Red Bull verstevigt voorvleugel na ophef over doorbuigende elementen

Tijdens het weekend van de Britse Grand Prix leek de lagere sectie aan het einde van de voorvleugel op hogere snelheid door te buigen bij Red Bull. Naar verluidt hebben enkele concurrerende teams de zaak onder de aandacht gebracht bij de internationale autosportbond FIA. Het is goed denkbaar dat die vervolgens een verzoek bij het team van Max Verstappen en Daniel Ricciardo heeft neergelegd om een en ander aan te passen voor de race in Hongarije, die dit weekend wordt verreden.

Op bovenstaande foto, die donderdag genomen is door onze technisch expert Giorgio Piola, is goed te zien dat er een extra bevestiging is geplaatst tussen de endplate en het bovenste element van de voorvleugel. Deze extra bevestiging moet helpen voorkomen dat de vleugel naar beneden doorbuigt bij hoge snelheid en zo een einde maken aan het verdachte gedrag. Het is niet duidelijk hoeveel voordeel Red Bull zou hebben gehad van de oude situatie, maar het team heeft niettemin goede hoop dat er op de Hungaroring opnieuw een stap voorwaarts kan worden gezet dankzij een grote upgrade.

Ricciardo liet donderdag tegenover onder andere Motorsport.com weten dat het pakket verbeteringen niet gelijk een andere auto maakt van de RB13, maar hij heeft wel goede hoop dat er dankzij de nieuwe onderdelen beter kan worden gepresteerd op een circuit dat het team vanwege het bochtige karakter sowieso al beter ligt. “Het gaat om grote updates voor de aerodynamica”, vertelde de Australiër. “Of we hiermee een seconde per ronde sneller gaan? Dat waarschijnlijk niet, maar het zal wel helpen om hetgeen waarmee we nu rijden, beter te laten werken. De veranderingen bevinden zich verspreid over de auto. Zo hebben we iets op de voorvleugel en iets bij de sidepods. Hopelijk werkt alles goed met elkaar samen en levert het ons de tijdwinst op die we voor ogen hebben. In de windtunnel leek het te helpen met de downforce en hopelijk leidt dat op zijn beurt weer tot de gewenste tijdwinst.”

Via onze F1-reporter Jonathan Noble