Seidl: "Hopelijk meer podiumplekken in 2022 of 2023"

McLaren heeft met de komst van Andreas Seidl vrij snel na het begin van het seizoen als de nieuwe teambaas een sterke ontwikkeling doorgemaakt. De renstal uit Woking heeft de bezem eens goed door het bedrijf gehaald en een aantal kopstukken vervangen. Met Carlos Sainz en Lando Norris als de nieuwe coureurs en mannen als Seidl en James Key stond 2019 in het teken van een omslag op vele vlakken.

Sinds Seidl is aangetrokken, is McLaren niet stil blijven staan. Volgens de 43-jarige Duitser is stilstand tenslotte achteruitgang en de reden dat het team de afgelopen jaren teruggezakt is. De ambitie om weer terug aan de top te komen is springlevend en de vele investeringen voor de toekomst onderstrepen dat. Er komt bijvoorbeeld een compleet nieuwe windtunnel en een geavanceerdere simulator.

Toch wil hij niet te hard van stapel lopen. "Ten eerste, succes behalen in de motorsport hangt niet van één persoon af en dus niet alleen van mij. We hebben een duidelijk plan voor de toekomst, waarmee we op den duur podiumplaatsen en overwinningen willen behalen. Tegelijkertijd moeten we realistisch zijn over het tijdsbestek waarin zoiets kan en wat wel en niet mogelijk is", geeft hij toe wanneer hij in gesprek met Motorsport.com terugblikt op het jaar.

De Grand Prix van Brazilië was voor McLaren dit jaar een hoogtepunt, toen Sainz het podium behaalde door een tijdstraf van Lewis Hamilton en uitvalbeurten bij de topteams. Seidl gelooft echter dat dit een uitzondering is en dat het team met de papaya-gekleurde wagens de komende twee seizoenen de aansluiting met de top-drie nog niet zal vinden. "Ik denk zeker dat het proces tot na 2021 gaat duren, maar we zijn er zeker van dat we met dit plan - dat we in maart hebben opgezet - de investeringen die we in Woking doen, de constante steun van de aandeelhouders en de nieuwe reglementen inclusief het budgetlimiet in de toekomst al het nodige hebben om het gat te dichten. Hopelijk kunnen we dan in 2022 of 2023 weer vooraan meevechten."