Renault: "Progressie motor komt voort uit veranderde aanpak"

De motoren van Renault kwamen in 2015 behoorlijk te kort ten opzichte van concurrenten Mercedes en Ferrari. Het afgelopen jaar heeft de Franse fabrikant grote stappen gemaakt. Volgens Red Bull F1-coureur Daniel Ricciardo - rijdend met motoren van Renault - staat de fabrikant inmiddels op gelijke hoogte met Ferrari. 

Technisch directeur Bob Bell is van mening dat de opmars te maken heeft met een verandering in de processen en de goede correlatie tussen de testbanken in de motorfabriek Viry en de circuits: “De aanpak is veranderd”, legde hij uit aan onze zusterpublicatie Autosport. “Het personeel in Viry is veel gedisciplineerder en rigoureuzer geworden met betrekking tot uitdrukkelijk aangeven waartoe de modificaties die zij ontwikkelen in staat zijn. Soms ontwikkel je een update waardoor de motor op de testbank sneller draait maar geen vooruitgang oplevert zodra je hem in de auto plaatst. Een voorbeeld: als je meer vermogen uit de motor haalt maar de motor daarbij ook heter wordt, moet je de radiatoren vergroten. Al met al levert dat minder voordeel op.”

Tokens niet allemaal benut

Renault had aan het einde van afgelopen seizoen nog 18 van de 32 beschikbare tokens voor de ontwikkeling van de motor beschikbaar, meer dan elk andere fabrikant. Bell maakt zich daar geen zorgen over. Hij stelt dat de Franse producent tevreden is met de geboekte progressie: “Het was niet ons beleid om ze niet te gebruiken, we hadden ze gewoon niet nodig. Ze waren beschikbaar maar dat betekent niet direct dat je ze allemaal maar moet gebruiken. Tokens of geen tokens, om eerlijk te zijn heeft dat niet echt invloed gehad op onze ontwikkelingsrichting. We hebben gedaan wat volgens ons de meest efficiënte manier was om de motor te ontwikkelen. Daar hadden we de tokens niet voor nodig.”