Special: Silverstone 1995, nice guys finish first!

Engelse Formule 1-fans zijn, net als eigenlijk alle fans, patriottisch ingesteld. Natuurlijk zullen ze braaf klappen als een Duitser, Australiër of Nederlander wint, maar als een landgenoot met de hoogste eer strijkt, is het hok te klein. In 1995 hoopte het publiek op een zege van Damon Hill. Die kwam er niet, desondanks ging Silverstone compleet uit zijn dak. Deze keer in de special: Silverstone 1995, nice guys finish first!

Podium: Flavio Briatore, Benetton Team Principal, Prince Michael of Kent, Jean Alesi, Ferrari tweede

Sutton Images

Johnny Herbert had eind jaren '80 een veelbelovende carrière voor zich. De Brit behoorde tot een nieuwe generatie aanstormend Engels talent en samen met Damon Hill, Perry McCarthy en Mark Blundell behoorde hij tot het zogenaamde rat pack, een clubje jongens die elkaar al jaren tegenkwamen op de circuits en allemaal op weg waren naar de Formule 1. Het waren goede tijden voor de Britse autosport en dat was nodig, want Nigel Mansell was weliswaar een grote held, maar niet iedereen was te spreken over de theatrale natuur van Red Five. Je hield van hem of je haatte hem en ook dat kon per race verschillen. Soms was Mansell briljant en soms deed hij onbegrijpelijke dingen. Dan vloog hij weer een coureur of een journalist naar de keel, of deed hij alsof hij zojuist in z'n eentje een 24 uursrace had gereden, terwijl hij gewoon redelijk eenvoudig op kop had gereden.

Nee, nieuw talent kwam niet ongelegen. En Johnny Herbert leek op weg naar grote dingen. In 1988 reed hij in de Formule 3000 en op Brands Hatch leek de mooie droom opeens uit elkaar te spatten. Herbert was betrokken bij een van de zwaarste en meest massale crashes die ooit in die klasse heeft plaatsgevonden. Toen de marshalls arriveerden bij zijn auto, wendden ze zich brakend af. De voorkant van de auto was volledig verdwenen en de benen van de Engelsman waren duidelijk compleet verbrijzeld. Het leek gebeurd met de loopbaan van Herbert, die blij mocht zijn als hij überhaupt nog kon lopen.

In 1989 verbaasde hij echter iedereen in de racewereld, door zijn Formule 1-debuut te maken voor het team van Benetton. Lopen kon hij amper en het gras van Brands Hatch groeide letterlijk uit zijn huid (zo verschrikkelijk waren zijn benen er aan toe geweest), maar rijden kon hij wel. De verbazing steeg alleen maar toen Herbert in zijn eerste race gelijk vierde werd in Rio de Janeiro. Echter, gedurende het seizoen namen zijn prestaties af en Benetton ontsloeg hem later dat jaar.

Een ronde over Silverstone:

Fast forward naar zes jaar later en Johnny rijdt weer bij het team waar hij zijn debuut maakte. Via Tyrrell, Lotus en Ligier kwam hij weer bij Benetton en reed hij naast Michael Schumacher, die de onbetwiste kopman was voor het team. Herbert kon zijn illustere teamgenoot niet bijhouden, maar dat had ook te maken met de manier waarop de Benetton gemaakt werd. Alles werd namelijk afgesteld op Schumacher. Alleen de Duitser kon er echt goed mee uit de voeten. De auto was nerveus en Schumacher werkte zich kapot in de cockpit, maar het werkte. Herbert was een trouwe teamgenoot en deed wat er van hem gevraagd werd: zoveel mogelijk punten scoren en als het even kan deze weghalen bij de concurrentie.

Toen het circus in 1995 neerstreek in Silverstone, verwachtten de Britse fans dan ook weinig van Herbert. Damon Hill was de grote held en hij zou het gevecht aangaan met Michael Schumacher. Zo gezegd, zo gedaan. Schumacher en Hill waren verwikkeld in een fel duel en Herbert volgde op respectabele afstand. Echter, in ronde 45 dacht Hill binnendoor te kunnen duiken bij de Duitser. Zelfs de grootste Damon Hill-fan zou achteraf toegeven dat de actie van de Brit niet echt handig was. Hill zat er niet eens naast en probeerde in Priory het hele gat in één keer dicht te remmen. Schumacher had hier natuurlijk nooit op gerekend en de twee gingen er samen af. Einde race. Herbert vond zichzelf opeens terug aan kop van de wedstrijd, maar die andere thuisrijder, David Coulthard, was sneller. De Schot kreeg echter een stop and go-penalty opgelegd omdat hij te hard had gereden in de pitstraat, waarna de weg naar Herberts eerste Grand Prix-zege wijd open lag.

Daar had het publiek niet op gerekend, maar het feest was er niet minder om. Johnny Herbert had zich in de loop der jaren ontwikkeld als een uiterst benaderbare en vriendelijke coureur, die altijd in was voor een geintje. Het was zijn kracht, maar ook gelijk zijn zwakte. Als coureur moet je soms een hufter zijn, wil je er alles uit halen. Kijk maar naar Michael Schumacher, Fernando Alonso en zelfs Ayrton Senna. Hun fans spreken altijd vol lof over ze, maar zullen eveneens moeten erkennen dat ze niet altijd even vriendelijk waren. Dat is niet erg, dat hoort bij de sport.

Herbert was echter weliswaar een zegen voor de PR-afdeling, maar het ontbrak hem aan de 'killer-mentaliteit'. Hij zou dat jaar ook de Grand Prix van Italië winnen na eenzelfde actie van Damon Hill. Vier jaar daarna zou hij voor het team van Stewart nog de Grand Prix van Europa winnen en tegenwoordig is Johnny Herbert een gewaardeerde analist bij Sky Sports F1. Hij is nog steeds diezelfde aardige vent die hij al die jaren geleden was. En juist daarom is hij nooit verder gekomen dan die drie overwinningen in de Formule 1. 

Lees ook:

Johnny Herbert, Benetton Renault B195

Johnny Herbert, Benetton Renault B195

Foto: Sutton Images

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Herbert: “Max Verstappen kan de nieuwe Michael Schumacher worden”
Volgend artikel Herbert over Vandoorne: "Perfect voorbeeld dat jonge coureurs niets cadeau krijgen"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland