Weekend zonder manager en vader was voor Verstappen ‘niet heel anders’

“Ja, er waren minder mensen om me heen, dus ik had iets minder aanspraak”, merkt Verstappen donderdag tegenover onder andere Motorsport.com lachend op.

Red Bull-teambaas Christian Horner leek twee weken geleden in Canada, nadat Verstappen als derde aan de finish was gekomen, te suggereren dat de Nederlander dat weekend intensiever bezig was geweest met zijn team. Volgens Verstappen zelf was er op dat vlak niet veel verschil met andere raceweekenden. “Natuurlijk heb ik wel een paar minuutjes extra gehad om met mijn engineers te praten in plaats van met anderen, maar voor mij wordt het daar niet heel anders van”, aldus de Limburger, die op dit moment met vijftig punten zesde staat in het kampioenschap.

Alles over Paul Ricard:

Dit weekend in Frankrijk heeft Verstappen Vermeulen weer aan zijn zijde en volgende week in Oostenrijk is zowel zijn manager als zijn vader van de partij. Over twee weken zal Verstappen echter opnieuw een weekend op zichzelf zijn aangewezen, wanneer op Silverstone de Britse Grand Prix wordt verreden. “Het was gewoon even een weekendje alleen”, aldus Verstappen. “Er zat verder niets achter. Ik ben twintig jaar. Het is niet zo dat ze mijn handje hoeven vast te houden.” De suggestie dat het goede weekend in Canada verband zou houden met de afwezigheid van zijn vaste entourage, verwijst Verstappen naar de prullenmand: “Zij waren er ook bij toen ik mijn overwinningen behaalde.”

Op de vraag hoe Red Bull het komend weekend kan doen op Paul Ricard, laat Verstappen weten: “Dat is nog een beetje lastig te zeggen op dit moment. Ik denk dat veel afhangt van hoe goed je je hebt voorbereid in de aanloop naar deze race. Morgen zullen we ook nog niet alles weten, want ik verwacht dat de teams zich nog flink zullen verbeteren van vrijdag op zaterdag. Ik hoop natuurlijk dat dit een goed circuit voor ons is, maar als je naar de baan kijkt, dan zie je dat er veel lange rechte stukken zijn, wat niet ideaal is. Hopelijk gaan we echter goed in de bochten.”

Via onze Formule 1-reporter Adam Cooper