Breaking news

Special: Het grote verdriet van Tom Wheatcroft

In 2010 keert de Formule 1 weer terug op de plaats waar het slechts eenmaal eerder, in 1993, is geweest, Donington Park. Voormalig circuiteigenaar Tom Wheatcroft speelde een belangrijke rol bij het verkrijgen van de Formule 1-rechten. Wheatcroft, inmiddels alweer 86, is een goede bekende in 'het wereldje' en wordt door velen zeer gewaardeerd. In de geschiedenis van het ondernemerschap van de Brit prijkt echter ook een inktzwarte pagina. In de special: Het grote verdriet van Tom Wheatcroft.

[img,104910,right,Williamson in Zandvoort]Het is 29 juli 1973. De Formule 1 is terug in Zandvoort. Het jaar ervoor bleven de teams weg, omdat het circuit niet langer aan de veiligheidseisen voldeed. Het mocht dan wel 1972 zijn, maar de coureurs waren ook toen zeker bezig met hun veiligheid en Zandvoort was gewoon te gedateerd. Het jaar erop waren de faciliteiten verbeterd en durfden de teams hun coureurs er weer te laten rijden. Onder de aanwezige coureurs bevindt zich een jonge Engelsman, die onder zijn hoede genomen is door Donington-directeur Tom Wheatcroft. Zijn naam is Roger Williamson, hij is vijfentwintig jaar.

Williamson kende een veelbelovende carrière in de lagere klasses. In 1971 was hij Brits Formule 3-kampioen geworden en de Formule 1-teams hadden wel interesse in deze jongeman. Zijn debuut in de hoogste klasse maakte hij in een March van het team van Frank Williams op het circuit van Silverstone. Het was de beroemde race waarin Jody Scheckter een massacrash veroorzaakte, waar ook Williamson bij betrokken was. Niemand raakte gewond, maar het debuut van Williamson had niet langer dan één ronde geduurd.

[img,104914,left,Williamson en Wheatcroft]Wheatcroft had deze Williamson onder zijn hoede genomen en beschouwde hem uiteindelijk als zijn zoon. Hij betaalde de volledige loopbaan voor het jonge talent en wimpelde teambazen af die volgens hem niet geschikt waren voor zijn protégé. Stap voor stap moest het gebeuren en Williamson mocht niet ten prooi vallen aan de gehaaide zakenlieden die de Formule 1 ook toen al rijk was.

De start van de race op Zandvoort verliep slecht voor Williamson. De auto sloeg niet aan en toen de motor uiteindelijk liep, moest hij achteraan starten. In de eerste ronden liet Williamson echter zien waarom de teambazen hem zo graag wilden hebben. De March hakte zich een weg door het veld en Wheatcroft keek handenwrijvend toe. Zijn jongen deed het geweldig. Na acht ronden kwam de rode March echter niet meer door en achterop het circuit steeg er een enorme rookwolk op. Anno nu een reden om de race direct stil te leggen, maar toen niet. De organisatie wilde van geen rode vlag weten. Voor hetzelfde geld zaten een paar rotjochies een fikkie te stoken. Dit was het feest van de organisatie van de Grand Prix van Nederland en dat feest liet zich niet zomaar onderbreken...

In de live-uitzending op televisie zagen de commentatoren, en de kijkers, dat de rookwolk niet afkomstig was van een paar ettertjes. Er lag een auto op de kop en die auto brandde. Er rende ook een coureur rond die auto, dus was de rijder ongedeerd gebleven, toch? Echter, hoe langer de commentatoren keken naar het paniekerige gedrag van de coureur, hoe ongemakkelijker ze zich begonnen te voelen. De coureur greep een marshall bij zijn jasje en rukte de brandblusser uit zijn handen. Hij probeerde vervolgens de vlammen te doven, maar het ding deed het niet eens. De marshalls deden niets. Ze keken toe. Uiteindelijk zoomde de camera uit op een andere auto die naast de baan stond. Een lege auto. Langzaam drong het tot de kijkers door. Dat was de auto van David Purley. En Purley probeerde uit alle macht die andere auto te blussen. Er zat dus nog iemand in.

De wedstrijd ging door. Het veld bleef op volle vaart door de dikke, zwarte rookwolken jagen en de aanwezige marsha;ls leken bijna onverschillig toe te kijken. De rondetabellen werden erbij gehaald. Welke auto was vanaf de achtste ronde niet meer doorgekomen? Wheatcroft had het al door. Zijn Roger, zijn beschermeling, lag in de vlammen te sterven. Achteraf zou David Purley verklaren dat hij nog met Williamson gesproken had toen deze ondersteboven klem zat in de brandende auto. Williamson had gesmeekt hem eruit te halen en Purley had beloofd hem te redden. David Purley zou achteraf een lintje krijgen voor zijn moed op die dag, maar wat had hij eraan? Roger Williamson was volkomen zinloos gestorven in de vlammen.

De arme Wheatcroft moest zijn 'zoon' nog identificeren. De uitgebrande March was teruggebracht naar de pits, met het lichaam van Williamson er nog in. Doek erover en red je maar. Zo ging dat in die tijd. Op het circuit van Donington staat nu een beeld van Roger Williamson, onthuld in 2003. Wheatcroft was erbij en hield het beeld soms even vast. Nog steeds die beschermende hand van de oude man richting zijn veel te vroeg gestorven beschermeling...

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Hamilton ook op tweede testdag de snelste
Volgend artikel Alonso: "We hebben nog veel werk te doen"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland