. Dan is het rennen naar McLaren en daarna direct door naar Force India, waar je achteraan moet aansluiten. Dan moet je een afweging maken, gaan we wachten en daarmee een andere coureur missen of gaan we door naar het volgende team. Dan is het even heel erg druk, en vervolgens gebeurt er weer een poos niets.”

Het belangrijkste aan mijn werk is:

“Dat het beeld scherp is, de belichting goed is, het geluid goed is en het algehele plaatje mooi is. Verder is het belangrijk dat je op een prettige manier met de anderen kan samenwerken. Je zit ’s ochtends met elkaar te ontbijten, bent de hele dag samen aan het werk op het circuit en zit ’s avonds ook weer samen aan tafel. Je maakt lange dagen met elkaar, dus je moet het samen ook een beetje leuk hebben.”

Zonder deze drie dingen ben ik nergens:

“De cameraset, de portofoon en mijn laptop. De camera en het statief heb ik natuurlijk nodig voor het filmen. De portofoon gebruiken we om met elkaar te communiceren. ‘Ik sta nu bij McLaren, kan je even hierheen komen?’ Of: ’We moeten om vijf over half vijf bij Max zijn. Ga je dat redden?’ Dat soort berichten. En de laptop heb ik nodig om te kunnen monteren." 

Cameraman Mathijs Notten filmt pitreporter Jack Plooij en commentator Olav Mol.

Foto: Sutton Motorsport Images

De mensen met wie ik altijd in contact sta, zijn:

“Dat zijn natuurlijk Olav en Jack. Het leuke is dat je in de loop der jaren de mensen van de andere meereizende tv-ploegen ook wel leert kennen. Wij hebben bijvoorbeeld goed contact met de Hongaren en Finnen. Er werkt op de tv-compound ook een Nederlander die alle techniek voor RTL Duitsland doet. Daar drinken we vaak wel even wat mee. Het is dus een redelijk hechte gemeenschap.”

Als er geen race is dan:

“Doe ik ander camerawerk in Nederland. Ik doe dingen voor Nieuwsuur, EenVandaag, Kassa en nog veel meer programma’s. Ik ben in dienst bij een facilitair bedrijf waar omroepen cameraploegen inhuren. Het werk is daardoor heel afwisselend. De ene dag sta je een verborgen camera-actie te draaien, de volgende dag sta je voor een rechtbank en weer een dag later sta je op Schiphol de aankomst van de panda’s te filmen. Heel af en toe doe ik ook studiowerk maar negentig procent is op locatie.”

Zonder mij:

“Niet zozeer zonder Mathijs Notten, maar zonder een eigen cameraman op het circuit zitten er tijdens de tv-uitzendingen van Ziggo Sport geen eigen items. Er is natuurlijk de officiële tv-feed van de FOM, maar als ik en mijn collega Wouter er niet bij zijn, dan zijn er geen interviews in het Nederlands met Max en hebben we geen lang eigen interview met Daniel Ricciardo of een andere coureur.”

De Formule 1 is:

“Een hele leuke klus. Ik moet eerlijk bekennen dat toen ik het voor het eerst deed, ik heel weinig met de Formule 1 had. Puur door toeval - een collega van me stopte ermee - ben ik hier beland. Ik had daarvoor nooit iets van: ik moet en ik zal bij de Formule 1 gaan filmen. Het eerste jaar word je in het diepe gegooid en moet je in korte tijd veel leren; je moet weten hoe het spelletje werkt en alle gezichten leren kennen. Dankzij Olav heb ik ook veel over de techniek in de auto’s geleerd. Door dit werk ben ik wel echt fan geworden. Een mooie bonus is dat ik hier nu ben terwijl we een Nederlander hebben die vooraan mee kan doen. We hadden eerder wel Nederlanders die achteraan of in het middenveld reden, maar nu hebben we iemand die in de voorste gelederen mee kan vechten. Dat is wel speciaal om mee te maken.”