Techniek: Hoe Renault de S-duct naar een hoger plan tilt

Een van de teams die dit jaar veel aandacht besteed aan de S-duct is Renault. In 2017 maakte het team gebruik van een meer conventionele en compacte S-duct maar het Franse fabrieksteam is agressief te werk gegaan met het ontwerp van de openingen voor 2018. Dat heeft de prestaties van de gehele neus verbeterd. Daarbij hebben de ontwerpers goed gekeken naar de succesconcepten van enkele concurrenten.

Mercedes AMG F1 W08 S-duct

Illustratie: Giorgio Piola

In 2016 kwamen Mercedes en Toro Rosso als eersten op de proppen met deze nieuwe S-duct variant, al experimenteerde het kampioensteam eind 2015 tijdens de trainingen van de Grand Prix van Brazilië al met dit concept.

Red Bull Racing RB11 S duct comparsion

 Illustratie: Giorgio Piola

Red Bull maakte in 2015 (zie hierboven) al gebruik van een conventionelere, kortere versie van de S-duct. Deze was geplaatst in de 150 millimeter ‘free zone’ bovenop de neus. Ongeacht de lengte van de luchtkanalen binnenin de neus is het principe hetzelfde: voorkomen dat de luchtlagen onder de neus van elkaar loskomen en lucht bovenop het chassis weer naar buiten stuwen over het oppervlak voor betere prestaties.

Ferrari SF70H S-duct

 Illustratie: Giorgio Piola

Langere luchtkanalen bieden niet alleen ruimte voor nauwkeurige plaatsing van de openingen maar ook voor een minder ingewikkelde route die de lucht moet afleggen. Daar maakte Ferrari in 2017 goed gebruik van door een kruislings concept te bedenken.

Renault R.S.18 neus

 Illustratie: Giorgio Piola

Renault is nog een stapje verder gegaan door drie losse kanalen binnenin de neus te plaatsen, waarmee lucht naar links, rechts en het midden gestuurd wordt. 

De kleine verschillen tussen de concepten laten opnieuw zien dat de ontwerpers de regels altijd verschillend interpreteren, ongeacht hoe weinig bewegingsvrijheid er ook is. En dat zorgt op het circuit weer voor de tijdsverschillen

Met medewerking van tech-experts Giorgio Piola en Matt Somerfield