Toro Rosso looft Honda voor 'fantastisch' ontwikkelingswerk

Honda levert voor het eerst in het V6 hybride-tijdperk motoren aan twee verschillende teams. Red Bull en Toro Rosso werkten in de eerste testweek bijna 1.000 ronden af op het circuit van Barcelona. Zowel Daniil Kvyat als Alexander Albon sloot een dagdeel af met de eerste plaats.

Gevraagd of men nog problemen tegengekomen was met de 2019-motor van Honda, zei Egginton: “Het motorprogramma is fantastisch. Honda heeft op de achtergrond aan de juiste dingen gewerkt. Het is fantastisch. Ze hebben gezorgd dat wij geen compromissen hoeven te stellen, dat is heel goed, de situatie waarin we ons nu bevinden met deze krachtbron is geweldig. We konden doorgaan waar we vorig jaar gebleven waren. En we kennen hun mensen nu ook beter, het verloopt allemaal naadloos, we hebben grotendeels dezelfde mensen gehouden in onze garage. Vanuit het Honda-kamp wordt er gewerkt en wij werken het programma gewoon af zoals het hoort.”

Na een jaar van heropbouw met Toro Rosso staat Honda dit jaar volop in de belangstelling omdat het ook samenwerkt met Red Bull Racing. Honda-baas Toyoharu Tanabe zei dat het merk niet meer druk voelt nu het samenwerkt met de hoofdmacht van de energiedrankenfabrikant. Volgens Egginton heeft Honda vorig jaar een “grote stap” gemaakt op het gebied van vermogen en betrouwbaarheid.

“Vorig jaar was de ontwikkeling van Honda erg sterk, ze hebben veel vermogen gewonnen en daardoor hebben we grote stappen kunnen maken”, vervolgde Egginton. “Net als iedere andere fabrikant heeft Honda het erg druk gehad tijdens de winter, ze hebben gewerkt aan de volgende stap en we zijn voorzichtig bezig met het valideren van Honda’s bevindingen tijdens de afgelopen winter. We introduceren stap voor stap nieuwe dingen en met deze ontwikkelingen komen we verder. Er is geen team dat nu al op de limiet aan het werken is. De motor is ten opzichte van een jaar geleden een stuk beter geworden. Het was eind vorig jaar duidelijk dat ze een stap gezet hebben en zij gaan gewoon door. In dat opzicht zijn we erg tevreden.”

Met medewerking van Scott Mitchell