Vettel teleurstellend zesde: "Probleem met sensoren"

Door een sensorprobleem zag Sebastian Vettel zich genoodzaakt om met andere instellingen op zijn Ferrari te rijden. Die kwamen de wegligging van zijn SH71H niet ten goede. De Duitser startte als tweede, maar werd bij de start ingehaald door Valtteri Bottas en later gingen ook Max Verstappen en Daniel Ricciardo hem voorbij. Vettel werd zelfs opgedragen om teamgenoot Kimi Raikkonen door te laten. Zo kwam hij na 71 ronden als zesde over de finish.

"Tijdens de formatieronde vonden we al een probleem met een sensor op de wagen van Seb", reageerde Ferrari-teambaas Maurizio Arrivabene. "Dat betekende dat hij de hele race lang met andere instellingen moest rijden en dat maakte de wagen moeilijk om te besturen."

Vettel weet niet hoeveel verschil het sensorprobleem heeft gemaakt. Hij heeft er naar eigen zeggen alles aan gedaan om eromheen te rijden. De viervoudig wereldkampioen was vooraf nog de favoriet voor de winst, aangezien hij in tegenstelling tot de Mercedessen en Red Bulls (supersofts) op softs mocht starten. De bandenslijtage was echter anders dan verwacht. “De supersofts ‘leden’ niet genoeg, laten we het zo zeggen”, aldus Vettel.

“Je kon zien dat Mercedes en Red Bull twee of drie ronden wat last hadden, toen dachten we dat we konden toeslaan”, vervolgt Vettel. “Maar voor en na die fase waren ze weer sneller. Ze waren snel en de supersofts ook. De supersofts waren misschien wel sneller en gingen ook lang genoeg mee. Volgens mij dacht niemand voor de start dat een supersoft-soft-tactiek geschikt zou zijn, maar achteraf bleek het geen probleem.”