Radicale aanpak bij Renault: "Kopzorgen rond koeling zijn bewust"

Renault maakte in 2017 een flinke stap voorwaarts en hoopt die lijn dit seizoen door te trekken. Daarom heeft het team alles op alles gezet om het chassis zo sterk mogelijk te maken. Daarmee ging het team tot op de limiet in de balans tussen prestaties en de koeling van de wagen. Aangezien teams dit seizoen minder motoronderdelen mogen gebruiken dan in 2017, neemt Renault daarbij bewust een risico.

"Als je deze wagen vergelijkt met die van vorig jaar, dan zie je dat we nog verder zijn gegaan in het samenpersen van alle onderdelen in het chassis", teammanager Bob Bell. "Dat maakt het nog moeilijker om de hete lucht rond de wagen te managen. We hebben enorm hard gepusht voor maximale aerodynamische prestaties en dat houdt in dat we onszelf kopzorgen hebben gegeven omtrent de koeling van de wagen."

Renault verloor vrijdag tijdens de laatste testdag in Barcelona meer dan een halve dag door een probleem met de versnellingsbak. Die nieuwe bak is stijver en lichter dan die van vorig jaar, maar de lange wissel lag naar verluidt niet aan het nieuwe concept of aan de verpakking van de achtertrein. Blijkbaar had het team geen reservebak en was het behelpen met reserveonderdelen.

Nick Chester, de technisch directeur van Renault, licht toe hoe cruciaal het is om dit seizoen extra gewicht uit te sparen waar dat kan. "We willen graag nog meer gewicht verliezen, dan kunnen we meer ballast dragen en het zwaartepunten van de wagen verlagen", aldus Chester. "Daar blijven we aan werken, mede door er achter te komen welke stukken lang kunnen meegaan. Als we besluiten dat we een onderdeel lichter kunnen maken, dan nemen we een lichter exemplaar mee en proberen we het uit tijdens de vrijdagtrainingen om te kijken of we ermee kunnen racen. Met een nieuwe wagen gaat het dan niet om een enkel onderdeel, maar overal een beetje. Je probeert niet te conservatief te zijn, maar bij het rijden kijk je waar je wat kan bijschaven."