Renault erkent: te veel veranderd aan de F1-motor voor 2017

De Franse fabrikant trok eind vorig seizoen de conclusie dat de 2016-krachtbron het einde van de ontwikkelingscyclus naderde. Renault besloot het concept overhoop te gooien in een poging de achterstand op rivalen Mercedes en Ferrari te verkleinen. Vanaf de eerste race van 2017 kampte de producent met betrouwbaarheidsproblemen. Al in Melbourne moest het fabrieksteam en de klantenteams Red Bull Racing en Toro Rosso noodgedwongen terug naar een oudere en zwaardere MGU-K. Sindsdien kregen de rijders diverse mechanische problemen voor de kiezen. Met name bij Max Verstappen schoot de technische malheur in het verkeerde keelgat na uitvalbeurten in Canada en Azerbeidzjan.

Renault Sport managing director Cyril Abiteboul erkent dat de fabrikant in de winterperiode misschien iets te ambitieus te werk is gegaan: “Ik kom niet professioneel over als ik zeg dat we deze problemen verwacht hadden. We ontwerpen namelijk geen nieuwe motor als we verwachten dat het niet zal werken”, legde de Fransman uit aan Motorsport.com. “De realiteit is, en dat is nog altijd een frustratie, dat we nog steeds niet goed zijn in het afleveren van een goed eerste ontwerp. Dat gezegd hebbende: we hebben op motorisch gebied ongelofelijk hard gewerkt. De ICE-architectuur is totaal vernieuwd, net als het ERS. We kunnen de beslissing betwisten dat we alles tegelijkertijd in één winter wilden aanpakken. En om eerlijk te zijn denk ik dat we iets te veel wilden.”

Vicieuze cirkel

Abiteboul stelt dat de betrouwbaarheid van de motoren nog verder afnam doordat verschillende componenten gecombineerd moesten worden na eerdere problemen: “Wanneer er sprake is van problemen met de betrouwbaarheid, ga je in de pitbox wat dingen combineren”, legde hij uit. “Je pakt een MGU-H van de ene motor, een turbo van een andere krachtbron, een MGU-K van weer een andere versie. Op die manier creëer je een monster! Dat maakt het erg lastig voor de motorenjongens en zo ontstaan fouten. Zo gaat het van kwaad tot erger. Je komt in een zeer krachtige vicieuze cirkel terecht. Ook op chassisgebied hebben we wat betrouwbaarheidsproblemen gekend. Neem de uitvalbeurt van Jo [Palmer] in de installatieronde op Silverstone: dat had niets met de motor te maken. Dergelijke problemen wijt ik aan het feit dat het team nog jong is. Er is veel gewisseld in de monteurs op het circuit evenals in het personeel in de fabriek. Men doet ervaring op. Gebrek aan kwaliteit komt naar mijn mening door gebrek aan ervaring.”

Stap in 2018

Inmiddels lijken de grootste problemen achter de rug. De Fransman heeft dan ook alle vertrouwen in een sterker seizoen 2018: “De problemen liggen bijna achter ons. Dit is een jaar van consolidatie. Volgend jaar zal er meer stabiliteit zijn en kunnen we ons concentreren op het verbeteren van de prestaties van de verschillende componenten die we geïntroduceerd hebben. Hopelijk op een manier die veel meer betrouwbaarheid met zich meebrengt. De beslissingen van de afgelopen winter zijn zeker in twijfel te trekken, het is een grote frustratie en een enorme teleurstelling.”