Waarom Ricciardo van mening is veranderd over simracen

Daniel Ricciardo is altijd al een groot liefhebber geweest van de officiële Formule 1-games. Als kind spendeerde hij er vele uren aan achter zijn PlayStation, maar echt serieus heeft hij het virtuele racen nooit genomen. Inmiddels moet de Australiër zelf echter ook bekennen dat het simracen veel meer is dan alleen een spelletje.

Daniel Ricciardo, McLaren

Daniel Ricciardo, McLaren

Andy Hone / Motorsport Images

Echte rijdersnamen, commentaar van Murray Walker en (voor die tijd) geavanceerde simulaties van de circuits en auto’s. Daniel Ricciardo was meteen verkocht toen in 1995 de allereerste officiële Formule 1-game werd gelanceerd voor de PlayStation 1: “Het was echt enorm. Ik speelde het echt enorm graag als kind”, blikt de Australiër met zijn kenmerkende glimlach terug.

Inmiddels is het zesentwintig jaar later en is de 2021-editie van de officiële F1-game net gelanceerd. De graphics van toen zijn niet meer te vergelijken met die van de nieuwste editie, waarin de circuits en auto’s visueel nauwelijks meer van het echte plaatje verschillen. Ook het rijgedrag van de auto’s is door de jaren heen een stuk realistischer geworden, maar voor Ricciardo is er weinig veranderd. De Australiër zag het virtuele racen altijd als een leuke afleiding en vooral als een spelletje, dat verder weinig met het echte racen te maken heeft.

De laatste jaren heeft het simracen echter een enorme ontwikkeling gemaakt. De technologie wordt steeds geavanceerder en het rijgedrag steeds realistischer, waardoor ook Ricciardo van gedachten is veranderd. Zo ziet hij zelf ook succesvolle simracers met succes de overstap maken naar de echte racewereld en merkt hij dat jongere collega’s als Max Verstappen en Lando Norris de vruchten plukken van hun ervaringen achter het virtuele stuur. Combineer dat met de alsmaar toenemende focus van de Formule 1-teams op hun simulatoren en de toegenomen restricties voor het testen op een echt circuit en het is niet gek dat Ricciardo zijn mening over het virtuele racen heeft bijgesteld.

Meer over het virtuele racen:

Ricciardo is zelf inmiddels ook overstag en heeft voor het eerst thuis een eigen zogenaamde sim rig laten installeren. De McLaren-rijder ziet inmiddels zelf namelijk ook in dat hij kan leren van zijn virtuele ervaringen: “Ik zag het eerst vooral als iets leuks om de tijd mee te doden, maar nu zie ik het absoluut wel als iets meer dan dat”, vertelt de 32-jarige coureur aan Motorsport.com. “Sommige simracers hebben hun talenten weten te vertalen naar een echte auto, dat heeft me wel een beetje de ogen doen openen. We hadden het over F1 1995, dat was wel even andere koek. Ik denk dat ik een hele tijd zoiets had van: ‘Ach, het is maar een spelletje’. Nu ben ik vooral benieuwd wat ik er zelf van kan leren.”

Ricciardo denkt vooral dat hij op mentaal vlak veel aan het simracen kan hebben. Het houdt de coureur uit Perth gefocust en mentaal voorbereid voor situaties op het echte circuit: “De grootste uitdaging waar alle Formule 1-coureurs mee te maken krijgen is dat we ieder weekend maar een paar keer de kans krijgen om met een nieuw setje banden de baan op te gaan om die perfecte ronde te rijden. Soms heb je meerdere weken tussen twee races, tussen de seizoenen zelfs twee of drie maanden. Het is best gek, voor een sport die zo precies is en waar zoveel technologie bij komt kijken, dat het voor ons moeilijk is om echt perfect te presteren omdat we gewoon niet de kilometers kunnen maken.”

“Op dat vlak kijk ik er dus wel anders tegenaan nu. Ik was altijd al fan van de F1-simulatoren, maar met het gebeuren thuis kwam het de laatste zes tot twaalf maanden echt aan op het herhalen van die rondjes. Het is echt belangrijk, en de auto hoeft niet eens hetzelfde te zijn, het mag ook een GT zijn bijvoorbeeld. Het komt erop aan dat je jezelf in die mindset brengt van: ‘Oké, dit is het rondje. Nu moet alles goed gaan’. Het is wel een beetje een mentaal dingetje dus, om jezelf zoveel mogelijk druk proberen op te leggen.”

Vergelijkingen met het echte racen

Als ambassadeur van de nieuwste Formule 1-game heeft Ricciardo de kans gekregen om zelf ook flink wat uren te maken in F1 2021 en zelfs in contact te komen met de ontwikkelaars van het spel. Daarmee kan hij perfect het nieuwe spel vergelijken met zijn ervaringen in het echte leven, of het nu op het echte circuit is of in een geavanceerde F1-simulator. Laat ons voorop stellen dat games als F1 2021 vooral op de arcaderacer gericht zijn en op geen enkele manier te vergelijken zijn met het geweld en de fysieke ervaringen waar een echte Formule 1-coureur mee te maken krijgt, maar volgens Ricciardo weet het spel op bepaalde vlakken toch het echte plaatje vrij aardig na te bootsen.

“Als ik een beetje terug ga waren er tijden waar zelfs dingen als kerbstones en gras allemaal heel erg vlak aanvoelde. Je kreeg door de controller geen enkele trilling of terugslag over een kerb. Alle circuits voelden hetzelfde aan en wisten zaken als hoogteverschil niet echt over te brengen. Tegenwoordig valt er veel meer te beleven.”

“Je krijgt veel meer respons van de auto wanneer je glijdt, je kunt hem iets beter opvangen nu. Vroeger was het, ik noem het ‘arcade’, of 100% grip, of helemaal niks. Er was nul gevoel. Daarnaast vinden we in de Formule 1 veel rondetijd bij het uitkomen van de bocht. Als je vroeg op het gas kunt gaan in een auto met achterwielaandrijving, krijg je zoveel vermogen dat je rondetijd al snel goed wordt. In racegames haalde je de tijd vooral in het zo laat mogelijk remmen, en misschien in het gebruik van wat hulpmiddelen. Nu komt het zetten van een goede rondetijd overeen met het echte werk. Ook in het spel heb ik nu het gevoel dat je de meeste rondetijd haalt uit langzaam insturen en snel uit de bocht komen. Wat dat betreft is het nu wel een stuk realistischer.”

Tekst loopt door onder de foto.

Daniel Ricciardo, McLaren, in de game F1 2021

Daniel Ricciardo, McLaren, in de game F1 2021

Photo by: Codemasters

In hoeverre zijn games als F1 2021 dan te vergelijken met de professionele software die teams gebruiken voor hun simulatoren? “Het is wel dichter bij elkaar gekomen”, vervolgt de McLaren-coureur. “Het wordt best onderschat hoe belangrijk het is dat een virtueel circuit er zo realistisch mogelijk uitziet en aanvoelt. De simulatoren hebben daar een grote voorsprong omdat de Formule 1-teams zelf alle metingen kunnen verrichten op het circuit en zo zaken als alle hoogteverschillen en cambers van de bochten goed kunnen krijgen. De nieuwe F1-game komt echter een heel eind. Die zit er voor de meeste circuits heel dichtbij.”

“Zelfs zaken als het blokkeren van een wiel, tractie en al dat soort zaken, het is moeilijk om dat in percentages aan te duiden, maar ik zeg altijd dat als de F1 sim misschien 80 procent echt is vergeleken met de echte auto, zaten de games thuis op zo’n 30 procent. Inmiddels zitten ze wel flink boven de 50 procent.”

Simracen vs het echte racen

Hoewel Ricciardo dus overstag is gegaan en nu ook de vruchten plukt van het simracen, delen lang niet alle professionals uit het echte racewereldje zijn enthousiasme. Zo werd er onlangs nog kritiek geuit op de simracerij door Jim Glickenhaus, filmproducer en eigenaar van het gelijknamige sportautomerk dat volgende week met een hypercar debuteert in de 24 uur van Le Mans. De Amerikaan bestempelde het simracen als “betekenisloze bullshit”.

 

Gevraagd of RIcciardo de mening van de Amerikaan deelt antwoordde hij: “Ik zal heel eerlijk met je zijn. Aanvankelijk dacht ik er ook zo over omdat racen, het echte werk, datgene is wat ik al mijn hele leven doe. Als je dan een muur raakt doet het pijn, dat is in een simulator niet zo. Maar we zien nu simracers de overstap maken naar de echte raceauto’s en behoorlijk wat potentie en vaardigheden tonen. Ik zie ze niet als amateurs die thuis gewoon wat aanklooien. Er komt absoluut wel wat talent bij kijken als je er echt werk van maakt, dus ik respecteer het wel en ik was heel eerlijk verbaasd hoe goed ze [simracers] kunnen zijn. Zelfs als ze nog niet eerder met een echte auto hebben geracet redden ze zich wel denk ik, maar de grote vraag is hoe het met de angst zit. Kunnen ze hun angsten opzij zetten wanneer ze weten dat het pijn gaat doen als ze een muur raken? Maar wat betreft hun vaardigheden is het zeer indrukwekkend.”

Onderaan de streep vindt Ricciardo het vooral cool dat die jongen die in 1995 al Formule 1-spelletjes speelde op de PlayStation, nu als zichzelf kan racen in de hedendaagse games: ‘Het is een droom om in de Formule 1 te racen, maar ook dat ik nu als mezelf kan racen in de game”, lacht de Australiër. “Ik weet zelf nog hoe cool ik het vond als kind, dus ik denk nu wel aan kinderen over heel de wereld die dit spel thuis kunnen hebben en denken: ‘Oh, Daniel Ricciardo, ik wil als hem spelen vandaag!’. Het klinkt heel gek, maar dat is best wel cool.”

Daniel Ricciardo, McLaren, in de game F1 2021

Daniel Ricciardo, McLaren, in de game F1 2021

Photo by: Codemasters

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Waarom Red Bull voor Perez als “een andere categorie” voelt
Volgend artikel Tussenrapport Nicholas Latifi: Toch iets meer dan een paydriver?

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland