Special feature

Ronnie Peterson: Spectaculair en snel, maar nimmer kampioen

Op 11 september is het veertig jaar geleden dat Ronnie Peterson op 34-jarige leeftijd overleed. De Zweed is een van de coureurs die meer herinnerd wordt vanwege zijn rijstijl dan om zijn successen.

Ronnie Peterson, Lotus 72E-Ford

Ronnie Peterson, Lotus 72E-Ford

Motorsport Images

Waar overstuur vandaag de dag vooral het gevolg lijkt van een foutieve afstelling, was Peterson meester in het rondrijden met een glijdende wagen. Hij was ook een van de eerste rijders die zich serieus met de kartsport bezighield in een tijd dat deze discipline nog niet de essentiële rijschool was zoals we die nu kennen. Vandaar ook zijn karakteristieke rijstijl. 

Net als Stirling Moss in de jaren voor hem en net als Jackie Ickx in hetzelfde tijdperk, was Peterson zelden op het juiste moment op de juiste plaats. 

Talent is niet genoeg

Ronnie Peterson, STP March

Ronnie Peterson, STP March

Foto: Rainer W. Schlegelmilch

Zijn debuut in 1970 in een privé ingeschreven March was niet opvallend, maar een jaar later zorgde Peterson voor een daverende verrassing door achter de dominante Jackie Stewart als tweede te eindigen. Het jaar daarna kon hij weinig potten breken en stond slechts eenmaal op het podium. Lotus legde hem vast voor ’73, als teamgenoot van Emerson Fittipaldi. De Braziliaan was net de jongste wereldkampioen uit de geschiedenis geworden en bovendien ook een pionier in de kartsport. De Lotus 72 speelde nog altijd een serieuze rol van betekenis, getuige de zeven overwinningen in veertien races en het binnenhalen van de constructeurstitel. 

Peterson pakte vier zeges, meer dan zijn teamgenoot, maar ook zijn tekortkomingen kwamen naar boven. Waar Stewart het schoolvoorbeeld van de moderne coureur was, en Fittipaldi op technisch vlak excelleerde, was Peterson een stuk minder compleet. Dat probeerde hij op de baan te compenseren, wat regelmatig resulteerde in crashes of technische problemen door zijn agressieve rijstijl. Dat kwam zijn wereldtiteldroom niet ten goede.

Van kwaad tot erger

Podium: winnaar Ronnie Peterson, Lotus, tweede Niki Lauda, Ferrari, derde Clay Regazzoni, Ferrari

Podium: winnaar Ronnie Peterson, Lotus, tweede Niki Lauda, Ferrari, derde Clay Regazzoni, Ferrari

Foto: Sutton Images

In de jaren daarna kwam Peterson nog mondjesmaat boven drijven. In 1974 maakte hij indruk met drie overwinningen. Dat was meer op het conto van de coureur te schrijven dan op dat van zijn moeizaam te besturen wagen. Teamgenoot Ickx was daarvan het bewijs: met zijn minder agressieve rijstijl kon de Belg de tekortkomingen van de auto nimmer compenseren.

Daarna ging het van kwaad tot erger. 1975 was dramatisch, 1976 was nauwelijks beter met een pruttelende March en 1977 werd teleurstellend met de zeswieler Tyrrell die niet paste bij zijn rijstijl. Toen Lotus in 1978 weer opkrabbelde, haalde het team Mario Andretti aan boord. Peterson had weinig te onderhandelen en zette zonder enige twijfel zijn handtekening onder een contract als tweede rijder.

De Zweed was een exemplarisch voorbeeld van de perfecte tweede viool. Hoewel hij qua snelheid gelijkwaardig was, probeerde hij zijn collega nooit in te halen. Zelfs niet in de Grand Prix van Nederland, waar Andretti met technische problemen kampte. In de regen in Oostenrijk liet hij nog eenmaal van zich horen met een hattrick (pole, snelste ronde en winst), voor het tragedie op Monza plaatsvond.

Italiaans drama

Ronnie Peterson, Lotus F1 Team en Alan Jones, Williams

Ronnie Peterson, Lotus F1 Team en Alan Jones, Williams

Foto: Williams F1

Als drievoudig winnaar op Italiaanse bodem dacht Peterson ook op Monza te kunnen stralen, maar de start had fatale gevolgen. De startlichten gingen te vroeg op groen en het veld dook in de eerste chicane als een harmonica in elkaar. Ricardo Patrese en James Hunt raakten elkaar, Peterson werd door de Brit aangetikt en crashte - net als vele anderen - hevig. Meerdere collega’s bevrijdden hem uit de vlammenzee, waarna hij twintig minuten moest wachten op een ambulance.

In het ziekenhuis werden zeventien breuken in zijn rechterbeen en drie in zijn linkerbeen geconstateerd. In overleg met de nog altijd bij bewustzijn zijnde Peterson werd besloten over te gaan tot een operatie. In de nacht vermengde beenmerg zich door het bloed, waaraan hij in de ochtend op 34-jarige leeftijd overleed. 

Hoewel hij nooit de Formule 1-wereldtitel pakte, zal hij altijd herinnerd worden als een van de meest spectaculaire rijders uit de geschiedenis. 

 

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Brown: “Het lag niet allemaal aan Honda, absoluut niet”
Volgend artikel Officieel: Raikkonen vertrekt na dit seizoen bij Ferrari

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland