Technische baas McLaren denkt dat motorwissel succesvol is verlopen

McLaren heeft na drie teleurstellende seizoenen afscheid genomen van Honda en rijdt vanaf dit jaar met een Renault-motor. De overstap naar een andere motorpartner had grote gevolgen voor de achterzijde van de auto, maar volgens Goss zijn alle benodigde aanpassingen succesvol doorgevoerd.

“De architectuur van de Renault-motor is heel anders”, laat Goss aan Motorsport.com weten. “Het verschil zit hem voornamelijk in waar de turbocharger is geplaatst. Bij Mercedes en Honda heb je de compressor aan de voorkant van de motor en de turbine aan de achterzijde. De MGU-H bevindt zich in het midden van de V-vorm. Bij Ferrari en Renault heb je de compressor aan de achterkant van de motor, de MGU-H daarachter en de turbine daar weer achter. Dat vereist een heel andere aanpak ten aanzien van je chassis en versnellingsbak.”

“Nu we met beide situaties recente ervaring hebben, weten we ook wat de voor- en nadelen zijn van beide. Er zijn dingen die mij wel bevallen aan de aanpak van Renault en er zijn dingen die ik een beetje frustrerend vindt, maar uiteindelijk hebben we geluk gehad dat de beslissing om van de ene naar de andere motorleverancier te gaan op tijd is genomen. Het had niet later moeten gebeuren.”

De overstap naar Renault is onder andere van invloed geweest op de brandstoftank, versnellingsbak en achterwielophanging van de McLaren. Goss: “We moesten het chassis opnieuw configureren, het koelingssysteem aanpassen en naar de versnellingsbak kijken om deze goed te laten passen. Maar dit hebben we allemaal voor elkaar gekregen zonder significante compromissen te hoeven sluiten bij het chassis. Terwijl het een vrij grote verandering betreft.”

“De Renault-motor bevindt zich verder naar voren in het chassis. Bij de Honda had je een luchtinlaat die voor de motor naar beneden moest lopen en de ruimte die dat innam, had gevolgen voor de brandstoftank. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat het chassis langer was. Maar je had geen turbocharger aan de achterkant van de motor hangen die het binnenste gedeelte van de ophang in de weg zat. Aan de achterzijde hadden we het dus allemaal iets gemakkelijker", doet Goss uit de doeken. “Als je naar Renault overstapt, dan wordt de voorkant van de motor ineens een stuk simpeler. We hebben nu substantieel meer ruimte voor de brandstoftank. Verder kunnen we de motor iets naar voren schuiven, wat aerodynamisch gezien een stuk voordeliger is. Maar dan zit je weer met een turbocharger aan de achterkant, waardoor je de achterwielophanging opnieuw moet ontwerpen en de versnellingsbak moet verlengen. We hebben echter fantastisch werk geleverd op dit vlak. Echt waar. Het was allemaal behoorlijk intens. We hebben twee weken lang keihard gewerkt om het voor elkaar te krijgen, maar we hadden van tevoren al een redelijk goed idee van wat er moest gebeuren.”

Het team van McLaren zou vorig jaar over een van de beste chassis op de grid beschikken. De algemene verwachting is dan ook dat de formatie uit Woking een goede stap naar voren kan maken wanneer er meer vermogen aanwezig is. Goss is echter voorzichtig met het doen van voorspellingen omdat de andere teams hun wagens ook verder zullen hebben ontwikkeld. “Je neemt aan het begin van het seizoen beslissingen ten aanzien van de architectuur van je auto en een aantal van deze zaken kun je gedurende het seizoen niet echt aanpassen. Dus wanneer je een nieuwe auto gaat ontwerpen, dan is dat je kans om veranderingen door te voeren. Men zal bovendien goed naar de concurrentie hebben gekeken. Je mag dus verwachten dat iedereen een stap zal maken en gezien het feit dat de auto’s nog relatief onvolwassen zijn, zal die stap waarschijnlijk groter zijn dan in voorgaande jaren.”

Via onze Formule 1-reporter Jonathan Noble