Nostalgie

Retro: Toen Alfa Romeo ongeslagen was in de Formule 1

Alfa Romeo is in 2019 helemaal terug op de Formule 1-grid nu het Zwitserse Sauber is omgedoopt tot Alfa Romeo Racing. Alfa is een naam met veel historie in de F1. In de eerste jaren van het wereldkampioenschap was Alfa Romeo onverslaanbaar.

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Er was een tijd dat de aanwezigheid van Alfa Romeo een stuk meer betekende dan een paar stickers op de zijkant van een Sauber. De Quadrifoglio, klavertje vier in het Italiaans, was de eerste dominante factor in het wereldkampioenschap en heeft om die reden altijd een speciale plek in de geschiedenis van de Formule 1. Dat komt niet alleen omdat Alfa Romeo zegevierde tijdens de eerste Grand Prix die op 13 mei 1950 verreden werd op het circuit van Silverstone, maar ook omdat het nog altijd een record in handen heeft dat in de volgende 68 jaar nooit verbroken werd. Niet door McLaren in 1988, niet door Michael Schumacher en Ferrari aan het begin van deze eeuw en niet door Lewis Hamilton en Nico Rosberg met de huidige generatie F1-wagens van Mercedes.

In het eerste seizoen van het F1-wereldkampioenschap in 1950 bleef Alfa Romeo ongeslagen. Toegegeven: Er werden maar zes races verreden dat jaar, zeven als de toevoeging van de Indianapolis 500 meegerekend wordt. Maar Alfa en de meeste Europese teams bleven weg van die race waardoor het record nog altijd staat.

De Alfa Romeo 158 is de basis van het succes voor Alfa. De wagen, die later evolueerde in de 159, was de wagen waar legende Juan Manuel Fangio de eerste van vijf wereldtitels mee won. De 158 werd maar liefst dertien jaar actief ingezet, hoewel zes jaar daarvan verloren gingen door de Tweede Wereldoorlog. De wagen werd in 1937 ontworpen door Gioachino Colombo en het was de reactie op het verlies dat het merk geleden had tegen Mercedes en Auto Union Silver Arrows in de jaren voor de oorlog. De auto werd gebouwd volgens de voiturette-reglementen om de dominantie van Mercedes te keren. De eerste race van de 158 in Livorno werd direct winnend afgesloten met Emilio Villoresi achter het stuur.

De overwinning van de eigen voiturette van Mercedes, de W165, een jaar later won bij het debuut in Tripoli, was een voorbode van een schitterend duel tussen twee grote merken. De 158’s werden veilig opgeslagen op een boerenbedrijf nabij Milaan tot de vrede getekend was. Mercedes en Auto Union speelden op dat moment niet meer mee waardoor de Alfetta (wat niet meer betekent dat ‘kleine Alfa’) niet alleen nog altijd relevant was, maar ook een straatlengte voorsprong had op de andere wagens. Met de oprichting van het wereldkampioenschap Formule 1 in 1950 zat Alfa klaar om daarvan te profiteren.

De ontwikkeling van de Alfetta vanaf de geboorte tot het eind in het tweede seizoen van het wereldkampioenschap is een fascinerend verhaal. Op het moment dat de dreiging van de Ferrari 4.5-liter V12 375 kwam, moest Alfa extra middelen inzetten om mee te kunnen. De 1480cc 8-cilinder van Colombo had in het begin slechts 195pk bij 7000 toeren. In 1951 had Alfa de krachtbron zodaning ontwikkeld dat deze met tweetraps drukvulling 420 pk produceerde. Het vermogen had ook een keerzijde: gewicht en de motor was nogal dorstig. Toen de 158 in 1951 als 159 gepresenteerd werd, was het chassis flink verstevigd terwijl de remmen flink aangepakt waren om de massa tot stilstand te kunnen brengen. Met de dubbele carburateur die zo’n 2.5 liter per kilometer verbruikte was de brandstoftank van de wagen ongeveer twee keer zo groot ten opzichte van het origineel.

Subtiel was het bepaald niet, maar dit was een oorlog en uiteindelijk werd het uitbetaald. De laatste versie van de Alfetta was bloedsnel, zo werd duidelijk tijdens een snelheidsmeting op het circuit van Pescara. In 1939 reed Villoresi een snelheid van 235,4 kilometer per uur terwijl Fangio elf jaar later een barrière doorbrak met een snelheid van 308,5 kilometer per uur.

Het winnen van het eerste kampioenschap met Alfa in 1951 was niets minder dan episch. Alfa domineerde de wederopstanding van de Grand Prix-racerij aan het eind van de jaren ’40 waardoor het team koos niet op te komen dagen tijdens de eerste race op Silverstone in 1948 en een jaar later helemaal niets deed omdat de Italiaanse renstal niets meer te bewijzen had.

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Alfa werd met het nieuwe kampioenschap verleid door opnieuw deel te nemen in 1950 en niemand kon voorkomen dat Giuseppe Farina en zijn nieuwe Argentijnse teamgenoot het hele kampioenschap domineerden. In 1951 was het echter een ander verhaal. Eens was hij een loyale werknemer van Alfa, maar Enzo Ferrari pionierde nu met een eigen project en had zich ten doel gesteld om het ouderlijk huis te verslaan.

Fangio won in Bremgarten en Reims, Farina sloeg zijn slag in Spa, maar José Froilan Gonzalez doorbrak de hegemonie van Alfa Romeo en claimde de eerste Ferrari-overwinning in de Formule 1 met een zege op Silverstone. Diens teamgenoot Alberto Ascari won de volgende twee op de Nürburgring en Monza. Alfa kwam met een wagen in actie op het thuiscircuit waar Ferrari eerste, tweede, vierde en vijfde werd. Het zwaargewicht uit vervlogen tijden hing in de touwen.

In Pedralbes, thuis van de Spaanse GP, werd de opmars van Ferrari echter tot stilstand gebracht. Banden waren daarvan de oorzaak. Fangio had na Monza een voorsprong van twee punten op Ascari, maar de Italiaan had duidelijk het momentum aan zijn zijde. Hij ging vanaf pole aan de leiding totdat Ferrari op problemen stuitte. De keuze van Ferrari om te gaan voor 16 inch wielen in plaats van de 18 inch die Alfa gebruikte, bleek van grote invloed te zijn op de titeljacht van Ascari. Hij eindigde vierde en Fangio pakte de overwinning.

Alfa wist dat haar concept uitgewerkt was en zonder de financiën en motivatie om een nieuw monster te bouwen, nam het team afscheid. Het zou tot 1979 duren voor het team terugkeerde. Alfa Romeo was de onbetwiste grootheid uit de racerij voor de oorlog. Na de oorlog bleef de dominantie van het merk beperkt tot een paar jaar, maar het was voor één man het hoogtepunt uit zijn sportieve carrière.

Fangio koesterde de rest van zijn leven een liefde voor de 158, de eerste keer vergeet je immers nooit.  

Met medewerking van Damien Smith

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Juan Manuel Fangio, Alfa Romeo 158

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Heineken zou graag meer verschillende winnaars zien in Formule 1
Volgend artikel Gasly over Red Bull-promotie: Revanche voor uitgesteld F1-debuut in 2017

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland