Verstappen gaat met positief gevoel de winterstop in ondanks minder seizoenseinde

De Nederlander finishte zondag als vijfde in de seizoensafsluiter in Abu Dhabi, dezelfde plek als waarop hij twee weken geleden ook eindigde in de Grand Prix van Brazilië. De twee vijfde plaatsen volgden op een reeks ijzersterke resultaten, waaronder overwinningen in Maleisië en Mexico.

Op de vraag van Motorsport.com met wat voor gevoel hij na de bandentest de winterstop ingaat, antwoordde Verstappen: “Positief. We hebben veel punten gescoord in de laatste paar wedstrijden. Ik weet niet of het nog steeds de meeste punten zijn van iedereen of dat ik nu tweede of derde ben, maar dat is nog steeds niet verkeerd, toch?” Verstappen was over de vijf races voorafgaande aan de Grand Prix van Abu Dhabi genomen nog de coureur met de meeste punten van iedereen.

Verstappen had zondag een weinig enerverende race in Abu Dhabi. Hij startte als zesde, schoof een plek op doordat teamgenoot Daniel Ricciardo met een hydraulisch probleem uitviel en kwam als vijfde over de eindstreep. “Er is niets gebeurd”, vatte de Red Bull-coureur de laatste wedstrijd van 2017 samen. Lachend: “Ik viel bijna in slaap! Maar qua snelheid zat het wel goed. Want op de momenten dat ik alleen reed, was de snelheid gewoon prima. Dan is het natuurlijk jammer dat je heel lang, eigenlijk de hele race, vast zit achter Kimi. Maar wat betreft het tempo was het niet zo slecht als in de kwalificatie of de trainingen. Ik denk dat als ik Kimi voorbij had kunnen komen of gewoon voor hem had gezeten, ik dan wel naar Vettel had kunnen rijden. En dat was natuurlijk niet verkeerd geweest.”

Inhalen is echter nagenoeg niet te doen op het Yas Marina Circuit. “Je zag dat wel bij Lewis. Die was ook sneller dan Bottas maar hij kwam er ook niet voorbij”, aldus Verstappen. Of ze voor volgend jaar wellicht iets aan het circuit kunnen veranderen om inhalen gemakkelijker te maken? “Nee, ze moeten gewoon eerst aan de auto’s werken. Ze moeten iets verzinnen waardoor je een andere auto beter kunt volgen.”