‘Fabrikanten stellen V6-biturbo met standaard-KERS als volgende F1-motor voor’

Tot en met 2020 wordt er in de koningsklasse van de autosport nog gereden met de huidige hybridemotoren, die in 2014 werden ingevoerd. Daarna is het tijd voor een nieuwe krachtbron. De fabrikanten hadden tot en met 31 mei de tijd om een voorstel in te dienen bij de internationale autosportbond. Volgens het Duitse Auto, Motor und Sport is de keuze gevallen op een 1.6 liter V6-biturbo die gekoppeld is aan een KERS. Als het aan hen ligt, wordt er afscheid genomen van de MGU-H, het systeem dat de warmte van de motor weer omzet in energie.

Om de kosten van de ontwikkeling van de nieuwe motor enigszins binnen de perken te houden, zouden de fabrikanten er de voorkeur aan geven om de architectuur van de huidige motor te blijven gebruiken. In dat geval blijft men in de Formule 1 dus rijden met een V6 met een inhoud van 1.6 liter. In plaats van één grote turbo moeten er twee kleinere turbochargers komen, die samen de boost geven die nodig is om over de 1.000 pk te gaan. De hybridetechnologie wordt daarnaast vereenvoudigd. Er wordt nog wel gebruik gemaakt van een MGU-K, maar de MGU-H komt te vervallen.

Over wat er in de motor allemaal gestandaardiseerd moet worden, zou nog onenigheid heersen. Red Bull, dat graag een onafhankelijke motorleverancier in de Formule 1 ziet komen die voor een betaalbare prijs competitieve motoren kan leveren, zou ervoor pleiten om de KERS, batterij en turbochargers standaard te maken, terwijl andere partijen graag wat meer vrijheid houden.

Volgende maand komen de FIA, de houder van de commerciële rechten en de fabrikanten bij elkaar om verder te praten over de volgende Formule 1-motor. Eind dit jaar moet er een knoop worden doorgehakt, zodat de fabrikanten voldoende tijd hebben om de nieuwe motor te ontwikkelen.