Kubica: "Ook Bahrein moeilijk door gebrek aan reservestukken Williams"

Williams is nog steeds op achtervolgen aangewezen na de late komst van de nieuwe FW42. De bolide van Robert Kubica en George Russell was in Melbourne veruit de langzaamste van de groep. Het was dan ook behelpen voor het team in Albert Park. Door een gebrek aan reservestukken was het team niet in staat om de kapotte vloer van Kubica te vervangen na de eerste training. 

De Pool ziet voor het tweede raceweekend geen verbetering. “Ik denk dat we realistisch gesproken opnieuw geen makkelijk weekend tegemoet gaan”, vertelde Kubica op donderdag. “Het klopt dat Bahrein een andere lay-out heeft en we een andere specificatie hebben, maar het is niet zo dat er van de ene week op de andere plots mirakels gaan gebeuren. Het is voor ons rijders ook geen makkelijke situatie omdat we beperkt zullen zijn wat reservestukken betreft. Kijk naar wat me vrijdag in Australië overkwam in de eerste training. Door over een kerb te gaan liep ik schade op aan de vloer en hadden we de onderdelen niet om die te vervangen. Daar had ik het hele weekend last van.”

Pas achteraf kwam Kubica te weten dat die schade hem inderdaad veel tijd had gekost. “Ze hadden me verteld dat er geen effect was, maar na het bekijken van de data van het weekend bleek het effect groter dan we hadden gedacht."

De vloer van de Pool is hersteld, maar niet vervangen voor Bahrein. Een gebrek aan onderdelen blijft het team afremmen. “Het team probeert ons de best mogelijke wagen te geven, maar langs de andere kant zou je in een ideale wereld met verse onderdelen aan een weekend willen beginnen en wat extra reservestukken achter de hand willen hebben. Het zet ons als rijders in een moeilijke positie. Als we morgen weer over de kerbs gaan is er een risico dat de wagen weer uit elkaar valt en dan heb je geen onderdelen. We komen al prestaties te kort en zo komt er nog een extra factor bij die ons leven moeilijker maakt. Ik weet dat iedereen in de fabriek hard werkt. We hebben gewoon nog meer tijd nodig om het probleem op te lossen."

Met medewerking van Jonathan Noble