Raikkonen verwacht spannende driestrijd in seizoensslot

Ferrari was in Singapore en Maleisië ijzersterk maar het team gooide de eigen ruiten in. In de nachtrace vond de veelbesproken startcrash plaats, waardoor zowel Raikkonen als teamgenoot Sebastian Vettel na enkele honderden meters waren uitgeschakeld. Op Sepang kregen beide rijders te maken met motorische problemen. De Fin kon niet starten vanaf de veelbelovende tweede plaats en zijn teammakker kwam vanaf de laatste startpositie sterk opzetten tot P4.

Hoewel de snelheid van Ferrari in beide races indrukwekkend was, ontkende de Fin dat hij Max Verstappen op Sepang van de winst had kunnen afhouden: “Dat zullen we nooit weten, dus het is tamelijk zinloos om daarover te speculeren”, zei de Fin op Suzuka. “Ik weet zeker dat ik een zeer goede auto had. We kwamen echter niet zo ver als de rest van het veld. Maar we mogen tevreden zijn over de snelheid en de wegligging. Er speelden natuurlijk wat andere problemen maar over het algemeen was ik zeer content met de snelheid.”

Details maken verschil in slotfase

Raikkonen denkt dat de onderlinge verschillen tussen de drie topteams in de resterende races zeer klein zullen zijn: “Het is een kwestie van wie net iets meer uit de auto haalt dan de anderen. Sommige circuits passen beter bij het ene team dan bij de overige topteams. We hebben behoorlijk veel vertrouwen in de wagen. Is dat voldoende voor de eerste of tweede plaats, of eindigen we als vierde? De topteams zitten heel dicht bij elkaar. Alles moet op orde zijn om vooraan mee te doen. Suzuka is weer een ander circuit, met andere omstandigheden. Het is lastig te voorspellen wat ons dat gaat brengen. We realiseren ons dat alles 100 procent op orde moet zijn om een goede kans te maken op de zege. Verder zien we het wel.”

Hij vervolgde: “Onze auto is op elk circuit tamelijk sterk gebleken. We zullen op vrijdag zien waar we staan. Ik zou niet weten waarom we hier niet sterk zouden kunnen zijn. Zijn we sterk genoeg ten opzichte van de rest? Wie weet, dat moeten we afwachten.”