Voormalig FIA-president Max Mosley op 81-jarige leeftijd overleden

Mosley raakte in de jaren zestig in de ban van de autosport en begon daarna al snel zelf met racen. Hij deed het niet onverdienstelijk en schopte het tot de Formule 2, maar besloot na twee heftige ongelukken zijn helm aan de wilgen te hangen. Hij stortte zich vervolgens op March Engineering, het team waar hij mede-oprichter van was.

March maakte in 1970 haar entree in de Formule 1 en gooide met de Nieuw-Zeelander Chris Amon als coureur meteen hoge ogen. Bovendien vond het chassis gretig aftrek bij enkele andere teams. Zo reden dat jaar onder meer Jackie Stewart en Mario Andretti met de March 701, die slechts in drie maanden ontworpen en gebouwd was. Stewart was er onmiddellijk succesvol mee door derde te worden in Zuid-Afrika en de volgende race in het Spaanse Jarama te winnen. Het fabrieksteam zelf behaalde in totaal twee Grand Prix-overwinningen, in 1975 met de Italiaan Vittorio Brambilla en in 1976 met de Zweed Ronnie Peterson.

Mosley nam de contracten voor zijn rekening, onderhandelde de sponsordeals en nam namens March zitting in de Grand Prix Constructors’ Association (GPCA), waarin zijn achtergrond als advocaat goed van pas kwam. In 1974 was hij samen met onder andere Bernie Ecclestone mede-oprichter van de Formula One Constructors’ Association (FOCA). In 1977 verliet Mosley March en ging hij volledig voor de FOCA aan de slag als juridisch adviseur. Mosley speelde in die hoedanigheid een belangrijke rol bij de totstandkoming van het eerste Concorde Verdrag. Nadat in 1982 alle handtekeningen waren gezet, verdween Mosley uit de Formule 1 om voor de Conservative Party te gaan werken.

In 1986 werd Mosley door Bernie Ecclestone en Jean-Marie Balestre overgehaald om terug te keren in de autosport bij de Fédération Internationale du Sport Automobile (FISA), waar hij in 1991 president van werd. In 1993 volgde hij Balestre op als president van de FIA, toen ook de autosport werd ondergebracht bij de federatie. Na de dodelijke ongelukken van Roland Ratzenberger en Ayrton Senna maakte Mosley zich hard voor het verbeteren van de veiligheid. Zo werden crashtests aangescherpt en werd het HANS-systeem geïntroduceerd, om het hoofd en de nek van de coureur beter te beschermen.

Mosley kreeg als FIA-president ook te maken met enkele grote schandalen. Zo was hij vóór het doorgaan van de Amerikaanse Grand Prix in 2005, terwijl alle coureurs met Michelin-banden zich om veiligheidsredenen moesten terugtrekken uit die race, resulterend in een wedstrijd met slechts zes deelnemers én flinke imagoschade voor de Formule 1 in de Verenigde Staten. Ook voerde hij een felle strijd - volgens sommigen een heksenjacht - tegen McLaren en toenmalig teambaas Ron Dennis, toen de Britse renstal in 2007 betrokken raakte in een spionageschandaal.

Mosley stelde zich in 2009 niet verkiesbaar voor een nieuw termijn, nadat de Engelse tabloid News of the World details over zijn sexleven naar buiten had gebracht. Die maakte op basis van een video melding van een Nazi-orgie. Mosley, wiens vader Oswald leider was van de British Union of Fascists, won in 2008 een rechtszaak tegen de krant, die inmiddels niet meer bestaat. Hoewel een van de aanwezige dames een militair uniform droeg, zou van een Nazi-thema geen sprake zijn geweest.

Binnenkort komt er een nieuwe documentaire uit over het leven van Mosley. “Alles zit erin”, zei Mosley daar vorig jaar over. “Ook het News of the World-verhaal en wat er sindsdien is gebeurd. Het interview met Bernie is interessant, omdat hem wordt gevraagd aan welke kant hij stond toen het verhaal naar buiten kwam. Iemand vroeg of het feit dat Hitler een gast was bij het huwelijk van mijn ouders er ook in zit. Het antwoord op die vraag is ja. Ook alle minder fraaie dingen zitten erin, wat het waarschijnlijk interessanter maakt voor buitenstaanders. Ik zou er zelf  een of twee elementen hebben uitgelaten, als ik het voor het zeggen had gehad. Maar het hele punt was dat het onafhankelijk moest zijn.”