Ricciardo: “Verwacht gelijke behandeling met Verstappen”

In tegenstelling tot zijn Nederlandse teamgenoot heeft Ricciardo zijn contract bij Red Bull nog niet verlengd. Zijn verbintenis bij de Oostenrijkse formatie loopt eind 2018 af, waar Verstappen in oktober vorig jaar zijn krabbel onder een overeenkomst tot eind 2020 zette.

Kort nadat Verstappen had bijgetekend, zei Red Bull Racing-topman Christian Horner dat de Limburger ‘nu een team om zich heen kan bouwen’. Een dergelijke opmerking doet wellicht vermoeden dat Verstappen de kopman wordt bij de equipe uit Milton Keynes. Om te voorkomen dat Ricciardo dit inderdaad zou denken, heeft Horner hem even apart genomen.

Als Red Bull in 2018 goed genoeg is om voor de wereldtitel te strijden, voelt Ricciardo zich dan voldoende gesteund door het team? “Ja. Dat zeg ik in alle eerlijkheid. Honderd procent”, reageert de Australiër tegenover Motorsport.com. “Die uitspraak [van Horner] is niet hetgeen je wil horen. Ik heb het niet in de media gelezen, maar ik hoorde er later van. Dit omdat hij naar me toekwam om het op te helderen.”

“Hij zei: als je de uitspraken hebt gezien, dan zijn deze niet uit hun verband gerukt, maar ik wilde niet op die manier overkomen. Hij vervolgde: ik wil echt niet dat je zoiets gaat denken, we vechten voor jullie allebei”, aldus Ricciardo. “Max kreeg in de laatste races van 2017 een verbeterde motor, maar dat is het enige waar ooit verschil in heeft gezeten. Ik maak me dus geen zorgen. Als ik dat wel had gedaan, dan zou ik er al wel over hebben gesproken.”

Ricciardo heeft de uitleg van Horner geaccepteerd en is volledig gefocust op de taak die hem in het komende seizoen te wachten staat. “Ook al is de motor een tiende sneller, dan zal de persoon in me zeggen dat ik gewoon twee tienden harder moet rijden. Als ik goed genoeg ben, versla ik hem hoe dan ook! Ik heb vertrouwen. Ik weet wel dat ik vaker wel dan niet perfect moet zijn als ik vooraan wil blijven. Mijn zondagen in 2017 waren grotendeels zo goed als nooit tevoren. De coureur in mij is vol vertrouwen en heel toegewijd.”

Met medewerking van Lawrence Barretto