Sauber begrijpt niets van gebrek aan snelheid in Monaco

Het Zwitserse team introduceerde in Spanje een klein deel van het upgradepakket maar was desondanks in staat om de achtste plaats in de race veilig te stellen. Met hoge verwachtingen reisde Sauber af naar Monaco, waar meer nieuwe onderdelen op de wagens van Pascal Wehrlein en Marcus Ericsson zouden komen. In plaats van een stap voorwaarts eindigde het team in de kwalificatie in de achterhoede. Beide rijders zagen op zondagmiddag de vlag niet na incidenten.

“Ik weet niet waarom we niet op snelheid waren. Dat kwam zeer onverwacht”, erkende Kaltenborn in gesprek met Motorsport.com. “We weten dat onze auto wisselvallig is maar dit had ik niet verwacht. Het technische team moet dit weekend analyseren en ontdekken wat er fout ging. Het is merkwaardig dat de auto zo goed was in Barcelona en dat vervolgens in Monaco dit gebeurt. Zij hebben werk te verzetten.”

Ericsson, al sinds de Grand Prix van Italië 2015 puntloos, had verwacht in Monte Carlo in de middenmoot mee te kunnen doen. Ook hij heeft geen antwoord op de matige vorm: “We moeten het analyseren. In Barcelona waren we verrast met onze snelheid. Iedereen kwam daar met grote upgradepakketten en wij enkel met een nieuwe achtervleugel”, zei de Zweed tegen Motorsport.com. “Alle andere nieuwe onderdelen zaten hier op de auto: een nieuwe vloer, bargeboards, turning vanes, alles. We hadden verwacht hier in de middenmoot mee te doen. Vervolgens waren we het gehele weekend een seconde langzamer dan de langzaamste auto uit het middenveld. We begrijpen er niets van. Het hele weekend hebben we de auto ondersteboven gehaald om maar iets te vinden. Hopelijk kunnen we hiervan leren.”

Ericsson erkent dat de vertraging van het grootste deel van het upgradepakket een rol speelt: “Wanneer je een update meebrengt, moet je de auto opnieuw afstellen. Dat is lastig in Monaco. Het was beter geweest als de upgrade in Barcelona geïntroduceerd was. Dan hadden we daar de wagen beter kunnen afstellen en vervolgens af kunnen reizen naar Monaco.”

Met medewerking van Formule 1-verslaggever Lawrence Barretto