Robin Frijns ontkent Red Bull-aanbod te hebben geweigerd

De Nederlander won opeenvolgend de titel in de Formule BMW Europe, Formule Renault 2.0 Eurocup en de Formule Renault 3.5. Met zijn kampioenschap in laatstgenoemde klasse won hij een test bij het Red Bull F1 Team. In 2013 en 2014 was de Limburger actief als testrijder voor respectievelijk Sauber en Caterham maar een echte racekans kwam er nooit.

Hoewel in die periode gemeld werd dat Frijns een aanbod van Red Bull naast zich neergelegd zou hebben, stelde de Nederlander orde op zaken op de website van de Formule E, de klasse waarin hij tegenwoordig actief is: “Ik had een gesprek met een Nederlandse journalist. Hij vroeg me van alles over waarom ik nooit was opgenomen in een programma van Ferrari, McLaren of Red Bull. Maar niemand kwam ooit naar me toe met de vraag: ‘wil je voor ons rijden?’ Om de een of andere reden is die kans nooit gekomen, ik weet ook niet waarom. Toen de journalist me vroeg waarom ik nooit werd opgepikt door Red Bull, zei ik: ten eerste heb ik nooit die mogelijkheid gehad, en ten tweede kende ik de verhalen over Red Bull en ik zag ook dat elke rijder die werd opgenomen, een half jaar of een jaar later weer uit het programma werd gezet. Dat brengt veel druk met zich mee. Ik weet niet zeker of dat de juiste druk is.”

Red Bull-quote blijft hem achtervolgen

Voorafgaand aan zijn test met Red Bull in 2012, werd Frijns wereldnieuws doordat hij gezegd zou hebben dat Red Bull hun jonge rijders ‘als honden behandelt’. De Nederlander ontkent dat echter stellig: “Ik heb dergelijke woorden nooit uitgesproken, woorden als ‘Red Bull behandelt je als een hond’, want ik wist daar niets van. Het was een grote rotzooi en ik was heel erg boos op die persoon. Hij heeft me ook nooit meer gebeld.”

“Ik weet niet of het invloed heeft gehad op mijn carrière. Je weet immers nooit hoe het gegaan zou zijn zonder dat dit gebeurd zou zijn. Hetgeen het me meest frustreerde, was het feit dat ik dit nooit gezegd heb. Iedereen geloofde het, want het stond in de krant. Na vier jaar vragen mensen me nog steeds: ‘heb je dat echt gezegd?’. En elke keer zeg ik weer: ‘Nee, dat heb ik nooit gezegd’. Nooit in mijn leven heb ik die woorden gebruikt. Het was dus een grote chaos. Het was een leugen, maar zo werkt het soms in de wereld der Formule 1.”