Renault wijzigt plannen: "2021 willen we voor wereldtitel gaan"

Bij de terugkeer van Renault in de Formule 1 in 2016 had het team een duidelijk doel voor ogen: in 2020 wilde het voor de wereldtitel strijden. De afgelopen drie jaar heeft het dan ook duidelijk stappen gezet, maar dat valt niet te zeggen van het huidige seizoen. De eerste helft verliep allesbehalve vlekkeloos en Renault moet het stellen met een zesde plek in het constructeurskampioenschap, terwijl het vorig jaar nog als vierde afsloot.

Dat de ambitie om wereldkampioen te worden maar met een jaartje wordt uitgesteld, komt dus niet geheel uit de lucht vallen. "We zeiden in 2015 'vijf jaar van nu'. Het klinkt als een excuus, maar we dachten niet dat de beslissing [Lotus over te nemen] zou vallen in december 2015. In de zomer hadden we een nieuwe wagen voor 2016 kunnen bouwen, maar zo liep het niet. We moesten dus verder met een oude wagen", geeft teambaas Cyril Abiteboul aan in de september-editie van F1Racing. Renault reed in het comebackjaar dus met een bolide van Lotus, gebouwd met een erg gelimiteerd budget.

Vijftien procent minder dan Mercedes

Het resulteerde in een negende plek met slechts acht punten dat jaar. "Een verloren jaar dus, waardoor het doel voor de langere termijn van vijf naar zes seizoenen is gegaan", vertelt Abiteboul. Maar zelfs als de equipe in 2021 aanspraak wil maken op de troon, heeft het nog grote stappen te zetten. "Ik sta nog achter ons plan, maar moet accepteren dat de interne stappen moeilijker zijn dan verwacht. We wilden vijftien procent minder uitgeven dan Mercedes en dan zouden we kans moeten maken. Maar dan hebben we het over het Mercedes van 2015. Als je ziet wat ze nu spenderen, dan liggen we zo'n dertig tot veertig procent achter en dat hebben we onderschat."

Het is een ontwikkeling waar het budgetlimiet een einde aan kan maken, of op zijn minst de kloof gedeeltelijk dichten. Daarvoor moeten de teams dan ook wachten tot 2021, wanneer de nieuwe reglementen ingaan.