Vettel: Kampioenschap met tien races is niet gedevalueerd

De Formule 1 maakte zich begin 2020 op voor het langste seizoen uit diens bestaansgeschiedenis. Met het toevoegen van Hanoi en Zandvoort aan de kalender zou het seizoen maar liefst 22 races omvatten. Maar na de mondiale COVID19-uitbraak lijkt daar nog maar weinig van over te blijven. De eerste negen races zijn uitgesteld en in het geval van Monaco zelfs afgelast. Ross Brawn zegt nog altijd op negentien races te mikken, maar het blijft de vraag hoe reëel die woorden eigenlijk zijn.

Een tiental races lijkt eerder in overeenstemming met de realiteit. Maar zelfs dan hecht Vettel nog evenveel waarde aan een mogelijke wereldtitel. Het cachet is er dus niet minder om. "Een seizoen is voor mij gewoon een seizoen. Ongeacht of het bestaat uit tien, vijftien of twintig races", zegt hij tijdens een videoconferentie met onder meer Motorsport.com. "Ik weet natuurlijk niet hoe het zou voelen, want we hebben dit nog nooit meegemaakt. Maar vroeger hadden we standaard minder races en tegenwoordig wat meer, dus ik denk niet dat het [qua beleving] veel uit zal maken."

Bekijk ook:

Zoals de vlag er nu bijhangt, begint het F1-seizoen begin juli in het Oostenrijkse Spielberg. Al wil Vettel nog niet op die zaken vooruitlopen. "Ik denk dat niemand nog echt goed weet wat we moeten verwachten van dit seizoen of zelfs van dit jaar. Misschien loopt dit seizoen nog wel deels door in het volgende kalenderjaar. Ik weet het momenteel niet. Er zijn veel opties en gedachten, maar ik denk dat we gewoon geduldig moeten zijn en moeten afwachten."

Vettel weet op voorhand ook nog niet of een korter kampioenschap invloed heeft op de rijstijl van coureurs. "Met minder races kun je stellen dat iedere race iets belangrijker wordt", vervolgt de viervoudig wereldkampioen uit Heppenheim. "Maar uiteindelijk is het kampioenschap nog steeds het kampioenschap. De titelstrijd is nog altijd een kwestie van de lange adem en in die raceweekenden zijn er nog steeds heel veel zaken die we goed voor elkaar moeten krijgen."

Met medewerking van Jonathan Noble